Slavenvolk

Categorieën: 2010, 1 januari – 2014, 31 december | Archief
Trefwoorden: 'de wereld' | buitenbesturing | geloven | illusief spel | mensvee | politie | Robinson Crusoe | slaven | soeverein | tevreden slaven | Veblen (Thorstein)

Jaap Schot, 20 maart 2013

Als baby van enkele dagen oud ben ik ten stadhuize als bezit van DE SOEVEREIN ingeschreven, ten stadhuize. Moeder moest mijn geboorte daar (laten) melden. Zij was tig jaar eerder op dezelfde wijze genoteerd bezit (eigendom) van de soeverein geworden. Wij, genoteerden, ingeschrevenen in het bevolkingsregister zijn gereedschap bij het door die soeverein veroverde land hier: zelfwerkend gereedschap, biorobots. Met talige bevelen te starten, te besturen en te stoppen.
De mensenkinderen die geboren worden zijn nog geen biorobots. En er zit ook niet een aangeboren neiging in dat te worden. Daarom moeten de ouders / opvoeders / onderwijzers / opleiders daar ook ononderbroken aan werken. Het is gevaarlijk en dus ongewenst om dit menselijk gebruiksvee vaardigheden te laten aanleren zonder dat ze onder bevel kalm zijn (kalm submissief, zoals Cesar Milan, de hondenfluisteraar, de honden wil hebben).

Tussenvoegsel: 20-3-2013 12:58:
Vanuit de staten benoemd heet vaardig nemen (roven) en dwingen ineens ‘misdaad’. De maffia en de roof met virussen en zo via computers zijn schoolvoorbeelden hiervan. De mensen die dat doen zijn deskundig en vaardig, ze hebben alleen geen opdracht voor wat ze doen. Ze leveren geen tegenprestatie aan de beroofden, maar dat doen de rijken ook niet. Die rijken leveren werkgelegenheid, door bijv. een order voor een nieuw luxe jacht te plaatsen.
Dit spreken van werkgelegenheid is een schoolvoorbeeld uit ontelbare verhullende termen.
De propaganda voor “onze” maatschappij en de reclame sporen iedereen ononderbroken aan zich in te spannen om op de duur ook, net als die leden van de nietsdoende klasse (term komt uit Veblen ‘Theory of the leisure class’) zich te kunnen laten dienen. Er is geen werkgelegenheid voor duizenden mensen die voor die propaganda en die reclame gevoelig zijn, o.k. zijn dus, niet onaangepast. Er zit voor die werklozen niets anders op dan smeken en dulden of naast de toegestane stroom van legaals te gaan werken. Werken voor niemand, geen bevel, opdracht, order, baan, aanstelling, maar wel actief. Net als Robinson Crusoe in z’n eentje op ‘zijn’ eiland. Een zelfstandige, geen knecht, geen personeel. Net als Robinson heeft hij het nodige nodig en neemt dat. Maar nu gebeurt er nog iets: zoals men zich kan voorstellen zal Robinson, via zijn geheugen ook nog wel wat onnodigs gedaan hebben. Maar deze werklozen in onze buurt zijn net als wij ononderbroken onder de aandacht trekkende werking van reclame en propaganda. En om ons heen zijn de pesters, die vrijwillige medewerkers zijn van de makers van reclame en mode (de tijdgeest).

Als het gehoorzamen aan de een of andere schepper van werkgelegenheid niet nodig is (1) en het nodige zonder prijs beschikbaar is (een uitkering hier en geen winkelier bij de vruchten aan de bomen bij Robinson) (2), zullen veel mensen wel nalaten veel onnodigs te doen? Vraagteken, wat maakt het ook uit.

Volgens sommige besprekingen is de wet (het recht) het verschil tussen de willekeur van de bezetters in de situatie kort na de verovering enerzijds en “onze” maatschappij. Nu hier zijn wij, de erfgenamen van de nederlaag, ook de ontwapend, ondergeschikt, tot bewerkend personeel bij het land en de andere productiemiddelen bestemd.
Het dwingen van ons tot dienen voor geld wordt gedaan doordat de politie de diefstal en de fraude bestrijdt. Een doeltreffende politie zou elke manier om aan geld te komen onmogelijk maken, die geen gehoorzaam dienen van een betalende opdrachtgever was. Geld, daar dien je voor. Geen uitzonderingen.

Maar zo is de stand en gang van zaken niet. Waardoor niet? Nou, zie de geschiedenisboekjes. En waartoe niet?
Antwoord: voor de staat werden een religie en een juridisch stelsel geschreven (verzonnen). Met als doel een denkbare en logisch bespreekbare omgeving te hebben voor het voorrecht van de een om zich door de anderen te laten dienen.
Eerst was er de overwinning, de brute overmacht, gevechtskracht. Dan kwam er de voortdurende intimidatie (openbare terechtstellingen), dan de goddelijke aanwijzing als overheid, met het recht geld te scheppen, bevelen uit te vaardigen. Daarin moest worden geloofd. Dat was lange tijd met woord en brandstapel te veroorzaken. Maar dat ging over. Daarna moest de dwang van de politie komen. En die doende dienders moesten dus in die goddelijke aanwijzing geloven of tevreden zijn met hun inkomen en emolumenten.
Dat van die overheid die door die ene god die de soeverein is, over ons is gesteld, dat geloven nog slechts weinigen.
MAAR HET GELOOF DAT HET GOED IS DE WETTEN VAN DIT LAND TE EREN, dat is er nog. Wetten eren is ongelijk aan zorgen dat je niet in aanraking komt met de politie, zó, dat je een strafblad oploopt.
Geloven in wat de besten van het volk (de profeten) hebben ingezien en gemeld, is minder dom dan lui. De echte volwassen mens luistert en kijkt zelf, gaat naar de zaken zelf en neemt kennis.
Geloven in wat de priesters voorlezen en als interpretatie geven raden de priesters aan. Daarover gaat dat verhaal over Jezus van Nazareth.

Ook t.a.v. de wetten en regelingen geldt:
De echte volwassen mens luistert en kijkt zelf, gaat naar de zaken zelf en neemt kennis. Maar de wetten zijn verzonnen met het doel de loonafhankelijken plat te praten, aan het werk te brengen en te houden, dom te houden. Jammer, maar het is niet ander: kalm onderworpen moet het menselijk gebruiksvee zijn. Rust en orde. Tevreden slaven (in zelfbezit).

Het afgelopen jaar ben ik opgelopen tegen een voorbeeld bevoorrechting die niet via geld verloopt. En dat, bevoorrechting die niet via geld verloopt, is interessant. Uiterst irritant als je aan het verkeerde eind zit, maar interessant. Want het handhaven daarvan tegen de ideologie van gelijkheid in, is niet logisch. Dat het niet rechtvaardig is, is niet verbazingwekkend: elk verband tussen recht en gerechtigheid is onbedoeld en berust op toeval.
Ik heb geen andere verklarende theorie gehoord dan ‘identificatie met de aanvaller’. Daar zou dit een voorbeeld van zijn.

Bij zorgvuldig beschouwen blijken mensen niet geschikt voor dat leven als biorobots. Er is echt politie en straffen en belonen en ‘de aandacht afleiden’ nodig. Levenslang. Als je kleine kinderen goed hard slaat en schopt, worden ze zo bang, dat ze levenslang niet meer in opstand komen. ‘Het breken van de wil’ noemden ze dat. “Ai, matig Uw kastijden, sla mij met medelijden, gelijk een vader doet” zong de N.H. gemeente hun God toe, in mijn jonge jaren. Ik was daar toen. Anderen, de meeste mensen, vrijwel 1000 promille van wie nu leven, zongen dat nooit. Maar het maakt wel deel uit van de geschiedenis van “ons volluk”. Niet van ons volk, want dat hield in de loop van de tijd op te bestaan en verwerd tot de mensveestapel die nu ‘alle Nederlanders’ bevat. Het volk is van de structuur ontdaan die ieder volk heeft, dat nog niet onder de voet gelopen en tot mensvee benoemd is door de veroverende kolonisator. Die structuur van een vrij volk is ongelijk aan de hiërarchische (militaire, rangschikkende bevelsstructuur) die wij, ja ook alle burgers onderling, hier als volluk opgedrongen kregen en nu ‘hebben’.

In alle gevallen waarin een rovend volk zich vestigde bij een overwonnen volk, veranderde dat stuk aardoppervlak in hun woongebied. Zij die wonnen namen zich voorrechten: zij pakten de producten (oogst en maaksels/artefacten) af van de geknechten, ze dwongen deze onderworpenen ertoe hen ook op vele, vele andere manieren dan als producent te dienen.
De overwinnaars hadden als enigen de wapens en de militaire organisatie en oefening. Zij namen zich VOORRECHTEN. Om redelijke en technische redenen gaven zij aan wie hen tot tevredenheid die om meer vroeg gediend hadden: geld. Dat geld was een bevel aan de andere leden van het volluk, aan andere stukken mensvee. Een bevel tot het leveren van goederen en diensten. Wie zulk geld had, had de gewapende laaggeplaatsten in de hiërarchie der bezetters (zeg maar: de politie) achter zich, kracht bijzettend aan die geschreven bevelen (het geld). ZO GINGEN STEEDS MEER VOORRECHTEN ‘IN GELD ZITTEN’ en dat geld, dat kwam (uiterst ongelijk verdeeld op den duur, tegenwoordig dus) terecht bij de losse enkelingen – burgers.
Losse enkelingen, daarin werd door de juristen én door de priesters, het volk uiteen besproken en bejegend. De destructie, het wegwerken van de structuur. De “organische structuur” van het vrij en zelf levende volk.
Zelf levend i.t.t. op buitenbesturing staand, geplaatste orders uitvoerend. Orders uitvoerend onder bevel van bazen die op hun beurt ook weer onder bevel staan. De militaire rangschikking, lineair, niet organisch, slechts met dreiging werkend.
Vrij, dus niet als slaven, die na hun werken ‘vrije tijd’ te besteden hebben: iets voor zichzelf kunnen gaan doen.

En zoals bij alles wat hen werd aangedaan, moesten de onderdanen / onderworpenen ook hierbij JUICHEN.
De rijken hebben voorrechten. Maar daar die ondergebracht zijn in geld en iedereen wel eens iets onnodigs kan kopen, valt dat alleen op zodra je kijkt. En dát, KIJKEN NAAR HET INTERSUBJECTIEF ZINTUIGLIJK GEGEVEN GEBEUREN, dát is voorkomen en waar het spontaan optrad: afgeleerd.

Ik kan niet weten wat er aan begrippen en onderscheidingen en verhalen en theorieën en herinneringen in een ander z’n denkhoofd (‘mind’) actief zijn. Ik kan als spreker niet weten waar ik de hoorder aan doe denken.
Bij zeer veel woorden, begrippen, onderscheidingen zijn er geen problemen. De scheikunde is HET voorbeeld van een wetenschap met een intersubjectief gegeven onderwerp en een door grote zorgvuldigheid bruikbare (ik bedoel: communicerend werkende) taal.

Wat de “grote” scheikundigen hebben gedaan was: onderscheiden en benoemen. En ze maakten een verse, nieuwe verzameling begrippen en onderscheidingen en woorden (en woordvormingsregels).
Zo verdreven ze de alchemie, zonder enig verschijnsel waar die alchemisten mee bezig waren te verliezen.
Goud maken, suggereren, voorliegen en geloven, het gebeurde allemaal in de verhalen van en over die alchemisten. Maar het gebeurde niet in de werkelijkheid (de natuur, de schepping) maar slechts in de wereld, in het illusieve spel ‘wereldje’.

 

0 reacties

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Categorieën in Jaap’s teksten

Share This