Jaap Schot, 1984

B>type dertiend.vvo
.pl50

..oude titel: individu.ovw
titel:dertiend.vvo schijf 06
individu en gemeenschap/maatschappij

Het is duidelijk dat het uitgaan van de aparte mens als individu voorafgaat aan het kunnen stellen dat ieder mens de gelegenheid moet hebben voor zichzelf te zorgen, desnoods gespecialiseerde arbeid met anderen ruilend, hoezeer dat ook arbeid betreft die vervreemd is van de individuele nooddruft en kennis van hoe daarin gezien de omstandigheden zelf te voorzien. Recht op gespecialiseerde arbeid in ruil voor diensten (via geld) is een zwaktebod, want het maakt dat een mens die slechts dat recht heeft niet meer anders dan als radertje in die ruilende maatschappij kan leven. Nu lijkt het allemaal mooi dat het grote geheel via zijn gespecialiseerden zeer goed, veel beter dan alle individuen zorgend voor zichzelf zouden kunnen, kan zorgen voor het nodige en de omgeving ook veel beter kan kennen.
Met een beetje positieve instelling is er best te leven in een samenleving als de onze van tegenwoordig. Via de wetten wordt er niet zo uitzonderlijk veel vanons afgedwongen. We doen onszelf veel meer onvrijheid aan door ons in relaties van psychisch-emotionele aard te begeven.