Uiteenzetting van de begrippen (concepten)groep ‘begeleiden’.
1. Associatie in losse woorden:
begeleiden, leiden, leidsel, gids, convooi, loods, drager, escorte, mijnenvegen, gevankelijk wegvoeren, beschermen.
Begeleiden en begeleid worden is geen vorm van samenwerken; het is een tegelijk en bij elkaar blijvend en op elkaar betrokken een weg afleggen, van A naar B, van begin naar eind, gaan, maar het is geen gezamenlijk ondernemen.
Begeleide en begeleider zijn gestuurd, worden, al of niet via geld, om geld, gedwongen tot het afleggen van die weg.
Begeleiden en beoordelen zijn twee totaal aparte bezigheden.
Begeleiden is geen helpen, begeleid worden heeft voordeel voor de opdrachtgever tot begeleiden, of dat nu de begeleide zelf is of een ander die de begeleider betaalt voor zijn dienstverlening. De begeleider als zodanig heeft geen enkel voordeel van zijn bezigheid ‘begeleiden’. Vandaar dat hij ervoor betaald, schadeloos gesteld, wordt. We zien de wetenschappelijk medewerker / universitair docent / leraar beoordelaar zijn in omgaan met de student in verband met diens scriptieschrijven. Wanneer hij dat omgaan “begeleiden” noemt, doet hij dat om te maskeren dat hij de student dwingt, gevankelijk, onder bedreiging over de weg in kwestie voert, tot het schrijven dwingt.
De student kan een beroep doen, argumenterend, op het feit dat hij leerling is en van de docent onderwijs moet ontvangen. De docent kan tegenargumenteren dat hij als docent zijn leerlingen nooit helpen moet tijdens en bij het maken van een proefwerk, tijdens en bij het tonen van hun vaardigheden. De docent kan stellen dat het schrijven van de scriptie het leveren (afleggen) is van een proeve van bekwaamheid. De docent kan dit zelfs van willekeurige onderdelen van dat schrijven wel of niet verklaren. “Dit of dat moet je zelf kunnen”, kan hij zeggen en niemand zal hem dat bestrijden.
Met de Engelse Thesaurus:
Het werkwoord ’to guard’ is verwant met de begrippen attend, mind, tend, watch, maar voor ons doel meer ter zake ook met: accompany, chaperon, conduct, convoy en escort. (vergezellen, meegaan, chaperonneren, begeleiden, als konvooi dienen, escorteren.)
’to guide’ (werkwoord): to put or lead on a course or into the way to be followed
gebruiksvoorbeeld: <guided them safely through the minefields> synoniemen:
conduct, direct, escort, lead, pilot, route, see, shepherd, show, steer related words:
accompany, chaperon, convoy; control, manage; contrive, engineer, maneuver
idiomatic equivalent: set one on one’s way
contrasted words:
groep 1: bewilder, distract, mystify, perplex, puzzle; [kan onopzettelijk voorkomen en benoemt wat de betrokkene overkomt]
groep 2: beguile, decieve, delude, mislead [de opzettelijke daad van de ander]
antoniem van ’to guide’: misguide
We kunnen nu verder de werkwoorden opzoeken die we in het Engels, in de Merriam‑Webster Thesaurus hebben gevonden. Bijvoorbeeld werkwoorden als ‘helpen’, ‘assisteren’, ‘dienen’. Daarna kunnen we de Nederlandse vertaling daarvan opzoeken. Ik weet niet of dat nu erg veel brengt.
‘Begeleiden’ is geen OPERATIONEEL werkwoord: het is niet de naam voor een zichtbare eenduidige bezigheid zoals ‘zagen’, ‘schaatsen’, of zelfs maar als het alleen introspectief, bij jezelf waarnemend, controleerbare ‘lezen’.
Ik praat met hem, in het kader van het bezig zijn hem te begeleiden. Er is slechts (en pas) sprake (= terecht te spreken) van ‘begeleiden’ wanneer beide betrokkenen hun omgaan met elkaar als zodanig opvatten. Hetzelfde gedrag kan door de een als begeleiden en door de ander als ‘hinderlijk volgen’ en/of ‘bemoeizuchtig zaniken’ worden opgevat. Daar zijn voorbeelden van.
Als we verder werkwoorden zoeken, moeten we ons richten op van die OPERATIONELE werkwoorden. Die vinden we voor het begeleiden van een scriptie niet via het te algemene werkwoord ‘begeleiden’. We vinden ze niet in het woordenboek langs die weg, via die ingang, via en achter dat trefwoord.
We moeten om die operationele werkwoorden te vinden van de woorden vandaan naar de zaken zelf, naar de concrete bezigheden. En naar de concrete maatschappelijke context. De student is bezig te gehoorzamen aan een anoniem (afzenderloos) bevel dat niet aan hem als individu of als persoon gericht was, maar aan hem als functionaris, in dit geval leerling. Het maken van een scriptie is het nemen van een horde, die is neergezet met het uitdrukkelijke en aan iedereen bekende, [=/ erkende, toegegeven en uitgesproken] doel dat er enkelen over zullen struikelen en uitvallen.
Er is een in de situatie ingebouwde vijandschap tussen docent en student. Ze houden die beide onbesproken, want ze bestrijden elkaar onder bedreiging door en in opdracht van een ander (namelijk de anonieme Koning : de maatschappij die eist en selecteert). Wie deze strijd niet ziet, kan niet begeleiden. Wie in deze strijd betrokken is zonder dat hij deze stand en gang van zaken in de in competitie worstelende knechtenkluwen zich bewust durft te maken, is gemystificeerd, begoocheld, leeft in illusies. Illusies helpen vaak om het blijven deelnemen te vergemakkelijken, wat een voordeel is voor die massa, die toch niet kan ophouden met meedoen, omdat ze door op te houden alles verliezen (door geen diploma en dus geen compenserende voorrechten t krijgen) wat ze al aan tijd, aandacht en energie hebben genvesteerd in hun studie. En wie aan een scriptie toe zijn investeerden al heel veel. Van hun hele voorafgaande leven al zo’n jaar of 16, zo’n procent of 70. Dat is veel.
Het ontgoochelen, demystificeren, desillusioneren van de student lijkt dus voor de commerciële helper beslist niet de juiste weg. Samen met de student de docent manipuleren en tevreden stellen lijkt wel de best verkoopbare bezigheid. Deze bezigheid hoeft niet strijdig te zijn met het leveren van een goed stuk werk, niet strijdig ook met het leren van zinnige en voor hem als persoon bruikbare dingen door de student, en niet strijdig met het belang van degenen aan wie de student later diensten om den brode zal verkopen.
De student moet een scriptie schrijven. De docent moet de student daartoe brengen en de docent moet de prestatie beoordelen. Die prestatie wordt geheel opgevat als ‘van de student’. Of niet, als er een erg goede scriptie gemaakt wordt, pikt de docent als begeleider een graantje van de eer mee.
Het schrijven van een scriptie komt neer op het leveren van een verzameling prestaties door de student:
1. ten aanzien van de bezigheid: onderwerp kiezen orde in het onderwerp aantreffen, vinden of aanbrengen orde om het onderwerp vaststellen (het onderwerp ‘plaatsen’) bronnen zoeken waarnemen doordenken vragen stellen antwoorden zoeken woorden (bewoordingen, termen) kiezen theorieën kiezen beelden kiezen manieren van in grafieken en tekeningen onderbrengen kiezen zeggen, formuleren zinnen bouwen de tekst indelen (paragrafen, hoofdstukken) een begin, midden en eind aan het geheel maken
2. Ten aanzien van zichzelf, zijn eigen persoon: zijn aandacht bij zijn onderwerp en bij zijn werk houden de energie opbrengen de nodige tijd nemen zich niet bang maken en door die angst geremd = “negatieve faalangst onderdrukken, tegenwerken en/of overwinnen” zich niet onzeker gaan voelen zijn moreel hoog houden afstand houden tot waar hij aan bezig is maat houden, scriptie levenswerk bij zijn eerste onderwerp blijven [ook al ziet hij dat niet langer als wat hij eigenlijk zocht of bedoelde: een scriptie is een dom stuk werk en geen vrije expressie van je zo‑zijn, het is een te nemen horde, geen zelf te bouwen en versieren triomfboog]
3. Ten aanzien van de docent: de begeleider/beoordelaar/docent tevreden stellen de docent aan een afspraaklijn binden en houden de deskundigheid, beschikbaarheid en hulpvaardigheid van de docent opmerken, benutten en gebruiken en zo voort.
“Doe ik het goed ?” is een andere vraag dan “Vindt hij het goed”. De student heeft echter een school-carrière van vele jaren achter de rug waarin die beide vragen gelijk van betekenis waren, voor alle praktische doeleinden van hem als leerling.
De commerciële begeleider kan dus zowel mijnen (in diens ziel of persoon) ruimen ten gunste van de schrijvende student als ook ‘show how to do’ , richting aangeven, hem chaperonneren in het omgaan met de docent‑begeleider‑beoordelaar [ten aanzien van deze proberen om te grote angst zowel als te groot vertrouwen als te ver gaande onderwerping te voorkomen].
De commerciële begeleider kan er naar streven om bij de student te voorkomen:
‑het verbijsterd en in de war raken,
‑het afgeleid worden,
‑het bezig gaan aan (na voorgespiegeld krijgen van) een schijndoel,
‑het perplex raken (= opgefrommeld, ineengefrommeld in tegenstelling tot expliciet, uiteengevouwen, ontvouwen, uitgelegd krijgen van zijn eigen doen en laten, van waar hij aan bezig is)
0 reacties