Jaap Schot, 12 december 2015
De nalatenschap van mij bestaat uit teksten, die niet zijn bewerkt om leesbaar te worden. Ik schreef en schrijf gewoon op wat er in mij opkomt. Voor mijn werk (lesgeven) was dat voldoende want die lessen waren mondeling. Op schrift kwamen dus alleen die dingen te staan, die ik niet moest vergeten in mijn lessen.
Zolang ik die lessen kon ‘geven’ was dat nodige nog korter dan nadat die lessen niet meer werden gegeven (door besparing van het Rijk vielen we terug op bevoegd maken zonder voorbereiding) en ik was gepensioneerd. Als je lessen voorbereidt die je niet kunt geven, dan kun je je ook studenten denken die alle lessen die je voorbereidt, volgen en zich herinneren wat jíj je herinnert. En dan hoef je dus niet meer elk jaar opnieuw te beginnen met die nieuwe jaargang studenten, je kunt gewoon verder denken.
EN DÁT IS WAT IK GEDAAN HEB. Gewoon verder gaan met het vertellen hoe de wereld voor zover ik zag, blijkbaar ‘werkt’.
Verwachtgereedschap maakte ik aan voor wat er op tv zou komen, wat er zou gebeuren, ‘in de wereld’.
Ik heb nooit het verlangen opgelopen mee te doen met mijn tijdgenoten -soortgenoten. Ik streef(de) alleen naar voldoende eten en slaapgelegenheid enzo. Na en naast het nodige vind en vond ik alles onnodig. Zolang je ‘werk hebt’ moet je onnodige dingen doen om niet uit de toon te vallen. Maar er hoeven heel veel dingen niet. Neem nou sport en cultureels, als je daar niet aan deelneemt, geen aandacht aan besteedt, denken ze dat je een ander deel van het onnodige hebt. En daar vragen ze niet over door. Nou, dan heb je dus veel rust en vrije tijd. Voor niks en die tijd maal aandacht maal energie maal enz. heb ík besteed aan het proberen aan te maken van de verwachtgereedschap. Hoe is het in ’s hemelsnaam mogelijk dat iemand een gevoel aanmaakt bij / voor / betreffende iemand waarvan hij alleen de naam en de foto’s heeft aangetroffen in zijn omgeving. Een mening over Poetin, bijvoorbeeld.
0 reacties