Jaap Schot, 1984
B>type twintgst.vvo
.pl50
..oude titel: ‘bezitten.sc’
titel: twintgst.vvo
schijf 07
Wanneer we ons voorstellen dat er na Robinson Crusoe in de loop van de tijd nog bij voor beeld vijf anderen aanspoelden en zich op het eiland vestigden, wat zou er dan kunnen gebeuren?
Antwoord: ”n van de mogelijkheden die de betrokkenen zouden kunnen verwerkelijken zou zijn : ieder een zesde deel van het eiland innemen en voor hun deel verklaren: het zich toe-eigenen. Hoe groot de stukken per persoon ook zouden zijn, de zesde zou altijd de gevangene van de overige vijf zijn, want de grenzen van hun gebieden vormen de muren van zijn cel. Zolang Robinson alleen was, kon hij niet stelen, zodra er een bezitter naast hem zich vestigt kan hij diens bezit niet anders dan door stelen verkrijgen zonder te ruilen. Voor een ruil is de instemming van beide ruilenden nodig. Voor het zich toe-eigenen, het gebruiken of verbruiken van het bezit van de ander is het eigen initiatief ontoereikend geworden.
Het hebben van bezit, het bezitten van wat het eigendom is, het zitten bij en verdedigen van de eigendom, dat is de oorzaak van de mogelijkheid tot overtreding van de gestelde grens. Een nieuwkomer op het aldus bezette eiland kan nog slechts grenzen overschijdend aan land komen. De eerste stap aan land al IS een overtreding. Dat is zo wanneer er privaat bezit is ingesteld op het eiland, zoals boven beschreven, maar dat blijft zo als het privaatbezit is afgeschaft, maar het hele eiland tot eigendom van het volk is verklaard. Ook in dat geval is er geen niet-bezeten ruimte opengelaten of overgelaten voor nieuwkomers. Ook het ver trek van iemand, een bezitter, een medebezitter/volksgenoot van het eiland, schept geen open en voor nieuwkomers beschikbaar gehouden ruimte. Dat wat niet langer door de vertrokkene wordt bezeten, wordt onverwijld door de aanwezigen/achterblijvenden GE”RFD. HET BEZITTEN, OM WELKE REDENEN MEN ER OOK OOIT MEE BEGON NEN MOGE ZIJN, IS EN BLIJFT HET UITOEFENEN VAN (HET DREIGEN MET) WAPENGEWELD. Wie dat (dreigen met) geweld aanvaardt, normaal, gewoon, gerechtvaardigd, legitiem, terecht acht, die zal stellen dat hij voor zijn bestaan tussen zijn tijdgenoten/bezitters, die tijdgenoten dankbaar moet zijn. Hij meent hen dankbaar te moeten zijn voor het niet toepassen van het geweld waartoe zij zich gerechtigd achten krachtens hun bezit. Zij menen recht te hebben verkregen, door het nalaten van het uitoefenen van geweld, op het in gebruik nemen van de nieuwkomers. Dat is precies wat we Robinson zien doen tegenover Vrijdag, het eiland was immers helemaal zijn bezit. Wie dit aanvaardt, deze mogelijkheid om de aarde te bezitten, erkent dat kracht, wapengeweld, recht is. Wie dat aanvaardt moet verder niet zeuren over de wapenwedloop tussen de volkeren. Hij moet beseffen dat die wapens niet de mensen, maar het eigendom verdedigen. De neutronenbom als idee is geen perversie (ten kwade k’ring) van de manier van samenleven die wij in de civilisatie, de bezittende maatschappij dus, hebben, maar de consequente uitwerking ervan. Oorlogvoeren doe je om de ander te doden of te onderwerpen, niet om welk te bezitten goed dan ook te beschadigen.
Eén van de manieren om het opdelen van alles wat verdedigd kan worden als bezit, te rechtvaardigen is te zeggen dat er niets over is daarvan, wanneer iedere levende datgene heeft gekregen wat hij nodig heeft voor zijn leven en welzijn. Er wordt zelfs wel gesteld dat er niet genoeg is of kan worden aangemaakt om voor allen in het nodige voor hun leven en welzijn te voorzien.
De protesten daartegen zijn schimmig en onnozel, want niet radicaal, zolang ze niet het bezitten van meer dan de bezitter hier nu voor zijn eigen leven en welzijn nodig heeft, afkeuren, ver werpen, illegitiem verklaren. Het bezitten van productiemiddelen is niet absurder dan het bezitten van voorraden levensmiddelen. Het aanleggen van voorraden is het in daden uiten van wantrouwen in de natuur (God), dat die wel dag na dag het nodige verkrijg baar (met moeite, maar mogelijk) zal stellen. De Bijbel verhaalt over dit geheel dat de joden 40 (=een per definitie voldoende aantal) jaren in de wildernis nodig hebben gehad om na hun opvoeding in de civilisatie van Egypte dat vertrouwen te herwinnen, het opnieuw te leren. Daarover gaat het verhaal van het mannah, dat slechts voor de sabbath in voorraad te houden, te bewaren was. Alle andere dagen moesten ze er op vertrouwen dat er de volgende dag weer door de natuur, door God, in hun begrippenstelsel, voedsel beschikbaar gesteld zou worden.
Men stelt nu, om de civilisatie, het bezitten, het geweld goed te praten, dat de massa mensen die nu bestaat, niet anders dan al bezittend en dus al bewapenend en oorlogvoerend, kan leven op aarde. De grap is nu geworden dat ze die manier van leven op aarde niet langer vol kan houden. Als er geen alternatief zou zijn, dan was er geen hoop. Elders heb ik al uiteengezet dat oorlog slechts de symbolische geconcentreerde vorm van het ononderbroken plaatsvindende geweldgebruik is. Dat gedrag waarover de econoom schrijft, geld besteden dus, is kwalitatief hetzelfde als oorlog, het is alleen in verdunde en verspreide vorm. Het uithongeren van volkeren, zoals dat tegenwoordig plaats vindt, is hetzelfde als het uithongeren van belegerde steden vroeger, een werkwijze die wij in onze geschiedenis wel degelijk als onderdeel van de oorlog beschreven kregen.
0 reacties