Er zijn zeer vele afkeurende namen voor de civilisatie:
bourgeoisiesamenleving,
-de wereld,
Babylon,
militarisme,
patriarchaat
fascisme/nazisme
mannenwereld
zendingsgodsdiensten
obscurantisme
mystificatie
kapitalisme
Ik noem de civilisatie ‘groot-auschwitz’.
Iedere mens haat en vreest op zijn manier de civilisatie, het ge”nstitutionaliseerde terrorisme, de heerschappij van de angst. Er is alleen maar de vrees voor het concrete geweld, voor de lijfelijke mishandeling, beschadiging en vernietiging die men alle dagen op t.v. kan zien. Dat angst zogenaamd geen onderwerp zou hebben bij “neurotische” e.d. mensen, is puur een andere manier om te zeggen dat deze mensen en hun helpers het niet wagen zich uit te spreken over de wereld waarin ze leven, over de civilisatie.
Tegen deze angst voor mishandeling, beschadiging en vernietiging door de als cipier optredende anderen, zijn de afweermechanismen in gebruik.’In gebruik’ klinkt veel te bewust en planmatig, maar anderzijds is het onnodig onze bespreking hier te belasten met een van die afweermechanismen. Met dat afweermechanisme nl. dat bestaat uit het stellen dat wij slechts machines (robots en computers) zijn. En als machines overkomt ons alles, nemen we geen initiatieven, treden in ons mechanismen op. Ook die misvatting troost, want dan zijn wij als misdadigers niet verantwoordelijk en als slachtoffers zijn wij slechts misbruikte machines en komen we er dus minder op aan.
Affect-isolatie.
Wie als verdedigingsmechanisme tegen het optreden van die verlammende angstgevoelens kiest voor affectisolatie, kan in ieder geval helder denken over de stand en gang van zaken in de wereld. Weliswaar voelt zo iemand niets meer bij het zien van mishandeling, beschadiging en vernietiging, maar hij hoeft niet het zien te verhinderen of zijn beeld te vertekenen. Hij mist de hoop en de troost, maar ook het leed en de heimelijke medeplichtigheid. Zodra, zoalng en inzoverre hij medeplichtig is, kan hij zich dat tenvolle bewust zijn.
Er zijn nog andere verdedigingsmanieren tegen die angst als gevangene van je tijdgenoten in het de gehele bewoonbare aarde omvattende Groot-Auschwitz, dat de civilisatie,’de beschaving’ heet.
Gaan horen bij de verkrachters.
Als eerste van die andere verdedigingsmanieren noem ik hier: het zich gaan opvatten als horend bij, staand aan de kant van de verkrachter, de aanrander, de geweldpleger, degene die mishandelt, de straffer, het gezag.
De truc is om een plaats te veroveren aan de goede kant van het geweer waaruit de macht komt : er achter, als het lukken wil, het toppunt van succes is het krijgen van de vinger aan de trekker.
Als dat niet mag lukken, dan kan men toch altijd naast de geweldpleger gaan staan, als per slot van rekening de loop maar niet op jou gericht is.
Alleen maar ter zijde staan zonder afkeuring te laten blijken is niet voldoende. Extra beveiligend is het lofzingen op de geweldpleger, het juichen bij zijn dreigen, dwingen en mishandelen. Een vorm van juichen is het goedpraten van het geweld,door verhalen over de doeltreffendheid van de civilisatie in het uit de luie massa zwepen van topprestaties in sport, in wetenschap,in techniek en in wijsgerig en religieus denken. Zo bekeken steekt de civilisatie mooi af tegen de cultuur die alleen maar geborgenheid en feesten heeft voortgebracht en tegen de natuurmenselijke samenlevingen die alleen maar spoorloos al of niet gelukkig geleefd hebben.
Een andere vorm van juichen is het een beetje, in het klein, zelf ook verkrachten van anderen. Niet zo grootscheeps dat de grote jongens het als bedreigende concurrentie gaan ondervinden, maar zo dat ze het in kwaliteit kunnen herkennen maar als kwantiteit kunnen verwaarlozen.
Grote jongens, want al deze opvoeding tot deelnemer aan de civilisatie gebeurt op de school en voornamelijk op het schoolplein. Het ruwe werk wordt altijd overgelaten aan de minderen, in het onderwijs dus aan de niet zo intelligente leerlingen, die zorgen voor de terreur tegenover de kleinere jongetjes op het schoolplein in het speelkwartier. De civilisatie is geen nawerking van de geschiedenis, de misdadigheid die ze ‘beschaving’ noemen moge door de Romeinen hier gebracht zijn, ze wordt iedere dag door de jongetjes op het schoolplein doorgegeven en DAT is de reden van haar bestaan, niet de verleden gebeurtenissen waarover de geschiedenisboekjes berichten. Slechts wat is, is. Slechts de ervaringen van de nu levenden werken in hen na, niet de ervaringen van de overledenen. Die ervaringen werken in hen en VIA hen na, doordat ze zich er niet tegen verzetten, doordat zij zich niet verzetten tegen wie hen mishandelen, doordat ze hun eigen leed niet op zich nemen, maar het geweld doorgeven naar (of aan) derden.
In elk leger vinden we die tot een instelling gemaakte werkwijze van die sterkere jongetjes op het schoolplein terug in het gedrag van de sergeanten in de basistraining van recruten. Officieren blijven daar mooi met hun vingers af, het toebrullen en via bevelen mishandelen van de recruten is kapo-werk (Kamppolizei, gevangenen met bewakings- en disciplineringstaken, gewapend met knuppels) geen werk voor de bewakers uit leger en SS.
Posities.
Kinderen en nieuwkomers (recruten) in de civilisatie worden bang gemaakt. Voor dat vuile werk is er het middenkader: zijn er de kapo’s, de aanbrullende sergeanten en de sterke jongetjes op het schoolplein. Is het bang maken eenmaal gelukt en hebben de nieuwkomers vaste verdedigingsmiddelen tegen die angst (afweermechanismen) in gebruik genomen, dan kunnen ze toegelaten worden tot de grote competitie. In die strijd gaat het om het verwerven van posities.
De minst intelligenten kunnen uitvoerend werker worden. Zij spelen de baas over honden en kunnen zich uitleven in het vermoorden van die wilde dieren die de bovenbazen daarvoor speciaal lieten aanwijzen : de ratten en de wolven bij voorbeeld, omdat die de voorraden en het jachtwild van de heren bedreigden, het eigendom der heren niet eerbiedigden.
De iets intelligenteren al, mogen aanbruller en mishandelaar worden : middenkader. Voor de niet met de spieren werkende arbeidersoorten wordt middenkader ‘gevormd’ dat kan dreigen en intrigeren. Dat zijn de leidinggevende functionarissen.
De gevoelde, maar niet geuite haat van de gebruikten wordt gericht op die middenkaderfiguren. De wraakhandelingen worden dus ni’t op hen maar op dieren en soms op dingen gericht. En natuurlijk op de eigen vrouw en kinderen thuis, vaak.Ook komt het voor dat de geknechten hun haat en agressie tegen zichzelf richten. In de stabiele omstandigheden van de welvarende civilisatie krijgt de geknechte de gelegenheid om via zijn koopkracht zijn agressie naar opzij, naar zijn gelijken te laten afvloeien: als Koning Klant heerst hij genadeloos als soeverein en laat de mensen in de lagelonenlanden voelen dat hij wat voorstelt.Concreet : hij koopt het goedkoopste overhemd (uit een arm land) en geeft zodoende opdracht de textielarbeiders in eigen land niet langer hun (naar de smaak van hem als klant te hoge) lonen uit te betalen. Hoe genadeloos de heerschappij van de kleine massamens als Koning Klant is, is uiterst zuiver te zien in de USA.
Wie nog slimmer zijn kunnen manager, opdrachtgever, officier leidinggevende , verantwoordelijke worden. Hier zijn honderden rangen in.
Op een bepaalde hoogte, na het stijgen van rang naar rang, komen we terecht op een kwalitatief verschillend nivo. Dat is het ni.o.v.n de financier. De financier concretiseert zijn opdrachten niet meer. Hij hoeft niet meer te verwoorden dat er deze of gene resultaten in termen van gebeurtenissen moeten komen, resultaten zijn voor hem: cijfers waarin tegoeden en teksten waarin rechten zijn vastgelegd.
Dat was een beschrijving van hoe de terreur werkt en wie de daders zijn.
In dit opstel wil ik wijzen op het feit dat zeer velen het resultaat van het doorgeven van het kwaad wel in de een of andere vorm herkennen, zie het lijstje boven. De feministe ziet het patriarchaat, de communist ziet het kapitalisme, de democraat ziet de dictatuur. En ze noemen het kwaad allen met verschillende namen. Daardoor wijzen ze ook verschillende subgroepen van daders aan. Steeds echter blijven daardoor hele subgroepen daders onherkend. Meestal inclusief degenen die daders aanwijzen.
Zo wijzen bij voorbeeld sommigen het uithuwelijken van meisjes aan als fout. Die meisjes moeten zich zelf al of niet en zo ja een man naar eigen keuze kunnen proberen aan te schaffen. Dat is juist. Maar als die keuzevrijheid er is, is dan het probleem opgelost? In de verste verte niet, ook de vrouwen in het vrije westen die volstrekt niet uitgehuwelijkt worden, blijken grootstendeels geleefd te worden. Ze lopen aan tegen de spijlen van de volgende iets grotere kooi waarin ze opgesloten blijken te zitten. Ze hebben geen eigen productiemiddelen en moeten hun diensten nu verkopen (meestal via een werkgever) aan ‘de klant’. Vervreemde, aan de eigen nooddruft van het moment niet gerelateerde, vaak onnodige en daardoor vernederende arbeid: dienen voor geld. De briljante positie waarin de mannelijke geknechte al vele eeuwen zit te genieten van het afgeschaft zijn van de slavernij in de vorm van veehouderij: gebruiksvee in bezit van een ‘meester’. De geknechten worden niet meer in natura betaald maar in geld. Dat betekent weer : keuzevrijheid ten aanzien deze keer van wat ze ervoor willen kopen. Aan het systeem verandert niets, hoeveel keuzevrijheid men ook inbouwt. [Ik heb eens horen vertellen dat in de zuidelijke staten van de USA men alle grond vlak voordat de slavernij werd afgeschaft gauw in bezit nam, daarvoor was er veel vrije grond. Door dat in bezit nemen konden de slaven niet voor zichzelf beginnen. Zulke voorzorgsmaatregelen nemen de belanghebbenden echt altijd wel voordat er weer een stap in de richting van de vrijheid wordt gezet. Dat is een van die merkwaardig taaie wanen, dat men stapsgewijs naar vrijheid zou kunnen gaan.]
0 reacties