Censuur
Ik wil in mijn boek gedachten uitschrijven die bij de meeste mensen wel kunnen opkomen, maar die door de bewustzijnsindustrie worden overschreeuwd.
De bewustzijnsindustrie is de naam voor de nijverheid van al die mensen die publiceren. Publiceren is produceren. Publicaties worden geconsumeerd : t.v. programma’s worden bekeken, radioprogramma’s worden beluisterd, boeken worden gelezen. Iedere lezer van deze tekst merkt al op dat er nog veel meer media zijn waarlangs de gedachten van publicisten komen tot de consumenten. De tijdschriften, de kranten, de video-cassettes, de video- spelletjes enz.. Die video-spelletjes verdienen een bijzondere opmerking: daar wekt men in de computer random-(re)akties op, de publicist weet niet langer wat hij aan zijn consument voorlegt. Bij het uitspreken en uitschrijven van tekst en bij het vertonen van beelden, platen en films wist de publicist nog wat hij bracht. De publicist wist wat hij bedoelde met zijn publicatie. Het is nu wel zo dat iedere publicist kan weten dat hij kan bedoelen en beogen met zijn publicatie wat hij wil, maar dat het voor hem niet te voorspellen is wat hij in zijn consument zal wakker roepen. De maker van video-spelletjes met random-reakties en met systeem-reakties (zoals bij schaakautomaten) bekommert zich ook heel uitdrukkelijk niet meer met de gedachte wat hij bij de consument teweeg brengt, en met wat hij de consument voorlegt.
Communicatie
Men sprak van communicatie daar waar mensen elkander iets lieten weten in woorden, in plaats van elkaar ergens op wezen of elkaar door zich te uiten ergens voor waarschuwden.
Communicatie betreft informatie, dat wil zeggen gecodeerde (veelal: in woorden uitgedrukte) kennis.
Wanneer we iemand ergens op willen wijzen, dan moeten we het onderwerp bij de hand hebben, het moet voor de ander gegeven en voor ons aanwijsbaar zijn.
Bij communiceren hebben we onze informatie over en weer van horen zeggen, tweedehands.
Bij het mededelen verloopt dit eenzijdig, de een kent de werkelijkheid, de ander krijgt de informatie, de mededeling tweedehands, weet het dan van horen zeggen, heeft er weet van, maar kent niet. Uitdrukkingen als ‘uit eigen ervaring kennen’ zijn in dit verband in gebruik gekomen. Het is bij enig aandacht besteden duidelijk dat andermans ervaring voor ons niet te kennen is en dat kennen dan ook altijd eigen ervaren is. Kennen is niet uit eigen ervaring, dat wat uit eigen ervaring is, is: zich kunnen herinneren. Kennen kan men slechts hetgeen hier en nu de kenner gegeven is, wat hij hier nu waarneemt en/of ervaart.
Het communiceren heeft zo’n omvang aangenomen dat mensen hier te lande heden ten dage als het ware met buiten gebruik gestelde zintuigen en niet lettend op hun eigen ervaren leven. In het onderwijs zien we dat kinderen tot informatieverwerkers worden gemaakt. Om te weten te komen hoe de wereld in elkaar zit, hoe het met een bepaalde zaak staat, wat er te zeggen is over een bepaald onderwerp, raadplegen ze informatiebronnen en dan weten ze het. Citeren en het verder werken met gevonden vaststellingen behoort tot de goede toon zelfs bij het maken van proefschriften. Het maken van proefschriften is toch het toppunt van scholing, die iemand zich kan aandoen.
Vaststellen kan betekenen constateren, waarbij dus het gegeven zijnde bepaalt wat er vastgesteld wordt, maar het kan ook betekenen: dicteren, als axioma, regel en wet geldend invoeren.
0 reacties