Jaap Schot, 11 februari 1985

Werktitel van mijn boek:

MIJN BOEK

flaptekst:

In dit boek behandelt de schrijver vier onderwerpen:

1. wat bedoelen we als we waarheid zeggen?
2. hoe zit de wereld in elkaar?
3. taal wat doen we daarmee?
4. wat kan de lezer met behulp van dit boek doen?

In het eerste boek, over waarheid stelt de schrijver dat ware uitspraken te doen zijn met behulp van begrippensystemen. We kunnen dus waarheid spreken en onwaarheid spreken.
Waarheid is niet van begrippen gemaakt, waarheid is niet van woorden gemaakt. Waarheid is dat wat we kennen. Als er geen kennende levende wezens zijn, is er geen waarheid, dan is er alleen maar de werkelijkheid, kenbaar, maar ongekend. Ware uitspraken kunnen in opgetekende toestand bewaard worden, dan is die waarheid bekend, maar ze kan ongekend, vergeten, zijn. Tot kennis komen we door waarnemen en ervaren. Kennis is altijd waar en de gekende werkelijkheid is altijd slechts hetgeen hier en nu gegeven is. Onwaarheid kan niet gekend worden, wel geloofd. Waarheid is niet over te dragen, iedereen kan ze nemen, niemand kan ze bezitten. Waarheid is kennis en is altijd per definitie: geheim, door de onmogelijkheid van overdragen.

In het wereldboek wordt verteld hoe de mensen de wereld als opgedeeld in terreinen ervaren, opvatten en beleven. De samenleving bestaat doordat de levende mensen haar hier en nu doen zijn en ze is zoals ze is, doordat de mensen die haar vormen haar zo vormen. De aarde, het klimaat en het leven daarop vormen de omgeving waarin de samenleving zich bevindt en waardoor de samenleving ook beïnvloed wordt. Het aardrijkskundig, natuurkundig, scheikundig en biologisch beschrijfbare milieu van de samenleving vormt de samenleving niet en doet haar niet bestaan, zomin als de zee het ecosysteem ‘koraalrif’ doet bestaan en vormt.
In dit boek wordt uiteengezet hoe het wereldtoneel niet door individuen, maar door IETSen wordt gevuld, die door levende spelers worden vertegenwoordigd, voor hun beleving. Dat wereldtoneel en die IETSen zijn slechts concepten, verzinsels, maar ondertussen.

In het derde boek, over taal en taalgebruik, wordt uitgelegd hoe de taal voor eigen helderdheid van bewustzijn kan worden gebruikt, maar ook om te vechten met anderen en om de gekende waarheid omtrent de werkelijkheid buiten eigen en andermans bewustzijn te houden.
In dit boek wordt ook uitgelegd hoe men met beelden werkt om relaties aan te geven, waarvoor men geen namen in gebruik genomen heeft.

In de uitleiding wordt beschreven wat de lezer met en na het lezen van het boek kan doen: zelf uitschrijven wat zijn brein hem in het bewustzijn brengt en zodoende ontkomen aan het leven vanuit en met informatie, met een tweedehands taal en tweedehands beelden.