Ons politiek systeem

Categorieën: 2000, 1 januari – 2004, 31 december | Archief
Trefwoorden:

Jaap Schot, 22 januari 2002

Vanochtend was er weer zo’n debiel (hij was overigens chirurg) op de radio te horen die ‘dat hebben wij allemaal zo gewild’ zei over politieke “ontwikkelingen”.
Ons politiek systeem, dat gestem op lui in lijsten, berust op die debiliteit. In feite is de uitdrukking ‘politiek klimaat’ een zeer goede. De goed betaalde lieden die zogenaamd regeren en wetten ,geven kunnen op z’n best voorkomen dat het scheepje van hun staat de grond in geboord wordt, zoals Afghanistan onlangs. De ontelbare spelers op het wereldtoneel zelfs, zijn voor het grootste deel trekpoppen van de kopende en ziekten verspreidende massa menselijk vee (= geciviliseerden).
Nationale staten dienen elkaar als (oftewel tot) vijanden, tegenspelers en ‘bronnen van vreemde bedreiging’. Binnen de nationale staten zijn de meeste inwoners bezig met overleven, zich rangschikken (niet onderdoen voor de een, proberen de ander te overtreffen, de derde verhinderen de meerdere te worden, macht uitoefenen enz.) en zich amuseren.
Dit systeem van nationale staten bestaat naast een systeem van ondernemingen van echt alle mogelijke maten en soorten. Ook die dienen elkaar tot tegenspeler (moordende concurrentie). De koopkracht berust op vuurkracht. Zonder vuurkracht geen koopkracht. Bezitten is onmogelijk zonder grotere vuurkracht dan die van de begerende anderen. Het is niet zo dat er een internationale afspraak gehouden wordt dat roof niet wordt toegestaan. Integendeel. Het hele systeem zou niet werken als uiteindelijk niet met wapengeweld kon worden afgedwongen dat de hoogste bieder het te koop staande krijgt.

Op het politieke (en dat is: het ‘economische’) gebeuren heeft de enkele kiesgerechtigde geen invloed. De politieke partijen hebben er evenmin invloed op, de hele staten generaal met de regering samen hebben er geen invloed op. Het politiek gebeuren is als het verloop van een partij schaak, maar dan met ontelbare spelers, allen buiten staat en gelegenheid om het spel te overzien en om een gerichte (en dat is ongelijk aan een bedoelde) zet te doen.
De hele massa zogenaamde invloedrijken, machthebbers, leiders, veroorzaakt wel wat, maar zoals vulkanische verschijnselen dat doen. Ze zijn als het er op aankomt blinde dingen, geblinddoekte schakers die van de stand der stukken zeer weinig weet hebben.

Spreken van ‘WIJ’ is dan ook zeer dwaas. Er is geen SAMEN leven, er is bijeen, tegelijkertijd, onderling afhankelijk, zelfs: ‘op elkaar betrokken’, maar er is geen samen. Veel mensen zouden zich het doen van het goede, zelfs als ze dat zouden willen, niet anders dan ten koste van hun leven kunnen veroorloven. Bekende voorbeelden zijn de stropers en bosverwoesters in de ontwikkelingslanden. Daar zijn de armsten ook echt ARM namelijk. Zo gaat ‘de natuur’ naar de bliksem. Daar is niets aan te doen. Dat is een systeemvariabele. Het systeem maakt opzettelijk overbevolking (de stoottroepen zijn ‘de zusters van liefde van het heilig hart van de heiland en redder der zieken’ en dergelijke lieden) en de rest volgt vanzelf.
Wat wie dan ook wil, is niets dan gedachte.
Handelingen (b.v. koop en roof) zijn oorzaken.
Er zijn altijd meer gevolgen dan doelen.
Die massa onbedoelde gevolgen overkomt alle levenden.

Het politieke gebeuren, het wereldgebeuren, overkomt ons en menigeen (en ik noem dat debiel) loopt erbij te mummelen en te voelen en te hopen en te menen. Als ze op het soort weer voor de volgende dag zouden mogen stemmen, zouden ze begrijpen dat ze bedrogen werden, nu doen ze alle moeite om het feit te verdringen dat ze analoog bezig zijn ten aanzien van wetten en regelingen en toekomstige ontwikkelingen.

Naast het economische, waar vrijwel iedereen iets aan doet door te kopen, wie koopt er nou nooit iets?, is er het zogenaamd ethische. Mensen die aan ethiek doen maken wensplaten aan om naast wat gaande, aan de hand, het geval is. Er wordt een atoombom ontwikkeld en daar ben ik, ethicus Jantje, tegen. Lief Jantje, wat ook je redentjes zijn, waar ze ook vandaan komen, je maakt je onmetelijk belachelijk. Je kunt net zo goed op de Japanse kust je lieve knuistjes gaan ballen tegen de aanstormende vloedgolf. Die atoombommakers en die vloedgolf hebben niks met jou te maken en andersom. Je bent een aandoenlijk pratertje. Door je gepraat breng je sommige mensen in de war en vermaak je anderen door hen reden (nee: vorm!) voor opwinding te geven. Als de atoombom af is zul je een ander verhaaltje moeten verzinnen, want: de mensen worden gehouden als vee, in alle rust en goed verzorgd of niet, in ieder geval gevangen en gedoemd zich hartstikke dood te vervelen als voor het leven in de natuur geschapen (of zo men wil: geschikt geraakte) dieren, die nog niet tot volledige parasieten zijn doorveranderd in hun gevangenschap, door hun gebruiksvee-zijn. Die opwinding hebben ze, – zoals ze nu genetisch nog zijn -, nog nodig, zo nodig als eten en drinken.

Verbieden = de prijs opdrijven van. Of die prijs nu een boete is of zelfs gevangenisstraf, wat neerkomt op ‘niet eerst te gelde gemaakte txaenz’, dat is onverschillig, betreft slechts de vorm. Het dure is het begeerde, blijkbaar door de anderen, en dus voor de aanstormende meedoenertjes: het begeerlijke (ze doen alsof het een eigenschap van die rommel of dat gedrag is). In ieder geval is het van zoveel belang in de ogen van de anderen dat ze er wetten aan gewijd hebben en dus wordt je gezien als je die wet overtreedt, want dát is de waarneembare uitzondering. Bovendien is elk verbodens dat betaalbaar is, een voorrecht, voor wie het kan betalen. Degene die het voorrecht neemt zonder te betalen doet dus iets als volstrekt aangepaste figuur, als meedoener aan belangrijk en begeerlijk vinden van wat de anderen ook zo vinden.
Geen reclame voor drank en nicotine en andere ‘drugs’ is zo doeltreffend als het verbod op het consumeren (resp. kopen, verwerven) ervan voor sommigen of zelfs allen. Wie rookt of alcohol drinkt als kind doet iets van de grote mensen. De wetsovertreder is een sportsman die de politie overtreft. Hij gehoorzaamt net als alle sporters en carrièremakers aan het grote, centrale bevel: “Overtref!”. En dát zien en begrijpen de aankomende aangepasten, al puberend.

0 reacties

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Categorieën in Jaap’s teksten

Share This