Cultuur en civilisatie vallen niet samen!

Categorieën: 1973-1986 Docent lerarenopleiding, Rijksuniversiteit Groningen | Archief | Eigen boek (1984-1987) | Opstellen | Uiteenzettingen conceptgroepen
Trefwoorden: eigen boek | geredigeerd

Jaap Schot, 1985

De wereld is dat deel van de aarde waar mensen zo dicht opeen wonen dat ze wel met elkaar moeten omgaan, wel rekening met elkaars bestaan moeten houden. Niet om morele redenen, maar gedwongen door de werkelijkheid. De wereld is dat deel van de aarde dat door de mensen niet ‘onbewoond’ of ‘onbevolkt’ wordt genoemd.
Als de bevolkingsdichtheid een bepaalde grootte heeft bereikt, gaan de mensen in groepen het omgaan met elkaar regelen. Het gedrag tussen en binnen zulke groepen wordt gekozen. Niet alleen voor wie het kiezen, maar ook voor anderen.
Met name voor hun kinderen, aan wie ze de resultaten van die keuzes mededelen. Ze geven het aan hen door als waren het geen keuzen, maar gevonden (aangetroffen) niet-technische noodzakelijkheden: morele eisen.

Die verzameling ‘moreel’ genoemde eisen, noemt men de traditie van zo’n groep. Van zo’n groep zegt men dat ze een cultuur heeft. Tot zo’n cultuur rekent men ook de technische vaardigheden van zo’n groep. En de, verder niet als zedelijk (moreel) ervaren, gewoonten. Zoals roken, het gebruik van drugs van allerlei aard, feesten, enzovoort, enzovoort.
Wanneer er binnen zo’n groep lieden komen die zich aan de traditie onttrekken en zich door de anderen laten dienen, is er sprake van een civilisatie. Bij een civilisatie is er sprake van bevoorrechting. Bij gedemocratiseerde en meritocratische civilisaties kan men om die voorrechten – die tot uitdrukking komen in geld, bezit en posities – met elkaar vechten, concurreren, competitie bedrijven.

Cultuur en civilisatie zijn onmengbaar,
als water en olie

Met het gewone taalgebruik streeft men ernaar te ontkennen dat cultuur en civilisatie naast elkaar bestaan. Men poogt het niet-samenvallen te verhullen. De bevoorrechten in de civilisatie hebben er namelijk voordeel van wanneer anderen denken dat de voorrechten­verdeling even heilig, oeroud en onaantastbaar is als de traditie.
Aanvankelijk was de voorrechtenverdeling als resultaat heilig.
Later is

  • het bestaan van ongelijke rechten, en
  • het streven door iedereen naar het in eigen voordeel veranderen van de verdeling daarvan

heilig verklaard.
De uitdrukking daarvoor is: ‘zo is de wereld nu eenmaal’. Of, nog mooier: ‘zo is HET nu eenmaal’.

Het streven naar voordelen en voorrechten van vrijwel alle ingezetenen van een civilisatie, komt erop neer dat zij van elkaar zoveel mogelijk eisen voor zo weinig mogelijk tegenprestatie. Dat heet: iedereen wil het beste kopen voor de laagst mogelijke prijs.
De prijs is het loon en het voordeel van de anderen. Iedereen die de prijzen laag wil houden, wil de lonen en de winsten van anderen laag houden. Met andere woorden, de eigen tegen­prestatie zo gering mogelijk.
Voor de eigen arbeid, voor de diensten die men zelf voor geld voor de ander verricht, wil men het loon zo hoog mogelijk houden. Voor risico dat men neemt, wil men een zo hoog mogelijke winst: dividend.

De uitdrukking hierbij is:
‘de maatschappij eist’

Met name, dat je – al dienend voor geld – je best doet. In deze uitdrukking ligt de betekenis van de term ‘maatschappij’ dicht bij mijn concept ‘civilisatie/ meritocratie’.
Wanneer men spreekt van ‘de samenleving’ is men eveneens bezig de cultuur en de civilisatie samen te vatten in één concept. Ik ga ervan uit dat dát met de reeds genoemde reden gedaan wordt: de strijdigheid te verhullen van

  • de instructies der cultuur (onder andere, solidariteit en gastvrijheid en vriendelijkheid) enerzijds, en
  • de instructies der civilisatie anderzijds.

0 reacties

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Categorieën in Jaap’s teksten

Share This