God bestaat, als enige

Categorieën: 2000, 1 januari – 2004, 31 december | Archief
Trefwoorden: geestesoor | God | het begrip 'bestaan' | taal | verzinsels

Jaap Schot, 31 juli 2003

God bestaat als enige. Alles waar wij weet van hebben met onze beste natuurwetenschap is ononderbroken aan het veranderen, bestaat dus niet, maar is dynamisch, gebeurt. God staat als schepper (wat ‘scheppen’ ook mag betekenen) en eeuwige (= buitentijdige) niet in de ruimte, Hij bestaat, is, van (“in”) eeuwigheid (in tijdtermen uitgedrukt, wat dus niet kan:) van voor de oerknal tot (“in”) eeuwigheid (in tijdtermen uitgedrukt, wat dus niet kan:) ook ná de laatste slurp, waarin de laatste twee zwarte gaten elkaar innemen. De tijd bestaat tussen oerknal en einde laatste slurp, zo vertelde het populair wetenschappelijk televisieprogramma, God bestaat, daarbuiten en daarboven [allemaal ‘ruimtelijke’ woorden, niet passend dus]. Onbewogen, onveranderlijk, onveroorzaakt, zonder geschiedenis, zonder toekomst IS Hij, ‘bestaan’ is een woord dat niet bij wat Hij ‘doet’ past. Geen enkel beschrijvend woord van ons, mensen, past ‘op’ / ‘bij’ God.
=========
God en Zijn bestaan erkennen, menen te kennen, geloven, is leeg en wezenloos als God niet “persoonlijk” (aanspreekbaar en jou kennend) is. Als God alleen maar de aftrap gaf en verder onaanspreekbaar en ongeïnteresseerd in mij als genencombinatie is, kan Hij niets voor mij in mijn denken betekenen. Ik kan Hem niet als gesprekspartner hebben daar waar ik dingen uit mijn tekstaanmaker hoor met mijn geestesoor, die ik niet kan uitspreken, zonder gevaar, of zonder gegarandeerd onbegrepen te blijven. Daarvoor heb ik nu juist God: om Iemand te hebben buiten de mensen, buiten mijn tijdgenoten minstens, met wie ik wél alles wat mij invalt kan bespreken.
============ 31-7-03 10:21|31-7-03 10:27:
De gedachte dat er, als mijn gedachten verstaande anderen, slechts (de) andere mensen zijn, is gruwelijk, en wel omdat je dan totaal opgesloten zit in je tijd en in je (taal)omgeving. Toen God, DE Gesprekspartner, werd ‘bedacht’ (gemaakt uit God de Schepper) was het nog niet mogelijk te denken dat er elders buitenaardsen zouden kunnen wonen aan wie wij verslag zouden kunnen uitbrengen omtrent wat hier gebeurt. Dat wordt nu telkens weer gedaan, door velen, los of in groepsverband. Een Aanspreekbaarheid hebben buiten de eigen tijdgenoten, dat bevrijdt. [En bevrijding wordt door velen verlangd, want het is echt niet zo dat iedereen zich lekker thuis en op z’n gemak voelt in de wereld.] Dat bevrijdt, want: iedereen die jij hier nu aanspreekt oefent censuur uit op wat je zegt en druk op je om eender te blijven, namelijk zoals hij jou ‘kent’ en in gebruik heeft. Het ongemak dat menig goedgeschoold vrijdenker / atheïst voelt bij het lezen van het bovenstaande, onder die titel, is een voorbeeld van datgene waarnaar ik met ‘censuur’, ‘verwachting’ en ‘gebruik’ verwijs.
Vrijwel iedereen
* wil allerlei dingen niet horen, niet weten en
* verwacht en eist voor andere dingen bevestiging
van de anderen die hij ruimte geeft om hem aan te spreken,
naar wie hij even luistert (nu ja, het oor leent).
========
31-7-03 10:36||31-7-03 10:39:
=========
Slechts díe godloochenaar is serieus te nemen, wiens loochenen niet betrokken is op godgelovigen, of hun organisaties en hun politieke machtsstreven. Als het loochenen van Gods bestaan deel uitmaakt van een debat, een strijd, dan veracht ik het evenzeer als het gelóóf dat daarvan deel uitmaakt. Het is ijdel gebruik van Gods Naam en wie dat doen zal Hij niet onschuldig achten.
Nee, het loochenen van God moet God betreffen.
En het loochenen van ‘bestaan’ moet dat concept, dat verzinsel betreffen.
Erg gemakkelijk zal hem het loochenen vallen van verzinsels waar de loochenaar geen gebruik voor heeft. Wie de gedachte dat er vliegende schotels zijn, gebruikt om zich hier niet ‘volstrekt overgeleverd aan mensen’ te voelen, zal die gedachte niet graag willen loochenen. Er zijn veel van die mensen, wedden? Het is voor heel veel mensen niet zo knus en genoeglijk en veilig met en tussen de hen omringende anderen.
===========
Er zijn mensen die ‘redelijkheidje’ spelen. Zij kunnen het niet met hun verstand in overeenstemming brengen in zulke verzinsels als ‘God’ en ‘buitenaardse bezoekers in vliegende schotels’ te geloven. Oh nee, zíj niet.
Mooi: ik begin met toe te geven dat ik nooit zal weten wat het begrip waarop de betrokken (vrije?) denker het etiket ‘redelijk’ plakt, inhoudt.
31-7-03 10:52|||31-7-03 11:04:
Ik hoor / lees zijn woord, hij hoort / leest mijn woord. Dat is er, woord – woord. Punt uit. ‘Communicatie’ is een erger, leger woord dan welk ander ook.
31-7-03 11:54:
Talrijk zijn diegenen die ophouden te bidden omdat ze God herkennen als bedacht (van menselijke makelij, geconcipieerd, verzonnen door mensen) en aan hen als begrip overgeleverd. Talrijk zijn diegenen die ophielden met bidden, maar doorgaan met het toespreken van de anderen om hen heen, in de verwachting en/of hoop gehoord, verstaan te worden. Dat is dom, want: tegen beter weten uit eigen ervaring in.
Die beïnvloedbare (redelijke, aanspreekbare) ander, dat menselijk subject tegenover ons, die ‘jij’ (zie Martin Buber) is precies net zo’n verzinsel als ‘God’.
Ik heb al eens, – in een artikeltje in ‘De Vrije Gedachte’ – aangeraden om
* atheïsme te herkennen als een voorbeeld van averzinselisme en om
* ‘God’, net als die andere verzinsels, ook, bewust (= niet zonder erg) te blijven gebruiken, maar NIET als in debat omstreden onderwerp.
Het menselijk “subject”, dat in staat geacht wordt na te laten wat het doet en te doen wat het nu nalaat, dat met wilskracht en een vrije wil uitgeruste wezen, is ook verzonnen.
De hoop dat het de hoorder van wat ik zeg, redelijk als die is, toch niet mógelijk zal zijn tegen die waarheid die ik verwoord heb in, eender te blijven (doen), die hoop berust op het mechanisch / chemisch of zo werken van die waarheid, op de afwezigheid van een overmachtige vrije wil dus. En de vrijheid in kwestie is van die soort die er niet kan zijn zonder overmachtig te zijn, deze vrijheid is namelijk in feite almacht. Waar er geen overmacht is van degene die wil, is elk willen bij hem een leeg gevoel. Denk maar even door, dit klopt. Het subject van de vorst / van de staat, de burger in de maatschappij, is gewoon een piepklein almachtig godje, een kleintje, naar Gods beeld en gelijkenis gedacht door juristen die de religie in dienst van hun vorst gebruikten om ermee te verleiden en te bedriegen opdat de vorst / de staat niet voortdurend de subjecten / onderdanen zou hoeven te bedreigen met wapens.
========
“Wees op je vierkante meter een vorst”, luidde een regel in een liedje van rond 1930. Soevereiniteit (= in het geachte, gerespecteerde bezit van een onaanvechtbare wil zijn) is van oorsprong een eigenschap van de vorst van de slavenmakers, daarna van God (de in het hemel geprojecteerde soevereine vorst) daarna van alle burgers die een scherf erfden van de soevereiniteit van de voor hen / door hen onthoofde vorst.
Zodra er van redelijkheid een idee is, dat is: zodra het woord een betekenis krijgt, is ‘wat redelijk is’ voorspelbaar. Wie er een beroep op doet, bestrijdt de soevereine vrijheid van de ander: die is redelijk of vrij (= soeverein).
========
Het is zinloos, hopeloos, gegarandeerd te mislukken, het publiceren, het toespreken, het mogelijk maken van het optreden van een verschijnsel dat ‘communicatie’ of ‘beïnvloeding’ zou kunnen heten, met recht. Iedereen blijft alles vreemd, wat hij niet in zichzelf verneemt. Elk ‘zich bezig houden met anderen en hun denken en doen’, leidt alleen maar af van het mogelijke besteden van de eigen txaenz aan ‘hetgeen mensonafhankelijk rechtstreeks, niet via taal, ons zelf gegeven is’: aan ‘de zaken zelf’.
========
En toch: dát te zeggen / te schrijven, niet geheim te houden, is beter dan het wel geheim en stil te houden. Wie aan zelf denken begint, kan er steun aan hebben te horen / te lezen, dat zulk een ondernemen niet uniek en niet tot mislukken gedoemd is.
========
In feite is het helemaal niet moeilijk, het is alleen bewerkelijk: er zijn vele verzinsels en bij nader inzien zijn alle woorden en termen volstrekt LOS van het ‘bedoelde’ / ‘benoemde’ gebleven. ‘De taal’ is alleen maar een woekering van die specifieke waarschuwingskreten die ook dieren hebben (eksters en stokstaartjes bijvoorbeeld). Stokstaartjes hebben, volgens een commentaar bij een natuurfilm, de kreten, roepen (= woorden): ‘luchtalarm’, ‘vosalarm’, ‘slangalarm’ en ‘sein veilig’. Wij mensen hebben ettelijke ‘woorden’ meer. Daardoor hebben wij vooral onmetelijk veel vals alarm en dat komt diegenen onder ‘ons’ goed uit die, – hoewel genetisch nog er aan gelijk – , wel al een andere leefwijze hebben dan de gewonen in de grote massa, namelijk: de parasitaire.
31-7-03 12:23||||
=========
Door zich als IK naast en tegenover de ‘eigen’ apperceptieve massa te stellen [als ziel, als geest, als geïncarneerde, om er etiketten uit diverse religies op te plakken, puur om aan te duiden, niks geloven a.u.b.] kunnen we (kan een mens) nalaten zijn apperceptieve massa door hem heen het verleden te laten doorgeven. Met zo’n IK kan een mens ondoorgankelijk zijn voor ‘zijn tijd’, voor ‘wat hij leerde’. Daar hebben die civilisatiereligies het over. Toen en waar die gebruikt werden als staatsreligies verwerden ze en in West Europa is daar de Verlichting, het wetenschap gaan bedrijven tegen overleveringen in door ontstaan, in reactie. Een reactie op een verwording van zo’n religie. Een reactie tegen de macht die uitgeoefend werd met leugens en verzinsels en met afleiding en domhouderij en bijgeloof.
Wie niet ziet dat waar ‘wetenschap’ tegen ‘religie’ vecht de macht (de juristen dus) er met de buit vandoor gaat, doet er goed aan even wat beter te kijken. Even wat beter te kijken welke woorden die nergens naar wijzen hij blijft gebruiken: woorden van buiten de prediking der staatsreligies [en dat is ongelijk aan: buiten de heilige boeken, daarin staan vaak heel staatsvijandige / machtsvijandige / ongelijkheidsvijandige teksten; zie bijvoorbeeld Samuël over het koningschap] en buiten de wetenschap [die nooit schuld zal vinden of waardigheid of respect of een vrije wil].
=============
Woorden zijn er voor ervaringsgegevens, niet voor wat daar buiten is. Als ik er dus geen ervaringsgegeven bij kan krijgen, blijft elk woord een niks. En wat voor mij niks is, ga ik niet gebruiken om voor anderen de schijn op te houden. Dat is de grondstelling van wie echte wetenschap invoert in zijn eigen leven. Wie dat doet, de wetenschappelijkheid invoeren in zijn eigen leven, laat na te gehoorzamen aan het bevel om met die instelling te blijven op het door de machtigen ervoor aangewezen terrein.
Ik kan zand vinden, schuld niet. Ik spreek dus over zand, niet over schuld, nooit weer, tot ik schuld aantref zonder woorden, zonder wensen, zonder voelen, zonder spelafspraken. Ik kan nooit een doelpunt vinden, ik spreek daar dus niet over. Anderen doen dat wel, dat spreken daarover en ervaren zich niet als ‘aan het spelen’, nee, ze ‘denken’ dat ze het over iets uit een spel hebben, nee: zij spelen. Denk het maar door. Zomin als de oorlog beperkt is tot het slagveld, is het spel beperkt tot het speelveld. Zomin is de waan van ‘vrije wil’, ‘schuld en verdienste’ en ‘doen’ (in plaats van gebeuren), beperkt tot de rechtszaal.
===========
“De zijnswijze van schuld is intentioneel”, schreef zij.
Weet je wel precies wat ‘intentionaliteit’ betekent, dat je zo kijkt?
Nee, dat weet ik niet, evenmin als de betekenis van ‘redelijkheid’; omdat dat nooit werd, wordt en zal worden uitgelegd, verklaard, helder gemaakt, want die helderheid is niet mogelijk en niet beoogd. Het enige doel is het in gebruik houden van al die verzinsels en het intimideren van wie zonder wil gaan leven en denken. Intimideren is het doel. Wij leven in een mensengebruikerij. Mensen gebruiken andere mensen, nee, ze doen niet alleen dingen voor elkaar omdat de ene het ding in kwestie beter kan dan de ander, enz. Dat waarover dat lieve verhaaltje met ‘wij’ er in wordt verteld, gebeurt ook ergens ooit enigermate. Ja, er is ook een ‘om er uit te komen bedoeld’ bespreken, soms.
De taal die wij gebruiken is doortrokken van om te bedriegen en te bedreigen bedóelde woorden, zoals natte kleren van water. Natte kleren houden niet goed warm, zijn voor sommige doelen onbruikbaar geworden. Idem met ‘de taal’. Drogen dus: dat water (resp. die termen) er úit. Ieder voor zich, laat je niet tot mislukken doemen door een doel te aanvaarden dat je (terecht) volstrekt boven je macht (je kunnen bedoel ik) gaat.

0 reacties

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Categorieën in Jaap’s teksten

Share This