Ik lees van Alice Miller “het drama van het begaafde kind”. Een psycho‑analytisch boek. Wat kenmerkt haar psycho‑analyse? Eerst, met de meest algemene term gezegd: het onderwerp is de geciviliseerde mens, voorzover herkend en erkend als verknipt. Onderwerp van studie zijn de enkelingen, die worden opgevat als van oorsprong natuurwezens met een door de opvoeding, eigen interpretatiefouten en toeval hen aangebakken persoonlijkheid. Pas als die persoonlijkheid geen onverdeeld succes brengt komen ze bij de psychiater. Centraal staat bij psycho‑analyse het gevoel. Dat gevoel gaat gepaard met gedenk en gedoe, maar het geluksgevoel (levensvreugde noemt zij het) is als doel gesteld. Het geluksgevoel wordt nagestreefd, wat passend is als dat gevoel de meting is van goed leven, zoals de stand van de thermometer de meting is van de temperatuur van de ruimte om de thermometer. Maar zo is het niet. De stand en gang van zaken in de werkelijkheid wordt totaal buiten bespreking gehouden. Die werkelijkheid is voor ons, in ons geval: de civilisatie. Er wordt nu door AM niet van uit gegaan dat er met dat geheel niets mis is, dat er slechts een verzameling (tussen lui die o.k. zijn in wonende) gestoorden is, die hun stoornis doorgeven. Nee, AM stelt dat de patiënt aan dat begrijpen niets heeft, omdat hij er niets bij voelt. Begrijpen, weten is hier gelijkgesteld met, laten blijven steken in het cognitieve oppervlak van het ZIJN. Dat deze gestoorden de toonaangevende stoornis hebben wordt niet gezegd. Toch is dat zo, de aangegeven toon is die van gestoorden. De civilisatie berust op vernederen, want op het zichzelf omhoogwerken. Wie in dat zich omhoogwerken niet of onvoldoende slaagt, komt in een nederige, dat wil zeggen voor zijn leven en welzijn als individu, als natuurwezen, nadelige situatie, komt in nadelige omstandigheden. Het ongelijk verdelen van rechten (inclusief bezit en baan en positie) is onderwerp en doel van de ‘gedemocratiseerde’ civilisatie. Vernederen, eisen stellen en opjagen, vernietigen en bestrijden als natuurwezen zijn geen hobby’s van hier en daar, soms eens een verknipte vrouw die moeder is geworden, het zijn de krachten vanuit de omgeving van die vrouw hier en nu, niet de nawerkingen van haar opvoeding.
Ik geloof à la Skinner dat die nawerkingen al lang zouden zijn uitgedoofd in het geval dat die opvoeding slechts door haar opvoeders was veroorzaakt en onderhouden. Dat de omgeving thuis, op school, op je werk en in je vrije tijdsbesteding ononderbroken speelt met, inspeelt op, onderhoud pleegt aan je opvoeding, maakt die opvoeding tot een blijvend ‘succes’, een ononderbroken dagervaring. Dat die omgeving onbespreekbaar wordt gehouden (voornamelijk door verkeerde begrippensystemen, mystificatie, het afleiden van de aandacht) is het centrale punt, niet dat het opgevoed worden vergeten is en dat het verleden actief zou nawerken. Natuurlijk was het gebroken worden pijnlijk, maar het steeds, elke dag bereden of anderszins gebruikt worden voorkomt dat het paard verwildert en vanuit de afstand van dat verwilderd zijn inziet wat het vroeger ooit overkwam en waaraan dit of dat het hier nu herinnert.
Ik probeer te wijzen op het feit dat de gezamenlijke massa in civilisatie bezig is de enkelingen op school en thuis klein te houden en te gebruiken. Niet het bruikbaar gemaakt worden ooit is het wat de mensen hindert, maar het elkaar in gebruik houden hier en nu. Vanuit die grote omgeving ook komt het feit dat kinderen het bezit zijn van de ouders / de opvoeders. De enkelingen die slaan en vernederen zijn niet de oorsprong maar slechts doorgangspunten van de werking van de anderen, die als massa de sociale omgeving vormen. Ze zijn doorgangspunten van werkingen, ze zijn geen slachtoffer, ze worden niet gedwongen tot wat ze doen, ze doen het omdat ze geen weerstand bieden tegen de suggestie vanuit hun omgeving, de omgeving waarin ze vanaf hun geboorte zijn. Deze mensen zijn in gevangenschap geboren. Ze zijn echter geen paarden en ze weten dan ook wel degelijk beter. Ze worden zoals paarden gebruikt: met herinneringen aan de zweep en met suikerklontjes en met het koppelen van gebruikt‑worden aan uit‑de‑wei‑met‑prikkeldraad‑er‑om‑mogen. Wie werk heeft, krijgt vakantie. Wie werk heeft krijgt geld zodat hij op zijn beurt kan bestellen, opdragen, kopen, zich laten dienen voor geld.
Het is helemaal niet moeilijk dit zo te zien. Wie dit zo ziet herkent het probleem van het gevangen, gebruikt en vernederd zijn als een probleem dat hier en nu speelt tussen hem en wie hem gevangen houden, vernederen en gebruiken. Dat zijn concrete aanwijsbare anderen, zelden zijn dat nog voornamelijk zijn opvoeders. Het zijn lui uit de civilisatie die hem heeft. De civilisatie die hem houdt als vee. Het zijn de lui die als cipier optreden.
Het gaat mij er om er op te wijzen dat het niet bewezen is dat het nodig en/ of nuttig is alsnog te treuren over wat er met je gebeurd is. De centrale vraag is volgens mij “waarom analyseer, begrijp en bespreek je je huidige situatie niet, waarom noem je niet gewoon met naam, functie en toenaam degenen die jou nu via je opvoedingsresultaten hanteren, gebruiken, vernederen en vereren en waarom reken je niet gewoon uit hoeveel tijd, aandacht, energie, geld enzovoorts het je kost je te onttrekken aan dat gebruikt worden.” Het is daarbij van belang goed te beseffen dat ze op jou als je niet opgevoed was die kracht zouden uitoefenen die ze ervoor over hebben om jou of iemand anders ertoe te dwingen te doen wat jij nu doet, hen dienend (al of niet voor geld), bij hen in gebruik.
Je hanteerbaarheid voor hen is de achterkant van jouw onaanspreekbaarheid voor deze analyse van de civilisatie. Jij bespaart hen door die hanteerbaarheid een massa energie. Je bespaart er jou zelf een hoop ellende mee, want ze aarzelen geen moment om veel van die energie in de vorm van mishandelingen aan te wenden.
Onaanspreekbaar (= bruikbaar) zijn is puur een middel om je die zojuist genoemde hoop ellende te besparen die jij verwacht op grond van je vroegere ervaringen en op grond van wat je hoorde over wat elders met anderen was en is.
Ik heb de onaanspreekbaren om mij heen ómgedefinieerd tot robots / computers, tot dingen. Ooit waren ze waarschijnlijk potentiële mensen, nu zijn het voor mij, voor alle praktische doeleinden : dingen. Punt uit. Het is van mij geen wijs gedrag om in elk rijpaard het wilde paard te zien en dat te gaan idealiseren.
Ik heb geen behoefte, neiging, zin meer om op die dingen te schelden en te zeggen: die laten zich kopen voor wat gevoel van ’trots een amerikaan te zijn’, ‘blij in het vrije westen te wonen’ en alle varianten voor elke plaats en elke tijd in de(of, een)civilisatie.
Misschien heb ik gemakkelijk praten, is mij bij toeval weinig aangedaan. Maar ik blijf stellen dat als alles een prijs heeft, als kaas iets kost, waarom moet dan vrijheid gratis zijn. Oh, let wel: ik heb het over mentale vrijheid, we zitten allemaal gevangen in de kooi van onze voorrechten en buiten de voorrechten van anderen. We hebben niet meer dan de gezamenlijke anderen ons vergunnen te bezitten. Ze vergunnen dat aan ons als anoniem figuur die binnen een bepaalde regeling valt. Niemand kent ons, niemand richt zijn gunnen op ons. Een van de meest gangbare en succesvolle manieren van manipuleren/ gebruiken is: de indruk wekken dat de ander iemand voor jou is, voor jou niet zomaar een ding is, niet zomaar een melkkoe, niet zomaar een gebruikersvriendelijke robot / computer waar jij voor jou gunstige gedragingen uit kunt laten komen.
Vroeger stelde ik wel eens: de ander is een robot / computer tot het tegendeel door hem bewezen wordt. Ik vermoed dat het verstandig is te onderkennen dat dat bewijs niet te leveren is. Het is niet duidelijk, bij doordenken, wat een ‘iemand’ zou zijn. Is een wild paard iets anders dan een door de natuurlijke omgeving in plaats van door de civilisatie tot voor hem lustgevend en leedmijdend gedrag gebracht dier?
We denken ons een verschil: de zelfstandigheid, het initiatief, het volledig op zich nemen van alle verantwoordelijkheid voor het feit dat je bestaat en je handhaaft.
Je hebt geen verleden nodig, je hebt alleen een heden nodig. Ook een toekomst heb je niet nodig, want ondanks alle wanen in dit verband, leeft ieder individu dag na dag zonder enige zekerheid van een toekomst.
Waartoe zou je een verleden nodig hebben?
Waartoe zou je mensen nodig hebben met wie je bindingen hebt vanuit een verleden?
Kijk eens wat er gebeurt wanneer iemand aan wie je gebonden was, sterft. Kijk eens wat er gebeurt als je verhuist. Rouw en heimwee kun je oppompen tot enorme gevoelsballonnen. Ook met mogelijkheden, rechten en ruimte die je nu niet hebt, kun je dat doen, dat oppompen. Zoiets doen sommigen bijvoorbeeld in communistisch geregeerde landen wel eens. Maar ook mensen die streven naar een climax in hun carrière zijn zo bezig.
Ik weet niets omtrent wat anderen kunnen. Ik weet niet, kan ook niet weten, of ze aan de bij hen ingebouwde slavendrijver ongehoorzaam kunnen zijn.
0 reacties