Jaap Schot, 12 maart 1986
Ik trof de antwoorden op vragen die ik nog niet had, aan als bevelen en lessen. Ik had nog niet de vragen omtrent hoe ik me zou moeten gedragen tegenover andere mensen en tegenover dieren en planten en dingen en spul en het milieu. Opvoeders en onderwijzers gaven mij aanwijzingen hoe ik me diende te gedragen. Die aanwijzingen waren antwoorden op die afwezige vragen.
Men gaf mij die antwoorden in plaats van mij eerst tot de vragen te brengen. Nog beter zou het zijn geweest mij tot die vragen te laten komen, mij aanmoedigend. Men had mij kunnen dienen door mij de begrippen aan te reiken, die voor het formuleren van die vragen geschikt zijn.
Gelukkig heeft men, in mijn concrete geval, nagelaten mij de gebruikelijke begrippen aan te reiken. Begrippen waarin de vragen geformuleerd worden voor de – tot misdadigheid leidende – antwoorden, die in omloop zijn. De gebruikelijke begrippen waarop ik doel zijn die waarmee de levende wezens worden ingedeeld in ‘mensen’ en ‘lagere levensvormen’. En de ‘lagere levensvormen’ in ‘dieren’ en ‘ongedierte’, in ‘kruiden’ en ‘onkruid’.
Ook doel ik op die begrippen waarmee de mensen worden ingedeeld in ‘wij’ en ‘zij’, ‘normalen’ en ‘gekken’, ‘goeden’ en ‘slechten’, rassen, aanhangers van doctrines en van losse waarden, medestanders en tegenstanders, bondgenoten en vijanden.
Gevangenschap en niet-passende antwoorden
Er treedt gevangenschap op wanneer een groot aantal mensen zich voortdurend bij elkaar ophoudt, zonder dat wie daartoe neiging voelt zomaar weg kan gaan bij de rest vandaan, de voor mensen bewoonbare wildernis in. Pas die gevangenschap brengt de spanningen binnen een groep. De duur kenmerkt de spanning. Zodra, zolang en in zoverre vluchten niet kan (vluchten is de echte oplossing voor onenigheid die niet kan worden uitgevochten) komt er spanning in de groep: gevangenisproblematiek. Voor die gevangenisproblemen zijn als oplossingen bedoeld de gedragsaanwijzingen die men ons leerde als gewoonten, fatsoen, moraal, ethiek, wetten en regels.
Zolang we de vraag niet hebben, hebben we het antwoord niet nodig. Zolang we het probleem niet hebben, hebben we de oplossing niet nodig. De antwoorden en oplossingen die men ons laat leren en in praktijk laat brengen zijn voor ons pas antwoorden en oplossingen als de vragen en problemen de onze zijn geworden.
Dat wil zeggen: als we ze in en voor onszelf, opgemerkt, bewust gemaakt, begrepen, verwoord en uitgesproken hebben, dan pas is het tijd voor de anderen om het gebruikelijke antwoord (in overweging) te geven.
Hier te lande heden ten dage hebben alle kinderen gedurende de eerste zestien jaar van hun leven slechts op school arbeid te verrichten. Er is dan ook tijd genoeg om aandacht en energie aan het vinden, herkennen, formuleren en bespreken van de vragen in kwestie toe te komen alvorens over de antwoorden te beginnen.
Bevrijding is niet de bedoeling
De genoemde antwoorden [gewoonten, (stam-)traditie, adat, fatsoen, moraal, religieuze doctrines, politieke partijleren, enz. enz.] zijn niet bedoeld om te bevrijden uit de groep, maar om het binnen de groep verblijven, te regelen.
De genoemde antwoorden zijn ook niet gericht op het ophouden met het laten volgroeien van het aardoppervlak met vestigingen van mensen. Het verlossende woord is niet in omloop, hoewel het vaak uitgesproken is en uitgeschreven. Evenmin is er enige echte oplossing tussen de gebruikelijke gesuggereerde en bevolen oplossingen.
Velen leven van het verkondigen en afdwingen van de gebruikelijke antwoorden en oplossingen: de priesters, de politie, de rechters, de onderwijzers enz. enz.. Vele mensen zijn zo bang en onzeker en/of zo belust op het op hun beurt dwingen van (zwakkere) anderen, dat ze onbezoldigd deze beroepsregelhandhavers helpen, door hun kinderen en andere aan hen ondergeschikten ‘op te voeden’ en ‘op het rechte pad (terug) te brengen en te houden’.
Passen we het bovenstaande aan het gestelde in het voorwoord van “Mijn definitieve boek”
*
, dan komt het hierop neer: alleen, tussen (‘bij’) anderen en met anderen moeten we ons weten te gedragen als we ’thuis’, ‘van huis’ of ‘op ons werk’ zijn. Er doen zich, met andere woorden, in die vele verschillende situaties vragen en problemen voor. Alsof ze die voorkomende vragen en problemen konden voorzien, rustten ze ons uit met pasklare – maar vaak, niet-passende – confectieoplossingen en confectieantwoorden.
‘Ze’ deden dat, onze opvoeders, onze instructeurs, onze onderwijzers. Vaak, maar niet altijd, te goeder trouw, wat die uitdrukking ook mag betekenen. Ze bedoelden niet ons te schaden, ze bedoelden vaak niet eens meer zichzelf te bevoordelen en/of te beschermen. Ze bedoelden helemaal niets, ze streefden helemaal niets na. Met hun gedachten waren ze er niet bij. Ze deden gewoon na wat hen was aangedaan. En ze deden mee met waar hun tijdgenoten aan bezig waren.
Valt er iemand iets te verwijten?
Meer valt hen niet te verwijten dan dat ze nooit zelf merkten dat ook hen het initiatief was ontnomen. Meer valt hen niet te verwijten dan dat ze nooit inzagen dat het voortgaan en meegaan met wat er al gaande is, niet vanzelfsprekend en/of vanzelfsprekend goed is. Het heeft natuurlijk geen enkele zin om wie dan ook wat dan ook te verwijten. Aan een handelend iemand in je omgeving is evenmin iets te verwijten als aan een windvlaag. Er zit niets achter een windvlaag, er zit niets achter een handelend persoon in je omgeving.
Zodra, zolang en in zoverre je een ander mens nog opvat als aanspreekbaar, in onderscheid van een onaanspreekbaar natuurverschijnsel als een windvlaag, leef je in een illusoire wereld, ben je begoocheld. Velen willen die begoocheling handhaven. Ook dat is niemand te verwijten.
Die begoocheling is ook alleen maar een natuurverschijnsel, even onverschillig jegens mij als het lichten der sterren. Ooit zal iedereen die tot zichZELF als individu wil komen, zich bewust moeten durven worden van het feit dat het heelal geen – op de mensen gerichte – couveuse of folterkamer is. De mensen waartussen je leeft, zijn evenzovele automaten voor jou. Als ze al gedachten zouden hebben, zouden die in ieder geval voor jou onkenbaar, en – zo al verwoord, dan – onverstaanbaar zijn. In ieder geval is de proef op de som of er sprake zou kunnen zijn van verstaan, niet te nemen.
Is het bestrijden van illusies wel mogelijk?
Zij die met illusies leven weten dat zelf volledig. Ze geven het zichzelf en anderen toe, zo is mijn ervaring. Maar ze willen geen gezeur aan hun hoofd van lui die illusies bestrijden, zoals de kruisvaarders de Turken bestreden. Iedereen, zo luidt de afspraak in het vrije westen, moet in zijn waarde gelaten worden. Dat wil zeggen, met rust bij zijn illusies.
Ik kan geen aandrang in mij bespeuren mijn tijdgenoten lastig te vallen met deze inzichten. Slechts als ik er om den brode toe kom, kom ik er toe. Als ik ertoe gedwongen word dus. Te dwingen ben ik, want ik ben in de macht van mijn tijdgenoten, die nu eenmaal alles wat nodig is voor mijn leven en welzijn in bezit hebben. Te verleiden ben ik misschien ook, maar dan niet met de gewone burgermensen-begeerten zoals rookwaar, alcohol, een auto en andere verslavingsrommel. Met applaus hebben ze het nog niet geprobeerd, maar ik weet dat het onverstandig is daarop in te gaan.
Ik vermoed dat er meer verlangen is naar nieuwe illusies dan naar heldere formuleringen van de waarheid, omtrent onze gevangenschap door elkaars te grote nabijheid.
Zeker, er zijn wolven in het schapenhok,
maar er zijn ook gewoon teveel schapen in het hok.
Ze onthouden elkaar de nodige ruimte door hun bestaan. En deze ruimte verminderen ze verder door hun vermenigvuldiging, hun toename door voortplanting.
Wij, tijdgenoten weten allen wat er mis is met de mensenmassa. Alleen weten we ook dat het uitspreken van de waarheid niets ten positieve of ten negatieve aan de werkelijkheid verandert. Alleen een voorstel voor een moeiteloze, aan allen voordeel biedende, oplossing heeft enige kans erop aangenomen en uitgevoerd te worden. Maar die oplossing heb ik niet gevonden. Daarom denk ik dat ik er verstandig aan doe, niet vrijwillig te publiceren.
*) [red.] Voorwoord van hieronder genoemde “Gerelateerde tekst”.
0 reacties