Economie en civilisatie

Categorieën: 2000, 1 januari – 2004, 31 december | Archief
Trefwoorden:

Jaap Schot, 28 november 2001

Voor de zoekmachines:
Economie, geweld, dreiging, politiek, politie, maatschappelijke orde, regime, geld, recht, civilisatie, cultuuropdracht, bijbel, wereldgebeuren, doen, gebeuren, misdaad, straf, bezit, eigendom, pesten, mobbing, mode, wilskracht, engagement, trouw, solidariteit, maatschappelijk nut, geloof, vals bewustzijn, mystificatie, bedrog, macht, gezag, theologie, determinisme, vrije wil, vrijheid.
========

Dit is: economie.html van 28-11-01, maar: plus alsnog ingevoegde eindnoten.
Ik wil ‘economie.html’ zo kort houden, omdat het het beeld zo zichtbaar geeft, het beeld van de civilisatie.
Elke verdere uitwerking maakt het moeilijker te zien. Het beeld is dat van de civilisatie: er zijn aanvankelijk drie betrokkenen:

  1. de gebruikte mens, de slaaf dus,
  2. de mensengebruiker en
  3. de bedreiger, die de mensengebruiker helpt.

Later komt daar de praters bij: de priester en de jurist. Die vertellen over de stand en gang van zaken op een manier, met een begrippenapparaat, ieder hun eigen, waarmee ze zeggen dat de macht NIET uit het (uitoefenen van en daarna dreigen met) wapengeweld komt. Niet alleen daaruit, niet ‘ten diepste’ daaruit. Later nog komt de econoom erbij, die vertelt over koop en verkoop alsof het ruilen was. En nog een ander komt op het toneel (exacter: in de school) en vertelt over staatsinrichting en zo, waardoor weer een paar kernbegrippen uit het apparaat dat nodig is om de civilisatie mee te begrijpen los van de rest worden ‘gebracht’. Na de invoering van het gedroomde, verzonnen onware verhaal waarmee verdoezeld wordt, wordt er dan ‘gecompartimentaliseerd’: delen van de onvermijdelijk gekende waarheid worden in aparte begrippengroepen ondergebracht, zodat het geheel niet meer vanzelf als zodanig bewust wordt. Het gehele, voor het begrijpen van het geheel noodzakelijke, begrippenapparaat wordt niet geheim gehouden, maar in aparte porties verdeeld en zo apart gebracht en apart gehouden.
Ook de vakken ‘aardrijkskunde’ en ‘geschiedenis’ zijn zulke ‘hokken’ waardoor propagandistische verwarring en onvolledige analyse worden bevorderd. De aparte ‘landen’ (nationale staten) met hun ‘eigen’ wetten enz. en met hun ‘eigen’ geschiedenis, wekken de indruk dat er geen ‘wereld’ als grootheid daar dwars doorheen werkzaam is. Als het onderwerp van het vak ‘geschiedenis’ begint is het centrale al lang gebeurd: er is al ‘mensengebruik door mensen’, er is al civilisatie en er is ook al leefruimte tekort op het aardoppervlak: er is al een mensenplaag.

Het onderwijzen van (en praten vanuit) deze ‘vakken’ maakt het geheel stuk en verbergt de stukken onder een massa ‘informatie’ en uitwerkende, – niet meer bij en voor het begrijpen van het geheel nodige -, extra begrippen. Het wordt teveel om ineens te vatten. Gedetailleerde beschrijvingen van lichaamsdelen maakt het onmogelijk te achterhalen over welk dier het gaat. Zoiets.
Ik maak nu hier een stuntelig tekeningetje, maar het is wel te zien welk dier het betreft. En daar gaat het mij om.

Economie

Kopen en verkopen zijn de handelingen (daden) waaruit het gebeuren bestaat dat door de economen beschreven wordt. Kopen en verkopen zijn ongelijk aan ruilen: er zijn dingen bijgekomen:

  1. koper en verkoper zijn onder toezicht en bedreiging van een bewapende met elkaar bezig en die bewapende laat zich voor zijn toezicht betalen
  2. tussen koper en verkoper wisselt een ‘goed’, het verkochte, en een alom begeerd ruilmiddel, ‘geld’, van eigenaar. Eigenaar ben je als je iets bezit en die bewapende er op toeziet dat jou dat niet wordt afgepakt, maar van jou blijft tot jij het ruilt bij een koop.
  3. enzovoort. [Ik zal vast wel aan iets belangrijks nu niet denken.]

De bewapenden dreigen met mishandeling en uiteindelijk met doodmaken. Om hen zoveel mogelijk aan het oog te onttrekken staan naast (of beter: voor) de bewapende bedreigers de bijpassende praters. Die noemen de mishandeling ‘straf’, het bedreigen ‘orde handhaven’ en zo meer.
‘Rechten’ en ‘economie’ zijn voor dit deel van het wereldgebeuren wat ‘theologie’ is voor het klimaat, de natuurrampen en zo, die ook deel aan dat gebeuren nemen. Deze ‘wetenschappen’ zorgen ervoor dat men er met verkeerde begrippen over denkt en praat, zodat men het wereldgebeuren kan KENNEN én bespreken, zonder te WETEN (bewust te hebben en onvertekend te kunnen schetsen) hoe het in elkaar steekt.

Rechten

Zo begrijpt menigeen bijvoorbeeld niet waarom de misdaad niet doeltreffend bestreden wordt. Terwijl dat toch heel eenvoudig is: de taak, de maatschappelijke functie, de constructieve bijdrage, van de misdadiger is: ervoor zorgen dat de mensen (die in het systeem gebruikt worden om ze kunstjes, volstrekt onnodigs dus, te laten doen) bang worden en dan wensen dat er veel van die bewapenden rondlopen.
Zodra een vorm van misdaad het systeem of de hooggeplaatsten er in bedreigt, blijkt dat noch wetten noch schaarste van geldmiddelen noch ‘humane overwegingen’ de misdaadbestrijding waarin dan ook beperken. [Schoolvoorbeelden: de bestrijding van de Rote Armee Fraktion in de BRD en die zelfmoordmannen met die torens daar, kortgeleden.] Vooral het voor een ideaal over hebben van je éigen leven stoort enorm. Het maakt zichtbaar dat het uiteindelijk een keuze is om ‘te bedreigen te zijn’, je kunt ook weigeren bedreigbaar te zijn. Dat weigeren én leven, daartegen zet het systeem alle krachten in.

Theologie

THEOLOGIE: en ethiek en zo:
[Een heel klein stapje verder is ook de weerstand tegen het toestaan van zelfdoding precies op diezelfde lijn.] Alle vermindering van angst is tegen het kernidee van ‘rechten’, ‘economie’ en ‘theologie’, tegen de basis van het systeem, de basis van de POLITIEK van de civilisatie:
Dat systeem, die politiek, berust op bang maken en bang houden, op bedreigen en: op het opschepen van allen met een ‘vals bewustzijn’. Het moeilijke (scheld)woord voor bang maken is: terroriseren. Zo noemt men het bang maken dus als een vijand het doet.

Vroeger werd hier en elders wordt nu nog, de om ze te laten gehoorzamen vereiste angst aan de mensen ingeboezemd door bruut optreden van vertegenwoordigers van het systeem, door leger en politie dus. Dat zijn de bedreigers die hier nu door ons als beschermers moeten worden gezien, beschermers van ons tegen andere nationale staten (het gevaar van buiten) en beschermers van ons tegen de misdadigers onder (Engels: ‘between’) ons (het gevaar van opzij). Als we maar niet meer opmerken dat de bedreiging van boven komt, van de bewapende dienaren van diegenen die niets produceren of doen om bij te dragen tot wat er te verdelen is: de edelparasieten.

Openbare terechtstellingen en andere ruwheid vinden we hier nu niet meer, hier wordt de lijfelijke mishandeling van onaangepasten en laagstgeplaatsten (‘armen’) uitgevoerd door die leeftijdsgenootjes die op school diegenen pesten die afwijken: precies zoals herdershonden de schapen op een hoop jagen. Verder is er het pesten op het werk (‘mobbing’) en dat wat mensen over anderen zeggen als ze gezellig bijeen zijn in kroegen en rond sportvelden, enzovoort. Onbetaald terroriseren mogen we dat noemen, vrijwilligerswerk voor het systeem, voor de edelparasieten dus (en hun bewapenden en hun praters). Vandaar ook dat er aan dat probleem (van pesten en zo) niets doeltreffends te doen is [wauwel, wauwel over de menselijke natuur en zo].
Het is nodig dat de mensen bang zijn en wie angst aanmaken zijn dus NUTTIG en waardevol bezig voor het systeem.

Psychologie

PSYCHOLOGIE, daderschap.

Denken we even aan SCHAKEN. Het spelverloop gebeurt, hoewel de zetten gedaan worden. Zo is het ook in wat we zojuist ‘het wereldgebeuren’ noemden (de economie, de politiek). En wat er gebeurt, dat overkomt ons, die onder dat regime en in die tijd leven, bestaan, aanwezig zijn. Iedereen stelt zijn koopdaden en doet wat hem als kunstje om aan geld te komen wordt afgedwongen (zijn ‘werk voor de kost’, dat hij al of niet ‘van zijn hobby gemaakt’ zegt te hebben). Al die daden vormen samen spontaan het geheel van het gebeuren. Dat gebeuren noemen sommigen ‘the ascent of man’ (Bronowski) en anderen: het vervullen van de bijbelse cultuuropdracht (onderwerp de aarde, maak haar u onderdaan). Als iets toch gebeurt, waarom dan niet langs de kant gaan staan juichen? Dat schijnt een vraag te zijn in deze context.
==========
Wat er gebeurt is NIET uit de psychologie en de bedoelingen van de daders te verklaren. Het bedoelen betrof de samenstellende daden, niet de gevolgen en interacties van die daden.
Eerst een voorbeeld van een gevolg: wie anderen ertoe brengt iets te kopen, veroorzaakt, – gegeven dat die bewapenden daar de orde staan te handhaven, de eigendom staan te beschermen -, dat de kopers hun tijd en kunnen moeten gaan verkopen op de ‘arbeidsmarkt’, om weer aan geld te komen. Zo is dus bijvoorbeeld iedere popster een trekpaard voor de economie. Het lijkt daardoor, binnen sommige nationale grenzen alsof de mensen daar van en voor de luxe en zo leven. Ze leven zonder ZELF te hoeven sloven voor het nodige, dat wordt ‘in het buitenland’ door mensen die wel voor het voor hen nodige moeten werken. Die produceren al werkend ‘voor de kost’ het voor hen zelf nodige plus het voor die luxueus levende mensen nodige. Daar zijn die dwingende bewapenden ook veel zichtbaarder en actiever.
Dan een voorbeeld van interacties: het elkaar versterken, veranderen en uitdoven / opheffen bijvoorbeeld.]
=========
Wat de zetten zijn in het schaken, zijn in het wereldgebeuren de koopdaden (welke dan ook en van wie dan ook).
Kopen / verkopen is ruilen onder bedreiging van een machtige, die voor zijn dreigen een vergoeding afdwingt.
==//\\==
Alle macht komt uit de loop van een geweer.
Het vals bewustzijn kent gezag toe
(of noemt macht ‘gezag’).

Wat er voor, na en bij dat kopen gevoeld, gedacht en gezegd wordt en wat er naast dat kopen, met het gekochte bijvoorbeeld, gedaan wordt, dat zijn onwezenlijke oppervlakteverschijnselen van de wereld, of het zijn buitenwereldse dingen.

Het spelverloop van een schaakpartij wordt door geen van de spelers gewenst en/of gedaan. Zo is het ook met het wereldgebeuren (= het draaien van de economie, de geschiedenis die de politici maken, de ontwikkeling van de beschaving door de juristen): het is opgebouwd uit ontelbare daden, maar het geheel dat die spontaan samen vormen, dat kent niemand en was niemand van plan en wenst niemand: geen enkeling en geen subgroep (van een Shell directie tot de massa achter een regering van de een of andere wereldmacht).
Ook alle grote spelers overkomt het spelgebeuren. Hitler, Churchill en Stalin en zo, die hadden veel dingen ook liever anders zien verlopen.

Garnalen
Ieder van ons bevindt zich in de positie van een garnaal, die met de anderen uit een emmer vol soortgenoten in een steil aflopende goot naar de ketel met kokend water gekapt wordt.
Het loopt met niemand goed af en het maakt niets uit

  • of we ons druk maken om dit, of om dat,
  • of dat we ons niet druk maken, niet streven,
  • of we inzien of blind, met illusies, voortsnellen tussen de anderen, naar ons einde,
  • of we solidaire democratische blokken garnalen vormen, of niet,
  • of we ons achter en onder een leider scharen en ons aan hem en elkaar vasthouden,
  • of ons slechts hechten aan één enkele ander,

het maakt niets uit.

Alles ligt wel of niet al van tevoren vast, dat is ook niet van belang: het einde is er na het glijden en dat glijden duurt zo lang tot het over is en we kunnen niet zien welke afstand ons nog scheidt van dat einde.

Het maakt niks uit of we gegoten werden of door onbedoeld en daderloos toeval hier nu glijden; wij glijden en wel zó snel, en wel naar ons einde. Punt, einde verhaal.

De mensheid bestaat evenmin als de garnaalheid.
Er is geen enkel verband met hun leven en positie voor de vangst en na het koken. Alle, ALLE garnalen in de emmer vormen de massa betroffenen: in welke nationale staat ze zich ook verenigen door zich aan elkaar vast te houden.

En de moraal van dit verhaal: er is al leed en ellende genoeg aanstaande, dat niet te vermijden is, wees zo wijs geen extra ellende aan te maken. Geniet van (Engels: enjoy) het moeiteloze glijden, dat is Uw deel van wat er aan prettigs te beleven is.

Afdwingen en bedreigen
Ik hoef niets voor mij onnodigs te doen. Ik ben geboren zonder een bordje (met een levensopdracht of levensdoel er op) om mijn nek. Wat er aan extra’s afgedwongen, bevolen of aanbevolen wordt, is uit ‘het systeem’ afkomstig, kunstjes die parasitaire tijdgenoten / soortgenoten voor zich laten doen, door de bedreigden met of zonder dat valse bewustzijn.

Het hele systeem ‘wereld’ berust op de bedreigbaarheid van de kopers en verkopers van ‘goederen en diensten’ en van hun tijd, aandacht, energie, vaardigheden, enz.. Die kopers / verkopers moeten bang zijn voor wat de machtigen hen kunnen (laten!) aandoen, in wezen, als het er op aankomt: bang voor de dood. [Zie daarvoor: Canetti in Massa en Macht, over ‘het bevel’, dat hij herkent als: de doodsdreiging.]
Die mannen die die twee torens hebben vernield waren niet bang voor de dood. DAT is de reden waarom ze een bedreiging zijn, de mensen die daar niet bang voor zijn, voor “alles waar wij voor staan” zoals onze politici het zeggen.
Wereldwijde handel in menselijke arbeid. De ondernemer koopt de arbeid daar waar ze het goedkoopste is en dat is daar waar het bang maken het doeltreffends gebeurt. En dat is daar waar de dreiging van het verhongeren en creperen reëel wordt gemaakt en gehouden en vertoond.
Ja, daar staan ze voor en naar keuze kan de hoorder zich tot dat ‘wij’ rekenen of niet. Daarin is hij net zo vrij als die garnalen op die glijgoot.

 

Civschets
Correcties en aanvullingen: 30-11-01 12:04:00:

========
Voor de zoekmachines:
Economie, geweld, dreiging, politiek, politie, maatschappelijke orde, regime, geld, recht, civilisatie, cultuuropdracht, bijbel, wereldgebeuren, doen, gebeuren, misdaad, straf, bezit, schuld, eigendom, pesten, mobbing, mode, wilskracht, engagement, trouw, solidariteit, maatschappelijk nut, geloof, vals bewustzijn, mystificatie, bedrog, macht, gezag, theologie, determinisme, vrije wil, vrijheid, begrijpen, beeldspraak.
========
Kort begrip van ‘leven in een civilisatie’.
==========================

Ik schets hieronder het beeld van een [c.q. DE (“onze”)] civilisatie. Schetsen is: zo zuinig mogelijk tekenen. Treffend tekenen. Elke verdere uitwerking maakt het moeilijker te zien.

Dit is het schetsbeeld van de civilisatie.
Het is een schets ‘van woorden’, gemaakt met begrippen. Er is een begrippenapparaat nodig om deze schets te maken. Dat apparaat moet zo klein mogelijk zijn maar de kernbegrippen allemaal bevatten. Een kort gehouden begrip dus.

Het nut van deze schets is dat de berichten en commentaren en ook de inhoud van de heilige boeken er in plaatsnémen . Boeken zijn allemaal geschreven en het schrijven is uitgevonden binnen de civilisatie, dus in de situatie waarin  mensen door mensen werden gehouden als gebruiksvee.  Het hier geschetste is in die boeken, berichten en commentaren voorondersteld (een vanzelfsprekend iets). Dat ‘wat je hoort en leest en opmerkt’ er in plaatsneemt, in deze schets, dat geldt voor mij en voor ieder ander. [Niet geloven, uitproberen, laten gebeuren. Nooit iets geloven.]

Er zijn in de civilisatie aanvankelijk drie betrokkenen:
1. de gebruikte mens, de slaaf dus,
2. de mensengebruiker en
3. de bedreiger, die de mensengebruiker helpt.

Later komen daar de praters bij: de priester en de jurist. Zij kweken het vals bewustzijn, in de hoorders: in de ‘gebruikte mensen’ en op den duur zelfs in ‘gebruikers van mensen’.
Hun centrale begrip is het verzinsel schuld. Het recht van de machtige, de gebruiker, is de (eigen) schuld van de door hem gebruikte. Ze vertellen over de stand en gang van zaken op een manier, met een begrippenapparaat, ieder hun eigen, waarmee ze zeggen dat de macht NIET uit het (uitoefenen van en daarna dreigen met) wapengeweld komt. Niet alléén daaruit, niet ‘ten diepste’ daaruit. Het recht komt van God of berust op afspraak.
Die ‘God’ was een prachtig verzinsel en die afspraak was nooit door de nu zogenaamd betrokkenen gemaakt en dus niet bestaand.

Later nog komt de econoom erbij, die vertelt over koop en verkoop alsof het ruilen was.
En nog een ander komt op het toneel (exacter: in de school) en vertelt over staatsinrichting en zo, waardoor weer een paar kernbegrippen uit het apparaat dat nodig is om de civilisatie mee te begrijpen los van de rest worden ‘gebracht’.
==//\\==

Iedereen in de civilisatie KENT onvermijdelijk uit eigen ervaring flink wat waarheid omtrent de stand en gang van zaken, die ‘maatschappelijk’ of ‘sociaal’ of zo genoemd worden.
Door het invoeren van die ‘vakken’ wordt er ‘gecompartimentaliseerd’: delen van de onvermijdelijk gekende waarheid worden in aparte begrippengroepen ondergebracht, zodat het geheel niet meer vanzelf als zodanig (als één geheel dus) bewust wordt, gedacht, ervaren en besproken wordt dus.
Het gehele, – voor het begrijpen van het geheel noodzakelijke -, begrippenapparaat wordt niet geheim gehouden, maar in aparte porties verdeeld en zo kapot ‘gebracht’ en kapot  gehouden.
Ook de vakken ‘aardrijkskunde’ en ‘geschiedenis’ zijn zulke ‘hokken’ waardoor propagandistische verwarring en onvolledige analyse worden bevorderd. De aparte ‘landen’ (nationale staten) met hun ‘eigen’ wetten enz. en met hun ‘eigen’ geschiedenis, wekken de indruk dat er geen ‘wereld’ als grootheid daar dwars doorheen werkzaam is. Als het onderwerp van het vak ‘geschiedenis’ begint, is het centrale al lang gebeurd: er is al ‘mensengebruik door mensen’, er is al civilisatie en er is ook al leefruimte tekort op het aardoppervlak: er is al een mensenplaag.
==========
 Het onderwijzen van (en praten vanuit) deze ‘vakken’ maakt het geheel (het benodigde begrippenapparaat) stuk en verbergt de stukken onder een massa ‘informatie’ en uitwerkende, – niet meer bij en voor het begrijpen van het geheel nodige -, extra begrippen. Het wordt teveel om ineens te vatten. Gedetailleerd beschrijven van lichaamsdelen maakt het onmogelijk te achterhalen over welk dier het gaat. Zoiets.

Ik maak nu hier een stuntelig schetsje, maar het is wel te zien welk dier het betreft. En daar gaat het mij om.
==//\\== 

Economie.
======
Kopen en verkopen zijn de handelingen (daden) waaruit het gebeuren bestaat dat door de economen beschreven wordt. Kopen en verkopen zijn ongelijk aan ruilen: er zijn dingen bijgekomen:
1. koper en verkoper zijn onder toezicht en bedreiging van een bewapende met elkaar bezig en die bewapende laat zich voor zijn toezicht betalen
2. tussen koper en verkoper wisselt een ‘goed’, het verkochte, en een alom begeerd ruilmiddel, ‘geld’, van eigenaar. Eigenaar ben je als je iets bezit en die bewapende er op toeziet dat jou dat niet wordt afgepakt, maar van jou blijft tot jij het ruilt bij een koop.
3. enz. [Ik zal vast wel aan iets belangrijks nu niet denken.]
==//\\==

De bewapenden dreigen met mishandeling en uiteindelijk met doodmaken. Om hen zoveel mogelijk aan het oog te onttrekken staan naast (of beter: voor) deze bewapende bedreigers de bijpassende praters. Die noemen de mishandeling ‘straf’, het bedreigen ‘orde handhaven’ en zo meer.
‘Rechten’ en ‘economie’ zijn voor dit deel van het wereldgebeuren wat  ‘theologie’ is voor de ziekten, de dood, het klimaat, de natuurrampen enzovoorts , die ook deel aan dat gebeuren nemen. Deze ‘wetenschappen’ zorgen ervoor dat men er met verkeerde begrippen over denkt en praat, zodat men het wereldgebeuren kan KENNEN én bespreken, zonder te WETEN (bewust te hebben en onvertekend te kunnen schetsen) hoe het in elkaar steekt.
==//\\==

RECHTEN.

Zo begrijpt menigeen bijvoorbeeld niet waarom de misdaad niet doeltreffend bestreden wordt. Terwijl dat toch heel eenvoudig is: de taak, de maatschappelijke functie, de constructieve bijdrage, van de misdadiger is: ervoor zorgen dat de mensen (die in het systeem gebruikt worden om ze kunstjes, volstrekt onnodigs dus,  te laten doen) bang worden en dan wensen dat er veel van die bewapenden rondlopen.
 Zodra een vorm van misdaad het systeem of de hooggeplaatsten er in bedreigt, blijkt dat noch wetten noch schaarste van geldmiddelen noch  ‘humane overwegingen’ de misdaadbestrijding waarin dan ook beperken. [Schoolvoorbeelden: de bestrijding van de Rote Armee Fraktion in de BRD en die zelfmoordmannen met die torens daar, kortgeleden.] Vooral het voor een ideaal over hebben van je éigen leven stoort enorm. Het maakt zichtbaar dat het uiteindelijk een keuze is om ‘te bedreigen te zijn’, je kunt ook weigeren bedreigbaar te zijn. Dat weigeren én leven, daartegen zet het systeem alle krachten in.

THEOLOGIE: en ethiek en zo:
[Een heel klein stapje verder is ook de weerstand tegen het toestaan van zelfdoding precies op diezelfde lijn.] Alle vermindering van angst is tegen het kernidee van ‘rechten’, ‘economie’ en ‘theologie’, tegen de basis van het systeem, de basis van de POLITIEK van de civilisatie:
Dat systeem, die politiek, berust op bang maken en bang houden, op bedreigen en: op het opschepen van allen met een ‘vals bewustzijn’. Het moeilijke (scheld)woord voor bang maken is: terroriseren. Zo noemt men het bang maken dus als een vijand het doet.
==//\\==

Vroeger werd hier en elders wordt nu nog, de om ze te laten gehoorzamen vereiste angst aan de mensen ingeboezemd door bruut optreden van vertegenwoordigers van het systeem, door leger en politie dus. Dat zijn de bedreigers die hier nu door ons als beschermers  moeten worden gezien, beschermers van ons tegen andere nationale staten (het gevaar van buiten) en beschermers van ons tegen de misdadigers tussen ons, ‘uit ons midden’ (het gevaar van opzij). Als we maar niet meer opmerken dat de bedreiging van boven komt, van de bewapende dienaren van de edelparasieten: diegenen die niets produceren of doen, om bij te dragen tot wat er te verdelen is. [Met opzet ongelijk te verdelen.]
======
Openbare terechtstellingen en andere ruwheid vinden we hier nu niet meer, hier wordt de lijfelijke en psychische mishandeling van onaangepasten en laagstgeplaatsten (‘armen’) uitgevoerd door die leeftijdsgenootjes die op school diegenen pesten die afwijken: precies zoals herdershonden de schapen op een hoop jagen. Verder is er het pesten op het werk (‘mobbing’) en dat wat mensen over anderen zeggen als ze gezellig bijeen zijn in kroegen en rond sportvelden, enz.. Onbetaald terroriseren mogen we dat noemen, vrijwilligerswerk voor het systeem, voor de edelparasieten dus (en hun bewapenden en hun praters). Vandaar ook dat er aan dat probleem (van pesten en zo) niets doeltreffends te doen is [wauwel, wauwel over de menselijke natuur en zo].
Het is nodig voor het systeem dat de mensen bang zijn en wie angst aanmaken zijn dus NUTTIG en waardevol bezig voor het systeem.
==//\\==

PSYCHOLOGIE, daderschap.

Denken we even aan SCHAKEN. Het spelverloop gebeurt, hoewel de zetten gedaan worden. Zo is het ook in wat we zojuist ‘het wereldgebeuren’ noemden (de economie, de politiek). En wat er gebeurt, dat overkomt ons, die onder dat regime en in die tijd leven, bestaan, aanwezig zijn. Iedereen stelt zijn koopdaden en doet wat hem als kunstje om aan geld te komen wordt afgedwongen (zijn ‘werk voor de kost’, dat hij al of niet ‘van zijn hobby gemaakt’ zegt te hebben). Al die daden vormen samen spontaan het geheel van het gebeuren. Dat gebeuren noemen sommigen ‘the ascent of man’ (Bronowski) en anderen: het vervullen van de bijbelse cultuuropdracht (onderwerp de aarde, maak haar u onderdaan). Als iets toch gebeurt, waarom dan niet langs de kant gaan staan juichen? Dat schijnt een vraag te zijn in deze context.
==========
Wat er gebeurt is NIET uit de psychologie en de bedoelingen van de daders te verklaren. Het bedoelen betrof de samenstellende daden, niet de gevolgen en interacties van die daden. Die gevolgen kunnen mensen niet voorzien. Hun waarnemingsvermogen en hun bevattingsvermogen zijn daarvoor te gering en de omgeving is ononderbroken aan het veranderen.
 Eerst een voorbeeld van een gevolg: wie anderen ertoe brengt iets te kopen, veroorzaakt, – gegeven dat die bewapenden daar de orde staan te handhaven, de eigendom staan te beschermen -, dat de kopers hun tijd en kunnen moeten gaan verkopen op de ‘arbeidsmarkt’, om weer aan geld te komen. Zo is dus bijvoorbeeld iedere popster een trekpaard voor de economie. Het lijkt daardoor, binnen sommige nationale grenzen, alsof de mensen daar van en voor de luxe en zo leven. Ze leven zonder ZELF te hoeven sloven voor het nodige, dat wordt ‘in het buitenland’ gedaan, door mensen die wél voor het voor hen nodige moeten werken. Die produceren al werkend ‘voor de kost’ het voor hen zelf nodige plus het voor die luxueus levende mensen nodige. Daar zijn die dwingende bewapenden ook veel zichtbaarder en actiever.
Dan voorbeelden van interacties:
· elkaar versterken,
· elkaar veranderen
· elkaar uitdoven
· elkaar opheffen.

=========

Wat de zetten zijn in het schaken, zijn in het wereldgebeuren de koopdaden (welke dan ook en van wie dan ook).
Kopen / verkopen is ruilen onder bedreiging van een machtige, die voor zijn dreigen een vergoeding afdwingt.
Wat er voor, na en bij dat kopen gevoeld, gedacht en gezegd wordt en wat er naast dat kopen, met het gekochte bijvoorbeeld, gedaan wordt, dat zijn onwezenlijke oppervlakteverschijnselen van de wereld, of het zijn buitenwereldse dingen. 

==//\\==

Alle macht komt uit de loop van een geweer.
Het vals bewustzijn kent gezag en (voor)recht toe:
(voor de gebruikte heet macht ‘gezag’ en voor de gebruiker heet macht  ‘recht’ ).

==//\\==

========
 Het spelverloop van een schaakpartij wordt door geen van de spelers gewenst en/of gedaan. Zo is het ook met het wereldgebeuren (= het draaien van de economie, de geschiedenis die de politici maken, de ontwikkeling van de beschaving door de juristen): het is opgebouwd uit ontelbare daden, maar het geheel dat die spontaan samen vormen, dat kent niemand en was niemand van plan en wenst niemand: geen enkeling en geen subgroep (van een Shell directie tot de massa achter een regering van de een of andere wereldmacht).
 Ook alle grote spelers overkomt het spelgebeuren. Hitler, Churchill en Stalin en zo, die hadden veel dingen ook liever anders zien verlopen.
========
 Ieder van ons bevindt zich in de positie van een garnaal, die met de anderen uit een emmer vol soortgenoten in een steil aflopende goot naar de ketel met kokend water gekapt wordt.
Zoals die garnalen in die glijgoot, zo zijn wij in deze (c.q. DE, “onze”) civilisatie.
Het loopt met niemand goed af en het maakt niets uit
· of we ons druk maken om dit of om dat
· of dat we ons niet druk maken, niet streven,
· of we inzien of blind, met illusies, voortsnellen tussen de anderen, naar ons einde.
· Of we solidaire democratische blokken garnalen vormen, of niet,
· of we ons achter en onder een leider scharen en ons aan hem en elkaar vasthouden,
· of ons slechts hechten aan één enkele ander,
het maakt niets uit.
=======
Alles ligt wel of niet al van tevoren vast, dat is ook niet van belang: het einde is er na het glijden en dat glijden duurt zo lang tot het over is en we kunnen niet zien welke afstand ons nog scheidt van dat einde.
========
Het maakt niks uit of we gegoten werden of door onbedoeld en daderloos toeval hier nu glijden; wij glijden en wel zó snel, en wel naar ons einde. Punt, einde verhaal.
=======
De mensheid bestaat evenmin als de garnaalheid.
Er is geen enkel verband met hun leven en positie voor de vangst en na het koken. Hetgeen gebeurt treft alle, ALLE garnalen in de emmer (alle ‘burgers’ in deze civilisatie). Zij vormen de massa die het betreft: in welke nationale staten of zo er zich ook verenigen door zich aan elkaar vast te houden.
=======
En de moraal van dit verhaal: er is al leed en ellende genoeg aanstaande, dat niet te vermijden is, wees zo wijs geen extra ellende aan te maken. Geniet van (Engels: enjoy) het moeiteloze glijden, dat is Uw deel van wat er aan prettigs te beleven is.
=======
Ik hoef niets voor mij onnodigs te doen. Ik ben geboren zonder een bordje (met een levensopdracht of levensdoel er op) om mijn nek. Wat er aan extra’s afgedwongen, bevolen of aanbevolen wordt, is uit ‘het systeem’ afkomstig, kunstjes die parasitaire tijdgenoten / soortgenoten voor zich laten doen, door de bedreigden met of zonder dat valse bewustzijn.
========
 Het hele systeem ‘wereld’ berust op de bedreigbaarheid van de kopers en verkopers van ‘goederen en diensten’ en van hun ‘tijd, aandacht, energie, vaardigheden, enz.’ als ‘arbeid’ op die markt. Die kopers / verkopers moeten bang zijn voor wat de machtigen hen kunnen (laten!) aandoen, in wezen, als het er op aankomt: bang voor de dood. [Zie daarvoor: Canetti in Massa en Macht, over ‘het bevel’, dat hij herkent als: de doodsdreiging.]
 Die mannen die die twee torens hebben vernield waren niet bang voor de dood. DAT is de reden waarom ze een bedreiging zijn, de mensen die daar niet bang voor zijn, voor “alles waar wij voor staan” zoals onze politici het zeggen.
Wereldwijde handel in menselijke arbeid. De ondernemer koopt de arbeid daar waar ze het goedkoopste is en dat is daar waar het bang maken het doeltreffends gebeurt. En dat is daar waar de dreiging van het verhongeren en creperen reëel wordt gemaakt en gehouden en vertoond.
Ja, daar staan ze voor en naar keuze kan de hoorder zich tot dat ‘wij’ rekenen of niet. Daarin is hij net zo vrij als die garnalen op die glijgoot.
//30-11-01 12:58\\==||

 

0 reacties

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Categorieën in Jaap’s teksten

Share This