Jaap Schot, 20-23 oktober 2000
Verantwoordelijk, tot antwoorden verplicht, ben je alleen als er een ander is die een vraag stelt over je gedrag. Robinson Crusoe was erzonder.
Schuldig wordt iemand door een wet te overtreden, zonder wet geen schuld, zonder bevel (gebod) geen ongehoorzaamheid. Robinson was ook nergens schuldig aan. Wetten zijn eisen, van anderen: geen anderen, geen wetten.
Verbiedende en/of bevelende goden bestaan niet, geen enkele, het zijn verzinsels.
Schuld ontstaat bij de overtreding resp. de ongehoorzaamheid, NIET pas bij de veroordeling, de schuldig-verklaring door een rechter. Dat begrijpt iedereen die niet speelt, maar een bruikbaar gemaakte is. De bruikbaar gemaakte verwart ‘het veroorzaken, dat plaats vindt door het doen’ met ‘het zich schuldig maken’. Veroorzaken is echt, dat doet Robinson ook, en het kan zeer wel zijn dat de gevolgen hem negatief treffen (schadelijk voor hem blijken): zo heeft hij eens in woede zijn pijp gebroken. Die werd nooit meer heel. Stel voor dat hij een brand aansteekt, het verbrande bos levert hem van zijn levensdagen geen opbrengst meer. Hij kan dat feit opvatten als een straf van God voor zijn brandstichting. Door dat opvatten schept hij geen God buiten zich, maar een begrip in zich. Het feit in dit verband is dat bossen na een brand lange tijd afwezig zijn, als productief ecosysteem. Dat is een feit, dat is waar. De rest is bijgedachte, bij-geloof.
==============
Van brand stichten moeten ouders hun kinderen afhouden voordat die kinderen de ervaring kunnen opdoen die de reden is van dat afhouden< het bovengenoemde feit.
zaterdag 21 oktober 2000 0.53||
======================
zaterdag 21 oktober 2000 20.45:
=================
Afgezien van het feit dat mensen zelfmoord kunnen plegen, kunnen ze niet willen wat ze willen. Ook zich zelf (laten) doden kan wellicht niemand zomaar willen. Maar: ‘willen’ is iemand niet aan te zien. Niet-willen is een dier wel aan te zien als iemand probeert het te vangen, het vast houdt. Als we zien dat een kat een muis vangt of ‘nazit’, zeggen we al gauw dat de kat hem wil opeten.
====================
zaterdag 21 oktober 2000 21.04:
=================
We onderscheiden tussen noodzaak en begeerte. De kat wordt opgevat als een bundel noodzaken, als het beest een muis of een vogel nazit, dan is dat zijn instinct, het beest eet omdat het honger heeft, kortom: het is ‘de automaat zoals verzonnen door Descartes, die zijn cadeautje, dat hij van de priesters had gekregen: ‘altijd boven alle dieren staan, in rang’ niet kwijt wou. Dat en dat alleen was en is de reden waarom mensen dieren als automaten en zichzelf als ‘willende wezens’ opvatten. De hogerheid, de superioriteit van ‘de mens’ ten opzichte van ‘het dier’ en ‘de rest der Schepping’ is kenmerkend voor de civilisatie. [Wie schrijft is geciviliseerd en de bijbel werd geschreven, vandaar]. De gebruikten moeten ook hun minderen hebben, dan stroomt het geweld der gebruikers jegens de gebruikten niet naar hen (de gebruikers) terug.
===================
Dat was ten eerste, ten tweede is de vorst genoodzaakt een wil te hebben, iets wat niemand anders heeft, hij moet oorspronkelijk zijn namelijk, als speler in dat spel ‘mensengebruikertje’ van deze rol (oppergebruiker, bron van onnodig initiatief voor het besteden van meer dan zijn eigen txaenz).
Zie de sprookjes: de koning VERVEELT ZICH. [Hij verveelt in die andere betekenis van dat woord ook de anderen, de gebruikten, maar dat is buiten de sprookjes gehouden.] De koning is namelijk een gewoon mens, een exemplaar van zijn soort en dus zonder WIL (in de betekenis van: bron van onnodige wensen). Ja, er zijn vele koningskinderen tot neurotici en zelfs tot psychopaten gemaakt en die willen wel wat, want die hebben ingebouwde slavendrijvers: waanideeën, idealen, angsten (al of niet vermomd als schuldgevoelens en plichtgevoelens). Van nature is er niks in een mens, dat wil. Van nature is er alleen het een en ander nodig (te nemen of te doen) teneinde volledig en harmonieus te functioneren en aldus onlust te vermijden.
==============
Honger en dorst hebben en zich moeten bewegen en slaap hebben, zijn geen vormen van willen. Vat men deze nodige dingen zo op, dan verrekt men het begrip willen: ‘overstretched’, de veerkracht, de spanning er uit.
================
Vat men willen op als wat de ‘gastheer’ voelt bij de bezigheid van het meem dat (de goede of boze ‘geest’ die ) als parasiet in hem huist en actief is, dan verrekt men het begrip ‘willen’ door te ver de andere kant op te trekken. Het willen overkomt dan degene die wil.
===============
Als het werkwoord ‘willen’ iets zou betekenen dan zou degene van wie wij denken dat hij wil het doen en wel op eigen initiatief.
Een mens kan niet willen wat hij wil.
Stel iemand zegt of ‘denkt’: “ik wou dat ik het wou”, nou daar gebeurt dus nooit wat.
==================
Maar de overgewaardeerde lezer zal al gemerkt hebben dat er over ‘willen’ eigenlijk alleen introspectief iets te zeggen is. Als iemand zegt te willen, dan kan de hoorder maar een enkele passende reactie vertonen: niet geloven èn niet betwijfelen, slechts constateren dat hij de spreker dit hoort zeggen. Wat iemand zegt geeft geen inzicht (geen gegevens omtrent) het innerlijk van de spreker. Zo min als de televisie een verrekijker is. Precies die relatie: de vuller van de zendertijd en de spreker, zij hebben de keuze tussen waarheid en onwaarheid en de kijker resp. hoorder, die kan alleen het feit KENNEN dat hij slechts informatie binnenkrijgt en geen kennis neemt van iets anders dan dat dit toestel zulke beelden ontvangt.
==================
Wat nodig is voor je, dat kun je niet meer ook nog eens willen, zonder aan het woord ‘willen’ een verkeerde betekenis (in dit geval: bedoeling) te hechten. Als iemand zegt dat hij iets wil, dan hoor je iemand zeggen dat hij iets wil. Einde. Punt.
======================
Een hongerige Arabier zal misschien dromen van een gaar schapenoog, ik van havermoutpap. Deze onnodige alternatieven voorstellen als objecten van begeerte is onjuist, het alternatief is alleen dat, een alternatief, voor een voedzaam stukje rauw zeehondenvlees of een levend te eten oester.
Ook als met verschillende apperceptieve massa’s behepte mensen van veiligheid dromen, zullen hun dromen verschillen, waar goud alom begeerd wordt en bezit door gewapende ‘politie’ beschermd, daar kan van goud-hebben gedroomd worden als symbool voor veilig-zijn. Anderen dromen van een huis op palen of van een wapen of van een beschermende ouder of hond.
Zo kan ‘zich onveilig voelen’ vermomd gaan als ‘hebzucht’. ‘Diamanten zijn de beste vrienden van een meisje.’ Die dingen verleppen níet en zijn van de hand te doen.
=================
Onveiligheidsgevoelens kunnen dus ook vermomd worden als het aanhangen van deugden (zoals trouw en kameraadschap en vriendschap). Met willen en/of begeren heeft dit niets van doen: veiligheid is nodig.
==========================
DE BEZIGHEID WILLEN DOET ZICH DUS NIET VOOR.
Dat is minder evident dan dat het ding ‘WIL’ nergens te vinden is. LET WEL: het bewijs voor het bestaan ligt bij de ander, NIET bij wie niet ziet (niet vindt). [Dit is een bron van veel gezeur van schijndenkers: die doen alsof het feit dat een mens niet verder kan komen dan ‘ik ken dit feit niet’ ook geldt ten opzichte van verzinsels. Nee, het geldt alleen maar ten opzichte van meldingen. Van een melding is sprake als iemand aan een ander vertelt wat hij waarneemt (dus geen conclusie, geen interpretatie: niet ‘wat hij denkt dat zijn waarneming ‘betekent’, niet ‘waarvan zijn ‘ansicht’ (foto, genomen vanaf waar hij staat / stond) een ansicht is, niet waarvan zijn anekdote een voorbeeld is).]
==================
Wie iets ter sprake brengt heeft de taak het te tonen, iets buitentaligs, iets ‘niet van woorden gemaakt’.
=============
‘Willen’ hoort in dezelfde categorie als ‘aardstralen’. Er is alleen een woord (met gebruiksgewoonten, die het bestaan van een begrip suggereren, maar slechts het bestaan van een verzinsel bewijzen).
=====================
Er zijn waarneembaar en te onderscheiden:
1. nodig hebben (moeten nemen en moeten doen, moeten van nature teneinde te functioneren)
2. alternatieven om in dat kader te nemen (schapenogen, andijvie) resp. te doen (fietsen, klimmen, zwemmen).
3. apperceptieve massa’s die vuilstortplaatsen zijn en vindplaats van verdoolde gevoelens en ‘gedachten’ en tussengeschoven ‘dingen’ (tussen het voorzien in het nodige en het middel daartoe in). Kortom er worden gekken aangemaakt en vooral gekoesterd en wel als ‘bewijs’ voor het bestaan van ‘de wil’ en ‘willen’. Dat bewijs is van centraal belang voor het wezen van de civilisatie, die BERUST op willen en dus passend met lof en blaam te bejegenen zijn [aanvankelijk had alleen de vorst een soevereine wil en de onderworpenen hadden een kwade, weigerachtige wil. Het naar elkaar toegroeien van die beide verzinsels heet ‘het emancipatieproces’: de wording van koning klant. Loon is geld, dat is koopkracht, die is soevereine (“moet je zelf weten”) bevelskracht over wie om den brode kunstjes moeten doen, voor geld, voor loon. Zo klein is die cirkel: de economie in de liberale democratische rechtsstaat. De cirkel is niet volmaakt, maar dat komt door onwezenlijke storingen: corruptie, nepotisme, dat soort ‘dingen’.]
=====================================
Het is niet oninteressant dat de gek hier net als de bedelaar ‘goed van pas’ blijkt te komen bij het ‘bewijzen’ van het bestaan van de termen / begrippen / verzinsels uit de propaganda voor de civilisatie: de mensenvee-houderij. De verwrongen massa tussen ‘de angst en/of de uitwerking van de endogene testosteron-vergiftiging’ enerzijds en ‘het oninvoelbare streven’ anderzijds, zoals te zien bij de extremen, worden geduid als bewijzen van het bestaan van ‘de wil’. Zoveel energie (txaenz) en zoveel bewustzijnsverenging en doelstreven, daar moet wel wilskracht uit blijken.
===================
zaterdag 21 oktober 2000 22.20|||||||||||||||
zaterdag 21 oktober 2000 22.26|||||||||||||||||
zaterdag 21 oktober 2000 22.58:
=============================
Kunnen en moeten.
*****************
Wat ik niet kan, dat kan èn hoef ik niet. ‘Hoef’ in de betekenis van ‘moeten van een ander’, ik ben er overigens ook niet toe te dwingen en dat is de enige reden van de ‘redelijkheid’ van de juristen die in dit geval zeggen ’tot het (hem) onmogelijke is niemand gehouden’.
Als ik iets moet doen om te overleven en ik kan dat niet, vliegen bijvoorbeeld of bij sommigen: zwemmen of bij iedereen: lang zwemmen in koud water, dan heb ik pech: einde overleven.
================
De beweegreden voor leren (voor het uitvinden van de middelen en technieken), zijn die misschien uitingen van ‘willen’? Wie zal het zeggen? Hoe dat te onderzoeken. Ik kan alleen: èn niet geloven (in het bestaan van zoiets als willen) èn niet betwijfelen. Ik heb alleen de waarneming dat ik een woord vind en bijbehorende gebruiksgewoonten.
====================
Iedereen ziet anderen in het kader van spelen (en van het grote omvattende spel ‘zich rangschikken’) de meest oninvoelbare dingen doen, zonder duidelijk aanwezig bevel. Is er dan een ‘speeldrang’ waaruit willen in allerlei vorm spruit? Het ‘evolutie’-verhaal is tegenwoordig weer erg ‘in’ (‘en vogue’). Steenbokken meten zich op de dimensie ‘kopstoten’ met elkaar, dus de mensen ook, op alle denkbare dimensies (Guinness’ Book of Records): “dat begrijp je toch wel, hè?”.
======================
Nog weer anders: veilig is de gevangene (en dát zijn wij allemaal: we zijn nergens anders dan in ons eigen land echt welkom en zelfs daar maar in beperkte mate allemaal en in mate van (zeldzame-)bruikbaarheid extra) slechts als er een rechtvaardig regime heerst in zijn gevangenis (die ‘vaderland’ heet). Er moet dus RECHT, in juristenspraak en in religieuze termen gezegd RECHTVAARDIGHEID zijn (= heersen, in feite: gehandhaafd worden, en wel METTERDAAD). Nou, dat komt dus binnen geen civilisatie voor, het wordt er ook niet nagestreefd door de daartoe in staat en gelegenheid zijnde betrokkenen: zomin als de spelende sportbeoefenaars zelf op hun ‘binnen de regels blijven’ letten, als ze voor het winnen (‘scoren’) betaald worden en bewonderd en anderszins beloond.
================
De opsporingsambtenaren en de juristen en de rechters, ze doen allemaal mee aan het rangschikken en hun rang is niet hoger en zekerder naar de mate van de gerechtigheid die zij ‘produceren’ (doen zijn, doen heersen).
Daar zit ook de kant aan dat de massa der mensen die gerechtigheid wensen niet ervoor zorgen dat die stroom bewondering, geld, enz. op het gewenste gedrag volgt. Ze willen het gratis hebben en dat tegen de druk van de wel betalende penose in. Als een rechter niet in God gelooft en niet VAN het volk dat gerechtigheid wil IS, dan is er weinig hoop. ‘Humanisme’ is ook maar een isme. Hoe vaak zal nou een heel politioneel -juridisch – complex bemand zijn met lieden die in hun eentje ‘karakter’ spelen? Nooit dus.
===============
Als men bereid is voor mode te betalen, waarom dan niet voor gerechtigheid?
========================
En de andere kant: nu er democratie is, hier, waarom wordt er dan gewacht tot een misdaad is gepleegd en niet gezocht naar en gezorgd voor (verandering van) de a.s. overtreders.
==================
zaterdag 21 oktober 2000 23.30||||||||||||||||
===================
zondag 22 oktober 2000 14.52:
===================
Als iemand iets doet zijn er twee mogelijkheden: hij is oorspronkelijk of doorgankelijk. Wie oorspronkelijk is, is een dader, wie doorgankelijk is, is dat niet. Hij is alleen een doorgangspunt van krachten, van werkingen van die krachten. Het is nu weer aan te voeren dat hij tegen dat doorgankelijk-zijn zou (had) kunnen vechten, om maar niet tot het doen van het door anderen afgekeurde gedrag te komen. Waartoe zou hij? Om die anderen te plezieren of om aan hun wraak (= hem mishandelen met een smoes in termen van juristen erbij, wat ze ‘straffen’ noemen). Om lieden die je dreigen te mishandelen te plezieren, daar moet je de motivatie (de beweegredenen) maar voor kunnen vinden. Dat wordt niet veel: het hele ‘zelf niet willen’, ‘self-restraint’, zelf strijden tegen de doorgankelijkheid berust op ANGST. Angst is het centrale in de hele civilisatie. angst voor de anderen boven je en voor de anderen naast je. De vreze des Heeren. Nu, in nieuw-religieuze taal is die vrees onbenoemd. De nieuw-juristen (zeg maar de Amnesty Internationalen, de privacy-ridders) proberen het hele mishandelen de wereld uit te helpen en dat kan alleen door omkopen en vandaar dat ze bij de nieuwe welgestelden groot succes hebben (gehad, bij de kinderen van die tweeverdieners in de uitbuitende landen is dat enthousiasme nihil: voor hen heeft meedoen eraan geen enkele psychische functie).
==================================
De Renaissancemens liet zich voorstaan op zijn oorspronkelijkheid en dus verdienstelijkheid en zelfs als hij door bijvoorbeeld in een tempel brand te stichten zijn naam onsterfelijk wilde maken, dan nog was hij iemand, niet iets, zoals de anderen. Nou, als dat een manier is om eer mee in te leggen, dan wordt dat enige tijd later in massaproductie genomen en als recht aan allen (in tegenstelling tot voorrecht) toegekend.
=======================
Dan is dus iedereen oorspronkelijke, dader, enkeling. Dan wordt niemand meer veracht omdat hij tot een groep behoort en wordt er geen ‘die groep kenmerkend (minder)waardig gedrag’ meer van hem verwacht en aanvaard: er wordt niet meer GEDISCRIMINEERD. En dan gebeurt er het volgende: het gebeurt, het wordt niet gedaan in het kader van het uitvoeren van een voorbedacht plan of beleid. Het is een verandering die net zo is als de veranderingen in ‘de evolutie’, ze past en vestigt zich daardoor. Ze is niet goed en niet kwaad, ze is niet bedoeld, er is niet gestreefd naar de aanwezigheid van wie er nu zijn en de verschijnselen (inclusief gedragingen) die er nu zijn. Er is geen God (schepper) en er is geen complot en er zijn ook geen ‘subjecten’ genoemde individuen. ‘Subject’ als basis voor het woord ‘subjectief’.
Geen goden, ook niet een, geen complotten en geen subjecten.
Wetenschappelijk gesproken.
Er is nog steeds wel sprake van.
Maar dat is geen ‘bestaan’, geen ‘gegeven-zijn’.
**************************
Nou, dat is de kern van de zaak.
De gestelde subjecten (renaissance-kunstenaars) werden voorbeeld voor de gepopulariseerde vorm ervan, de massaproductie van enkelingen begon. Ondoorgankelijke daders, met een naam. Lintjes en straffen-voor-enkelingen ging het regenen. Niemand wou meer iets zijn, of zelfs maar een niet-oorspronkelijk iemand. Een oorspronkelijk iemand, dat was iedereen en dat wil iedereen nu zijn, nee: geacht worden te zijn. Niet zijn, want daar zit een reusachtige hoeveelheid werk aan vast. En dat is verloren txaenz want het dat geacht worden te zijn hoeft niet meer verdiend te worden.
Wie gaat er nou streven naar moeitevol leren kennen, als het voor de anderen voldoende is (teneinde hem te achten) als hij weet van lezen / horen zeggen en kan meepraten, napraten en doorpraten met informatie, zonder kennis [ dan spreekt men van eigen kennis, wat een pleonasme is, er is geen andere kennis dan eigen kennis en die actueel, in staat van genomen-worden].
===================
De natuurwetenschappelijke benadering van de geciviliseerden omvat ook hun taal (taaluitingen, teksten), hun hele gedrag. Zoals de geluiden der dieren onderwerp zijn van de ethologie. Die wetenschappelijke benadering is objectief, onpartijdig, belangeloos, onbetrokken. De bedoeling van iemand met iets wat hij doet is alleen te vermoeden via zijn reactie op wat hij met zijn doen veroorzaakt en wel op dat relatief weinige wat hij daarvan waarneemt. Mensen praten bij wat ze doen, daardoor verandert wat ze doen niet voor de echte wetenschap. Mishandelen met religieuze / juridische smoes is gelijk aan mishandelen daarzonder.
Dat is de kern van de zaak.
=====================
zondag 22 oktober 2000 15.34||||||||||||||||
zondag 22 oktober 2000 21.15:
==================
Als het systeem maar buiten schot blijft, uit het zicht, verborgen, daar gaat het om. Alle woede moet naar de ondoorgankelijke ‘daders’. Alle afreageren metterdaad: thuis en naar de dieren. Laat de mensen vooral voelen bij dit onderwerp; niet slechts vooral: uitsluitend. Er moet een verklaring zijn voor die ononderbroken rij politie- en advocaten / rechtspraak -series op televisie. Er is nooit alleen maar, laat staan als eerste ‘vraag’ naar wat dan ook.
==========================
Achter al die bedachte ondoorgankelijke, oorspronkelijke daders, gaat het systeem schuil, ik bedoel: is dat niet te zien als bron van een groot deel van wat er aan de hand is. Natuurlijk is het zo dat de apperceptieve massa’s verschillen en dus de reacties ervan (men zegt dan: ‘van de mensen’) op de variabelen die vanuit de omgeving komen, ongeadresseerd. Ongeadresseerd en zonder vermelde afzender.
================
Een mens kan toch nalaten ‘aan de drank te geraken’. Maar als een volk onderworpen wordt, gebruikt en beroofd en arm gehouden, dan raken vele mannen per honderd ervan aan de drank. Het is voor de ‘drankbestrijding’ buitengewoon oninteressant wie precies wel en wie precies niet. Net zo oninteressant als het voor de leprabestrijding is wie er in die armoewijken nu precies wel en wie niet besmet raakt. Al dat toespitsen op de concrete exemplaren, individuen, personen is pure ROMANtiek: een verhaaltechniek wordt er toegepast op de feiten die massaal zijn en voor bestudering / beschrijving met statistiek en voor behandeling met ‘algemeen beleid’ passend zijn. Maar bij ‘het lot’ en ‘de daden’ van personen kan ‘men’ wat voelen. Bij zakelijke benadering kennelijk niet. En zo lukt het om de feiten te verschuilen achter ‘uit het leven gegrepen, navertelde, gedramatiseerde ‘Einzelschicksale’.
=======================
zondag 22 oktober 2000 21.40|||||||||||||||
=========
zondag 22 oktober 2000 21.51:
==================
Die verhalen gaan allemaal over het verleden: wat er al gebeurd is (gedaan is) en wat er onderwerp is, dat is aan het eind van de onmetelijk lange reeks (‘keten’) veroorzakende gevolgen en ‘gereed gezette voorwaardelijke omstandigheden’.
En voor elk van die verhalen is er aan dat verleden niets meer te doen. Maar er is zelfs geen sprake van het dempen van de put waarin het kalf verdronk, integendeel: alles blijft bij het oude, de hele stand en vooral gang van zaken. De ‘dader’ krijgt een tweede en derde kans (op recidiveren) en wat vooral duidelijk blijkt dat is dat het voorkomen van het elkaar met ‘kleine criminaliteit’ hinderen van de gebruikten, “geen prioriteit heeft”.
=================
zondag 22 oktober 2000 23.59|||||||||||||
maandag 23 oktober 2000 0.03:||||||||||||||||||
0 reacties