Jaap Schot, 12 mei 1984
KORTE INHOUD:
‘SLAVEN’ noem ik mensen die op buitenbesturing staan en die een ZIN voor hun bestaan zoeken; die ZIN is niet meer dan een plaats en functie (gevolgen) in een groter geheel. De denker met de slavenmentaliteit denkt gewoon zich het grote zingevende geheel steeds groter, tot het heelal (de kosmos) toe; daarvan kan hij eindelijk gelukkig niet meer de zinloosheid en leegte inzien, hij kan er een zin in projecteren, en dat was voor het combineren van een slavenmentaliteit met de wens om een consistent wereldbeeld te denken (rationaliteit)nodig. De zinvolheid als positief wordt ook tot uiting gebracht door het vernietigen van hetgeen niet een taak, ja zelfs zijn bestemming (bedoelde taak) vervult: het grofvuil. Zowel de soeverein als de “Penner” (dakloze vervuilde drankzuchtige stadszwerver) zijn uitersten binnen de slavensamenleving. De tegenwoordige slaaf is dat slechts part-time slaaf en wel van de andere part-time slaven, want iedere slaaf is hier tegenwoordig ook part-time heerlijk bezig, als soevereine koper, kiezer en wegwerper (vernietiger van mogelijkheden). Dit alles doet men zonder het inspirerende verhaal erbij te vertellen. Het wordt onbewust gedaan. Iedereen die deel uitmaakt van deze samenleving van slaven heeft er voordeel van dat dit alles onverwoord blijft, en onbegrepen dus door diegenen die (nog) in een voor rechtarme beginnerssituatie zijn, de kinderen en de “idealistische” jongeren.
Het centrale gedragskeuzebepalende spel der mensen is het streven naar zoveel heer-zijn als men maar krijgen kan als speler en het streven naar zo weinig mogelijk slaaf-zijn.
MAAR: GEEN ENKELE SPELER WIL HET SPEL (DE SLAVERNIJ/DE SOEVEREINITEIT) AFSCHAFFEN. INTEGENDEEL :HET SPEL MAAKT HET SUCCES MOGELIJK EN IS DAAROM ALLER WENS. DE INZET VAN HET SPEL IS ALLES WAT HEERLIJK IS, niet slechts HET BEZIT, niet slechts HET RECHT OP GOEDEREN EN DIENSTEN, niet slechts MACHT, niet slechts GLANSROLLEN (in de dramaturgie van het menselijke leven),niet slechts HET ZINVOL BESTAAN (het iets betekenen voor en herinnerd en gemist zullen worden door anderen).
Er is aan dit alles, aan dit spel, niets natuurlijks of menselijks (in de normerende betekenis van dat woord), het is alleen maar de civilisatie, de slavenmaatschappij, waarin de onthoofde koning en de van zijn slaven beroofde heer werden opgevolgd door Koning Klant en door de kiezer.
Dit is het spel, dat ons in gewoonten en in besprekingswijzen van de stand en gang van zaken , in onze taal dus, is overgeleverd en aangeleerd. Niet meedoen wordt bestraft.
=einde inleiding=
0 reacties