Jaap Schot, 30 december 2001
Ter verklaring: nemen wij het woord ‘schuld’. Iedereen kent het feit dat er niet zoals bij het woord ‘zand’ iets bestaat dat aangetroffen en zo genoemd is. Er bestaat niets, niet iets dus, dat ‘schuld’ heet, maar aan de heerser leveren de juristen een naam voor
* het overtreden van de grenzen die hij aan anderen stelde,
* het ongehoorzaam zijn jegens zijn bevelen,
* het nemen van hem onwelgevallige initiatieven.
De heerser wenst deze zwakkeren mishandeld te zien en de juristen leveren daarbij de tekst teneinde de heerser voor te stellen als een denkend, plannen hebbend, ‘willend’ wezen. Die woorden maken ze zelf aan: schuld, vrije wil, rang (hoger en lager geplaatst zijn), plicht en dergelijke onzinnige verzinsels meer.
De kracht van deze verzinsels en verdichtingen komt uit de beulen, de uitvoerders van het mishandelen dat de juristen ‘STRAFFEN’ noemen.
Het is de gevangenen (= degenen die in een civilisatie geworpen en geindoctrineerd zijn) geraden ( = aan te raden ) in deze juristerij te geloven. Dit is namelijk het regime waaronder ze leven (geschreven zonder enige hoofdletter) en zullen sterven: er is geen uitweg, geen enge poort zelfs om te ontsnappen aan de greep van de civilisatie. Dan is het dus geraden de regels te kennen en te volgen en te gebruiken, waarmee dit SPEL ‘te mishandelen voorbeelden kiezen’ wordt gespeeld.
Zo min als het voetballen is het gerangschikt ( = in civilisatie) bijeen leven ooit aangetroffen als noodzakelijk.
Nu er echter zo bijeen geleefd wordt is het goed de spelregels te KENNEN en het is zonder gevolgen naar buiten of ik die regels als spelregels en door mensen gemaakt en zonder enige heiligheid zijnd, herken of niet. Ze zijn geldig zolang er lui zijn die de bereidheid, de gelegenheid, de middelen en de kracht hebben om te “straffen” (= te mishandelen met juristensmoes erbij). Het geldige bestaat niet, Robinson Crusoe was er meteen vanaf toen hij alleen was, maar die lui die het spelletje in kwestie spelen met ons als er in gebruikten, die bestaan echt en zijn ‘hier en nu’ en bezig.
==//\\==
Wie Bijbel en/of Koran inkijkt ziet meteen dat daarin erg veel juristerij zit. Het zijn voor een groot deel verzamelingen (lijsten) bevelen en verboden en beperkingen. Aan de bevelen van de heerser van dat moment moet worden gehoorzaamd, zijn verboden mogen niet worden overtreden, wánt: en dan komt de truc: God of Allah heeft die heerser aangesteld. Dat is een truc: niemand kan dat controleren.
* Het ene voordeel van het invoeren van deze bewering is dat er nu niet naar de geweren gekeken wordt waarmee de heerser aan de macht kwam en blijft. De angst, die blijft als basis van het zo bijeen leven, wordt nu angst voor de illusie (oneindige) God in plaats van voor de concrete (eindige) vorstelijke garde, de beulen.
* Een tweede voordeel is dat de vorst niet meer de hoogste is in de ogen van de gelovigen en in de teksten van diegenen die met de begrippen uit het heilige boek in kwestie ’s vorsten gedrag bespreken. Ook de vorst dient de god te gehoorzamen en beperkingen te aanvaarden van die god, die hem zogezegd aanstelde (‘gezag verleende’ : de gelovigen krijgen niet te horen dat zíj het zélf zijn die gezag verlenen, door gelovig het hen mogelijke verzet na te laten).
=========
Pas veel later als God en meester worden afgeschaft (Franse Revolutie) wordt dat de ex-onderdanen duidelijk: zij waren het zelf die het gezag toedichtten, verleenden. Dan gaat het volk ‘soevereintje’ spelen. Spelen, niet ZIJN.
Er gaat niets van het bedrog van de juristen verloren. Ze gaan gewoon verder met hun werk: bij het gebruiken en verbruiken van mensen door andere mensen de smoezen leveren, de verzinsels, de foute begrippen, het valse bewustzijn. ‘WIJ’ komt er bij als verwargereedschap. Als het volk de gebruikers zou kunnen benoemen als zodanig, zou het door middel van het gebruiken van haar wetgevende en regelende macht aan het parasitisme van die kleine hoeveelheid anderen (c.q. aan het geldsysteem zoals dat nu hier vorm gekregen heeft) een einde maken. Het volk zou zich bevrijden. Dat was niet de bedoeling van de juristen en hun families, vandaar. Het herkennen van dit complot is tot een hoofdzonde bestempeld. Via dat geldsysteem zien we de wetenschap ‘economie’ aan de verzameling evangelische, spirituele, ‘geloof eisende’ tekstbronnen gevoegd worden.
Voor de gewone beminde gelovigen is het economische (c.q. monetaire) gebeuren ineens geen doen meer, maar ondoorgrondelijk is het wel. Was het doen, dan zou men de dader pakken: als het een god was zou men niet meer in hem geloven als het een klasse of kaste was zou men die te grazen nemen en als het duidelijk was hoe men zelf bijdraagt tot het laten voortbestaan van wat men niet wenst, dan zou men daar mee ophouden. Dus moet helder begrijpen voorkomen worden en daartoe dient in dit geval de ‘wetenschap’ der economie.
==//30-12-01 13:19\\==||30-12-01 13:35:
Het is geen prettige, maar een bittere ervaring onze tijdgenoten – landgenoten bezig te zien in hun zojuist beschreven verwarring. [Schoolvoorbeeld: het tv-programma ‘Lagerhuis’.] Ook als ze niet geëmotioneerd en wel geleerd zijn blijken ze er niet toe te komen het genoemde ‘wij’ te doorzien. Ze KENNEN het feit dat wetten niet altijd en overal en jegens iedereen geïmplementeerd, doorgevoerd, gehandhaafd worden. Ze KENNEN dus het feit dat hen ‘hun democratie’ wordt afgepakt, ontnomen, dat dat bouwsel voor zelfbestuur wordt ondergraven, wordt uitgehold zoals de houtwormen dat doen met steunbalken (‘gecorrumpeerd’ heet dat in het moeilijk). Maar ze negeren die kennis en dat is precies wat DOMHEID heet: het in onbruik laten (ja stellen, tegen de natuurlijke neigingen van onze intelligentie in) van de eigen kennis. Dat in die mensen plaatsvindende gevecht tegen de natuurlijke werking van die kennis [werken als oorzaak van neiging tot passend handelen], dat gevecht verklaart wellicht de emotie [met name de boosheid jegens andersdenkenden, die met ‘complottheorieën’ bijvoorbeeld].
Ze zijn en blijven ONAANSPREEKBAAR. Niemand krijgt (van hen !) de voor het verklaren van deze zaken nodige spreektijd (exacter: tijd van beluisterd worden). Dat geeft ons vrij. Wij hoeven niet te spreken of te schrijven (te publiceren): er is geen vraag, wat wij ook ooit zouden zeggen, het zou zonder voorafgaande (!) vraag, geen antwoord, dus geen oorzaak van veranderingen in gedachte en/of gedrag worden.
Het is heerlijk vrij te hebben.
=========
30-12-01 14:35:
Beide, Bijbel en Koran zijn geschriften van vóór het invoeren van het nieuwe denkgereedschap [de (mechanische enz.) modellen en de nieuwe begrippenapparatuur] van de moderne wetenschap, van voor de aanmaak van de begrippenapparaten waarin het veranderen gebeurt en niet gedaan wordt, waarin de oorzaken “er achter’ niet langer levende daders zijn.
Er is dan ook geen ontkennen of bestrijden van die manier van opvatten in deze boeken(verzameling).
=========
Wat mij overkomt, dat wordt mij kennelijk aangedaan, wie doet dat en waartoe? Hoe moet ik mij gedragen om te voorkomen dat mij leed wordt aangedaan? Dat zijn de vragen waar in die heilige boeken op geantwoord wordt. Er zijn geboden, verboden en beperkingen (grenzen) en gehoorzamen en nalaten en binnen blijven zijn dus de antwoorden. De bevelen enz. van de rijken, de bezitters en gebruikers van mensen, de edelparasieten, worden verpakt als waren het natuurgegevenheden, natuurwetten, die men ons brengt, zoals de natuurvolkeren hun kinderen onderwijzen (= teneinde waar niet geleerd kan worden van persoonlijke ervaring, omdat die dodelijk is, herkennen mogelijk te maken zonder eerst gekend te hebben, te waarschuwen voor wat niet aanwezig is).
Dat is het bedrog in (met die heilige boeken) dat het verzonnen verhaal, vol verzonnen figuren, wordt gebracht aan kinderen als ware het WAAR en aangetroffen en proefondervindelijk nog eens waar bevonden ook.
30-12-01 14:52|| 30-12-01 17:04:
Het volk is onmetelijk dom (= houdt de eigen kennis buiten gebruik) en toont geen verlangen of streven naar het tegendeel: ‘natuurlijke gezondheid’ [= het wél in zich laten werken (= veroorzaken van het bijpassende gedrag, inclusief verwoorden) van de eigen kennis. Het volk doet niet ontmoedigd dan maar wat het aan bevelen krijgt, maar speelt enthousiast mee ‘koninkje’, ‘soevereintje’ [let wel: beide zonder dynastie: iedere speler eindigt op zijn vel en met zijn dood. Wie dat opvat als toch wel erg klein, kortstondig en weinig omvattend doet meer aan het grote wedstrijden in groepen (firma’s, verenigingen, nationale staten, kerken e.d., enz.). Het tegelijk spelen van beide typen spelen is zeer wel te doen, men hoeft slechts zijn txaenz er over te verdelen.
Waar geen txaenz voor over blijft, dat is:
het opmerken, beschouwen en overdenken van
* het feit dat men aan het spelen is.
* Dat men een illusiespel speelt. M.a.w. zijn txaenz besteedt in een illusieve wereld, vol schuld en rangschikking en ‘onnodigs moeten’ en recht en gezag en voorrecht en rechtspersonen en andere verzinsels en hersenschimmen, zoals met name ‘het nog werkende verleden’ en ‘de toekomst waaraan nu gewerkt wordt’.
* Dat men zich niet ‘bewust maakt’, niet ‘opmerkt, verwoordt en bespreekt’, dat men met ‘ik’ zijn bewustzijn bedoelt en dat bewustzijn uitleeft op kosten van (en ten koste, tot schade dus, van) ‘eigen vel en inhoud’: het eigen levende lijf (pleonasme, levenloos heet het lijk).
[Schoolvoorbeeld: het is ongewoon om over inentingen te spreken als over ‘onderwijs aan de lever’ in onderscheid van ‘onderwijs aan de hersenen’ en ‘onderwijs aan de spieren’. Ze schrikken zich dan ook dood als ze met ziekte en dood geconfronteerd worden. Dat gebeurt altijd een keer, want ‘wat echt is’, de objectieve werkelijkheid, speelt het spelletje niet mee. De natuur speelt niet mee ‘civilisatietje’, ‘maatschappijtje’, ‘rangschikkertje’.]
==//30-12-01 17:50\\==||
0 reacties