Supernanny

Categorieën: Kapitein Veerdonck | Opstellen
Trefwoorden: onbewerkte versie

070212dgbscwpluswebl

==========

Start: maandag 12 februari 2007 10:09

Vervolgd op 13 en 14 februari

==========

 

Die supernanny doet niets anders dan de ouders het straffen leren. Er wordt niet met de kinderen samen wat ondernomen, de kinderen moeten gewoon verder zelf hun txaenz verdoen aan onnodigs. De kinderen hebben geen omgang met enige zaak, niet met hun entelechie en niet met hun omlevende soortgenoten. De kinderen hebben niets te doen, ze moeten “spelen” in (dat is: volgens) de ‘wereldvisie’ van de ouders (en van de supernanny).

       De kinderen gaan elkaar bestrijden en zich verzetten, tegen de ouders (via de spullen). De kinderen krijgen geen enkel nut (ß taak à waarde).

Ik heb ook nooit geleerd iets aan te pakken en daarmee de wereld om mij heen te lijf te gaan. Dat ambitieuze VVD’ersgedrag. Etter. Geldingsdrang. Ruzie. Rangschikken.

Het is hún wereld. Laat ze er in lijden. Of genieten.

Er is niets te bewonderen aan of in de wereld, de civilisatie, al die buiten de sport geleverde overtrefprestaties. Van het elkaar in de sport overtreffen zijn geen sporen (nu ja, opnamen, recordings). En herinneringen, geheugenvulling.

       Maar sportend bezig zijn is al veel beter voor kinderen dan moeten spelen met speelgoed waar geen spel aan vast zit. Spullen die geen nieuwsgier meer kunnen wekken.

===========

Mijn omgeving is (= gebeurt) zoals ze gebeurt, los van de vraag óf ik erbij spreek en hóe ik er bij spreek, wát ik er bij denk à uitschrijf.

========

Er is geen vraag aan mij naar tekst bij ‘wat gebeurt’. Zelfs al zou mijn tekst in de krant staan, dan nog is het een tekst tussen andere tekst.

=========

En mijn tekst als op mij terug werkend iets? Het is alsof anderen zeggen wat in mij als ‘inner speech’ opkomt, want het is hún taal (begrippenapparatuur), toch nog, ondanks mijn eigen geknutsel (definiëren, bevoorbeelden, in verhalen verpakken, enz.).

Ik juich niet bij ‘wat gebeurt’ en ik sta er ook niet bij stil of bij te treuren. Het is wat het is, leegte in een leeg heelal.

Er zijn geen goden en geen mensen die daders zijn. Daderschap is een duivelse illusie, de oorzaak van oorlogen, via de organisaties die wij allen aantroffen, waardoor wij al vlak na onze geboorte ingevangen en genoteerd bleken en voorzien van een eigennaam. Dat paspoort bleek een verblijfsvergunning. Verblijven was een gegunde, niet vrij te nemen, ‘zaak’. Het lieve vaderland is de gepersonifieerde territorialiteit: ksssst, wég jij. Hier woon ík. De onvriendelijkheid tegen wie geen paspoort van dít land heeft, moet ons dankbaar en anderszins positief stemmen.

“Óns land”. Maar ook: ónze groep, óns bedrijf, waarvan wij aandeelhouder zijn.

Je kunt er net zo veel bij spreken en bij voelen als je wilt, het gebeurt zoals het gebeurt en de ervaring heeft de meeste mensen dan ook geleerd dat ze er geen gedachte aan hóeven te besteden. Alle ‘politieke gepraat’ is leeg voor 99% van de aanwezigen – getroffenen. Dat betekent nog: 160.000 mensen die in Nederland iets politieks doen. 160.000, geloof jíj het? Dat is veel hoor, heel veel. Hoe dat ook zij, de anderen zijn stemvee, dat alleen uit verveling zich een mening zou laten oprispen (‘zich een mening vormen’ is de uitdrukking, maar dat is veel te bewerkelijk, doet aan boetseren denken).

Ook verzet tegen wat er door die weinigen die politiek actief zijn wordt geprolongeerd, gehandhaafd, gespeeld, trekt DUS geen belangstelling. De politieke stand en gang  van zaken is even beïnvloedbaar als de klimaatsverandering, ons nieuwe speeltje, onze nieuwe vijand. De atoomlobby ruikt weer kansen. De boeren zien weer het oogsten van wind (à elektriciteit) aan de vervuilde horizon.

Het abstracte zelfstandig naamwoord  ‘terrorisme’ was toch niet zo’n goede vijand, bij nader inzien. Nee: het een of andere gebeuren in de niet levende natuur, dát is een goede toevallige vondst. De mensen hebben toch geen idee van cijfermatige gegevens.  50.000 lijkt veel meer dan 2 miljoen. Het is toch een veel langer stuk ‘getal’ in de tekst, nou dan. Kijk, het wordt pas anders als je het met kubieke millimeters driedimensionaal maakt: 12-2-2007 11:17

12-2-2007 11:42: Een kubieke meter is een meter maal een meter maal een meter. 1000 mm maal 1000 mm maal 1000 mm. 1 miljard mm3 . Hoe komen we bij een voorstelbare, driedimensionale 2 miljoen? 1 miljoen mm3 zitten in een aquariumbak van 100 bij 100 bij 100 mm: zes nullen immers. 100 mm = 10 cm. Een kubieke decimeter = een liter = 10 x 10 x 10 mm3

Een miljoen is niet kubiek, is geen derde macht.

10, 1000 = tien3, honderd 3 = 1000000,. Een kubieke meter is 100 x 100 x 100 cm = 1 miljoen cm3 50.000 cm3 is daar een tweehonderdste van, 50 liter, 5 grote emmers, dan zijn er nog 95 van die emmers over. 1 emmer van de 20.

Wat een gezeik, dat getallenwerk. Wég ermee. 12-2-2007 12:27

=================

=================

12-2-2007 17:07:

  1. uitspraak = taal x waarheid (waarneming / inzicht / bedoeling)
  2. de waarheid is één en wel dat
    • wat we ‘werkelijkheid’ noemen als we in de oorzaak-gevolg-bijsprekingswijze bezig zijn en
    • waarvan wij als deel van het oppervlak dat de actualiteit is, onze Umwelt, via onze zintuigen krijgen.
  3. de waarheid één zijnde is tegenstrijdigheid van ware uitspraken onmogelijk, want:
  4. ware uitspraken kunnen niet mede met wmsgg’s die de verschijningsvorm van zelfstandige naamwoorden of werkwoorden hebben, worden aangemaakt
  5. pas volwassenenonderwijs, – waarbij dus het woelen van de woorden in de leerling voor de leerling introspectief waarneembaar is en de vraag “Wat denk je er zelf van?” een passende vraag – kan met wmsgg werken. Ja dat móet zelfs, want volwassenen onderwijzen is: hen bevrijden van hun ama, = dat wat de religies als ‘door de doop af te wassen’ aanwijzen.
  6. Het gaat er om de volwassenen weg te voeren uit de gebondenheid aan de door hen aangeleerde begrippensystemen, gewoonten, meninge, opvattingen. Hen ertoe te brengen hun heilige huisjes achter zich te verbranden.
  7. Regeringen staan voor taken, o.a.
    • de taak de rust binnen hun volk te behouden
      • daartoe moet het gebruiken van mensen door andere mensen worden aanvaard.
        • daartoe moet dat met vertoon van onderdrukkend geweld worden afgedwongen of
        • gewoon worden gevonden (geacht). Daartoe werden aangemaakt en in gebruik gesteld:
        • diverse religies, maar per volk was er maar één toegestaan of onaangevochten dominant
        • diverse staatsinrichtingen, weer: één per volk: ‘DE’.
        • diverse economische theorieën: één enkele voor de hele wereldbevolking, die welke gewonnen heeft: ze ‘kapitalisme’/tldisme.
      • de bruikbaarheid van de gebruikten te behouden (ß de één óf een andere heilige tekst inpeperen. Ze proberen nu de heilige tekst: “GÉÉN TEKST IS EEN UNIVERSEEL HEILIGE TEKST, BEHALVE DEZE”. )
      • de kwaliteit van de txaenz van de gebruikten verhogen: veerdonckeren. Dus dit is NIET: onderwijzen, maar opleiden. Anders gezegd: het intellect wordt niet ingeschakeld bij het oplossen van bovengenoemde problemen. 12-2-2007 17:59|| 1.146 woorden.
      • ======= =/\
  1. dinsdag 13 februari 2007:  Nieuwe dag, nieuw begin.
  2. Gewone mensen denken niet over politiek en niet over daderschap. Het tldisme is gegeven en het daderschap waar dat aan bevestigd is als de trappers aan het frame ook. Vanzelfsprekend is het kwalijk te nemen en dankbaar te zijn, want vanzelfsprekend is het om, wat door mensen gebeurt (zoals verwoestingen door tornado’s gebeuren, die relatie bedoel ik) aan die mensen als handelen, als doen, als gekozen gedrag toe te schrijven. Vandaar het zo vaak terecht uitgesproken ‘Sorry’, het is zo vaak helemaal echt niet het geval.
  3. Kinderen die verstoppertje spelen, leren dat ze greep hebben op hun gedrag en daardoor op wat hen overkómt. Greep op wat anderen kunnen (de gelegenheid toe hebben). Ze leren de omgeving goed te bekijken, na te zoeken op verbergplaatsen en op uitzichtplaatsen. Als de omgeving er voor geschikt is, als leermiddel, is er al spelend heel veel te leren. Goed geoefende kinderen zullen de nieuwkomers kunnen onderwijzen: de woorden en de trucs bijbrengen. Men leert dit (dat je greep hebt op je gedrag en daardoor op wat je  overkómt) niet beschouwend, via woorden en verhalen, maar al doende. Van welk bezig zijn in welke omstandigheden leren ‘die kinderen die de lezer kan waarnemen’ het? Zijn dat van die prettig spannende omstandigheden als ‘verstoppertje spelen’? Let op dat híer, bij dit leerzame spelen, het van het grootste belang is, dat aan het winnen geen gewicht wordt gehecht. Het verliezen is namelijk niet méér dan: geplaatst worden in die andere, die zóeksituatie, waarin van de andere kant geleerd wordt wat goed (doeltreffend) verstopgedrag is. Het doel is een speels speeldoel.
  4. Onlangs sprak ik met een bijdetijdse aanbieder van oefengelegenheid voor ooghandcoördinatie. Hij stelde dat bij veel gevallen (na beroertes gebruiken stelde ik voor) het voldoende was om met de muis en de computer bezig te gaan, veranderingen op het beeldscherm veroorzakend. De gróve motoriek is nog wel in orde. En zo is het ongetwijfeld. Maar: het reeds qua grove motoriek in staat zijn verstoppertje te spelen is geen voldoende reden om dat spel te vervangen door zittend omgaan met een elektronische speeldoos. Daar krijg je dikke kinderen van, en ongezonde. Jammer nou.
  5. Het tldisme maakt dat er geen onverstand in het centrum van een téchnisch goed functionerende staatsmachine aan de macht is, beslist, de richting kiest, gas geeft, bestuurt, remt, versnelt en stopt. Dat komt doordat er geen centrale besturing mogelijk is. Er wordt niet gehoorzaamd, want er wordt geweld gebruiken geschuwd.
  6. Gewelddadig straffen en doden vindt alleen voorspraak van de gebruikten. De parasitair van hun tijdgenoten – soortgenoten levende mensen willen geen geweld en geen doodstraf.
  7. De leer (doctrine) van het tldisme is dat wij in vrijheid, natuurlijk, bijeen leven, dat er geen onderdrukking (à onrecht) ís in de stand en gang van zaken. Maar de natuurlijke reactie om muskieten op je huid, dood te slaan en vampiervleermuizen zeker ook, die is door de mensen die van mensen leven niet gewenst. Het zou hén treffen, als het inzicht de wereld binnen ging en actie nam. 13-2-2007 11:49 ||1.665 woorden.
  8. 13-2-2007 12:41: Toonder laat in dat verhaal met die hachjes die krokodil verjagen. De sloven weten met hun hachje (txaenz) niets te beginnen. Dát is de kern van dat verhaal. Zij kennen hun entelechie niet, zij kennen de gewoonten en de daaraan door leren gehechte positieve waardering (de vleespotten van Egypte). We moeten wel (aan onszelf en pas dan aan anderen en aan kinderen / nieuwkomers / ondoordachten uitleggen wat we met de geestelijke vleespotten van Egypte bedoelen (bijvoorbeeld de sport, het zich rangschikken, het winnen, het overtreffen, LEEG, om zichzelfs wil geworden). Als we manna voor kennis nemen (opvatten), dan zijn die vleespotten ook ‘geestelijk’ te nemen. Gij zult U de bijbel niet illustreren.
  9. Gij zult U niet laten ontnemen de mogelijkheid om de bijbelverhalen te gebruiken als verhalen (a:b=c:d’s / gelijkenissen) om uw eigen inzichten in te verpakken voor verzending aan anderen.
  10. Gij zult niet aannemen de suggestie dat de bijbelschrijvers alles letterlijk bedoelden en dat zíj in het aan te treffen zijn van geesten, duivels, goden en dergelijke geloofden. Zo min als U gelooft in het vallen van Uw aan te treffen oog op iets op het trottoir. Gelukkig niet.
  11. Er zullen bijbelschrijvers zijn geweest, die niet zo helder waren en ander die zeer helder waren, in deze. Het blijkt voor ons, Nederlands sprekenden, onnodig steeds iedereen te wijzen op het slechts spréken van een vallend oog en een opvallend ding.
  12. Sóms is het goed er op te wijzen dat wij, sprekend over de grote wervelstorm Hugo, geen dader noemen als wij spreken van het feit dat híj schade aanrichtte. Wij geven wel eigennamen, maar maken er geen persoon van die wij verantwoordelijk stellen. En ook de hond die een kind doodbeet en die dan wordt afgemaakt wordt dat niet als dáder, – wij zijn zó beschaafd dat wij de doodstraf niet meer kennen, immers -, maar als biologisch geproduceerd en door het toeval geprogrammeerde robot-computer, waarvan wij (gezien vele vorige ervaringen) weten dat herprogrammering met een ander besturingssysteem en andere programma’s vrijwel zeker ondoenlijk is. Wij weten dat er geen wraak past, hier. Wij doden vanuit zakelijke overwegingen. Wie kwáád is op die hond, is invoelbaar, maar bij verder doordenken onhoudbaar, bezig. 13:03
  13. 13-2-2007 13:08 Wij zagen onze kinderen leren van verstoppertje spelen. Onze kinderen zijn, door kort na hun geboorte aangegeven en genoteerd te zij geworden op het stadhuis personen. Wie nergens genoteerd staat (op geen enkel paspoort recht heeft) is een onpersoon. Hij is overal op aarde een illegaal. Zigeuners waren dat en zie hoe de Nazi’s daar op reageerden. Wilde dieren zijn ook onpersonen. Maar het alleen maar geven van een eigennaam en zelfs het noteren, het maakt van wervelstormen en dieren en planten maar géén personen, met daderschap, met verantwoordelijkheden, met een vrije wil, met de mogelijkheid van verdiensten, schuld en schande, laat staan met soevereiniteit (vrijgesteld zijn van het zich moeten verantwoorden, dat is: het moeten antwoorden op vragen naar het waaróm van hun gedrag, dat wordt opgevat als: door hen gekozen om te dóen, terwijl ze hadden kunnen kiezen voor het nalaten ervan).
  14. De genoemde soevereiniteit werd aanvankelijk slechts aan heersende leiders van overwinnaars toegedacht, toegekend, toegeschreven. Láter aan de roomse god die, áchter de heerser staande, hem zijn macht verléénde, zijn gedrag ‘legitimeerde’ en hem tot ideale geheime politie (in de hersens van de gelovigen) was.
  15. In de middeleeuwen hier was dat de roomse god, in andere tijden hier en/of  nu bij andere volkeren kan een andere god dienen, als middel voor dit politieke doel (verzet en opstand voorkómen).
  16. In die roomse middeleeuwen hier was de bijbel de heilige schrift, – volgens de priesterlijke voorschriften, dus met de theologie en doctrines als vooronderstellingen, door de priester, deels, aan het volk voorgelezen en ‘verklaard’ en ‘toegepast’ (van een moraal, dat is: een gedragskeuzeaanwijzing voorzien).
  17. In deze verlichte tijd van tldisme is de heilige schrift de grondwet, de verklaring van de universele rechten van de mens, de bundel internationale afspraken van de UNO en dergelijke. Even heilig als de diverse heilige boeken voor de religieus gelovigen. Ook dit: geen oud papier.
  18. Het democratisch tot stand gekomen besluit is even heilig als het kerkelijke, pauselijk ex cathedra afgekondigde leerstuk. Tot een andere paus het vervangt, sprekend van achter die katheder, is het gezegde geldig. ‘Geldig’ helder onderscheiden van ‘waar’, ‘soevereine bevelen’ van ‘als aangetroffen noodzaak doorgegeven naar beneden in (resp. de periferie van) de organisatie’ is geen gewoonte. 13-2-2007 13:37

 

============= dinsdag 13 februari 2007 21:17:

Het weblogverhaal is nu duidelijk:

  1. Het is een cursus, dus onderwijs
  2. met als onderwerpen:
    • echte literatuur onderscheiden van nep
    • echte literatuur leren lezen
    • echte literatuur leren schrijven
    • oefengelegenheid
    •  
  3. Wat kost het? Geen geld, alleen tijd, aandacht, energie, toewijding, doorzetten.
  4. Wil het lukken, dan moet je het willen leren voor jezelf, niet om er een lezer mee te dienen, te boeien, te verbluffen. Je moet er niets mee willen, niet: denken aan publiceren en beroemd worden en dit leren eigenlijk éven graag willen óverslaan, het vervangen door een tik met een toverstokje à meteen kúnnen). Lang niet gratis dus. Maar let op: net als het echte leven, dat ook niet moeiteloos gebeurt, levert dit leren ook geluk (happiness) op.
  5. Het is onderwijs en dus omvat de cursus:
    • het in aanraking brengen met voorbeelden:
      • bestaande boeken voorleggen, ter lezing
      • lezen voordoen
      • schrijven voordoen
    • Je moet uitschrijven (noterend, lichtelijk uitwerken) wat ‘je’ invalt (bij het lezen of bij het leven). Daarvan staan (c.q. komen) vele teksten van mij als voorbeelden in het weblogboek, om te laten zien wat ik daar mee (met ‘uitschrijven’ dus) bedoel.
    • Deze uitschrijfsels zijn de tekst die in jou opkomt en geven dus de gelegenheid om je eigen actieve (≈ door jou gebruikte) woordenschat en begrippenverzameling te bestuderen, je hebt die voorliggen. Als een voorwerp voor je liggen.
  6. Wie echte literatuur schrijft, blijkt iets te “zeggen” over een ander onderwerp dan ‘zijn verhaal’. Orwell schreef niet over ‘een boerderij van de dieren zelf’, maar over ‘de wereld als de onderdrukkers verjaagd zijn’. Waarom zo’n schrijver van ‘literatuur’ dan niet gewoon schrijft wat hij met het boek wil aanwijzen, is een vraag apart. Enkele antwoorden vallen zó al in:
    • de schrijver probeerde dat wel, dat gewoon zeggen wat hij bedoelde, maar hem bleek dat de beschikbare termen versleten zijn. Daarvan worden in de cursus vele voorbeelden gegeven.
    • de schrijver ontwijkt de censor
    • de schrijver zit in de vermaaksindustrie, heeft daar een betaalde functie of is daarin vrije ondernemer.
  7. Een verhaal of boek eist, zo schijnt het
    • een begin en
    • een einde
    • figuren / personen
    • en de suggestie van
      • echt gebeuren en van
      • samenhangen

Dat zijn eisen aan de vorm, om te boeien en om te  slikken te zijn door de luisteraar – boekkoper – lezer. Er zijn nog veel meer eisen, aan stijl en dictie enz. Daar komen we láter wel over te spreken. Voordat er kan worden gesproken over hóe je het zeggen moet (teneinde dit of dat), moet je een waar iets te zeggen hebben (= iets te melden hebben). Het is te vergelijken met een apothekersopleiding: als láátste stukje komt daarin het pillen draaien. Eerst moet je de actieve stoffen (geneesmiddelen) hebben en onderscheiden en kunnen afwegen. Zonder dat kun je alleen placebo’s uitreiken. En ja, er ís een placebo-effect. Sommige mensen weten uit een leeg verhaal toch nog een ‘wijze les’ of een goede  onderscheiding of relatieaanduiding te halen. Terzijde: het tegendeel van ‘tot reageren op een leesplacebo in staat zijn’, is ‘het kunnen lezen van echte literatuur als verhaaltje’. En van menig boek kan ik echt niet vinden of de schrijver iets bedoeld heeft, of dat het puur een leesplacebo is. In welke aantrefbare werkelijkheid leert bijvoorbeeld zo’n ‘fantasy’ boek als van Tolkien ons iets onderscheiden of ‘de weg’? Misschien is het wel een dagdroombegeleiding, een emotiesafari, vakantiebesteding dus.

 ======== 14-2-2007 11:59| 3.125 woorden ===

 

 

 

In deze cursus pellen we de inhoud dus weer úit die vorm, want wij gaan oefenen:

  1. in het vormgeven,
  2. in het inhoud kiezen.

=========

 

We beginnen met eenvoudigs: gelijkenissen schrijven. Binnen het verhaal zijn dingen (a en b) die zich tot elkaar verhouden zoals andere dingen (b en c) zich tot elkaar verhouden in wat ik bedoel (= dat stuk actualiteit waar de lezer zijn aandacht heen moet).

 Als beginvoorbeeld nemen we ‘Animal Farm’ van Orwell. Dat is, voor iedereen duidelijk, een gelijkenis. Aansluitend zijn te behandelen De Sloven van Marten Toonder en het verhaal met Mozes als hoofdpersoon in het Oude Testament, (nu eens níet ‘rooms gelezen’).

13-2-2007 23:53 || 2.820 woorden. 

woensdag 14 februari 2007 11:17: boven in geschreven.

14-2-2007 16:54:

Ik heb geen zin om wéér een stuk voor de vrijdenkerij te schrijven en in te sturen om me weer dood te laten zwijgen.

Arrogante halfintellectuelen, die het rooms lezen niet hebben opgemerkt als hen aanklevend. Het protestantisme is een abortief rationalisme en het rationalisme is een abortieve verlossing, verlichting, terugkeer naar de natuur als (= waar) er alleen besproken wordt, waarheid gesproken wordt, alleen gemeld wordt, zij het dat er volwassenenonderwijs is, waar het zichzelf in volstrekte duisternis en zonder spiegel ‘bezig zien terwijl men niet doét’, het reflecteren wordt beoefend en daarbij gesproken.

       Het protestantisme heeft de aantrefbare god, de dader die niet gesteld is, maar ageert, behouden. Zoals veel mensen de zwaartekracht toch nog steeds opvatten als een overal altijd actieve dader die aan het trekken is. De suggestie van werkwoorden, zelfstandige naamwoorden en eigennamen is groot. Door de afwezigheid vooral van de reflectie op taalgebeuren (men spreekt ten onrechte van taalgebruik, die gebruiker is een gepostuleerde, een illusie, één van de als de werkwoorden zo talrijke vorm van de illusie ‘daderschap’).     

Wij doen ons niet, wij gebeuren. Er zijn ook geen goden die ons doen. Ook niet één. Aldus zonder verzinsels doet ons de wetenschappelijke instelling spreken, zeggen, vaststellen.

Het is een te vroeg geboren kijk op ‘wat je ziet’ als je daar nog daders meent aan te treffen.

Ook mensen die een organisatie leiden, krijgen dat machtsgevoel dat mensen krijgen, die een motorvoertuig besturen. De suggestie dat je, veroorzaakt wat door je heen gebeurt, is moeilij te weerstaan, vooral omdat de door de taal gesteund wordt. Objecief waarnemen moet tegen de in je op komende bijspraak (ß onderscheiding – benoeming – inkadering  – bespreking) in inner speech in.

 

 

14-2-2007 17:30: eigenlijk is het nog erger, en is het ergere gevaar al deels geweken als er ons tekst invalt, als wij de memen in ons bewustzijn aan het dansen hebben en dus horen met ons geestesoor. Wij moeten objectief waarnemen tegen juist ook de verborgen blijvende appercepties (≈ interpretaties, vermeende herkenningen, opvattingen, associaties) in.

       Het zal ons txaenz kosten de ons onbewuste bewonende memen tot dansen (= zich hoorbaar maken) te dwingen. Dát is de innerlijke jihad: de goede strijd. De sukkel die denkt dat hij die strijd in opdracht van een god moet voeren en denkt er van af te zijn als hij verklaart niet in het bestaan, wat dat dan ook moge zijn, van die god te geloven, is die dwaas die in zijn hart zegt ‘Er is geen god’. Nee, zover was Mozes en waren de Levieten ook, dat ze dat heel helder wisten, dat feit kenden en in het geheel niet geheim hielden. Zíj, die priesters die Mozes aanstelde, waren de lui die hem, Mozes, begrepen. Mozes had die god die die rampen deed gebeuren verzonnen, dat blijkt uit het hele verhaal. Het hele verhaal is er om te vertellen hoe dat kón. En hoe ‘je’ dat (god, De Heilige Naam, als hulpmiddel tegen de verdrukking in de wereld, aanroepen) iedere keer weer, in vele verschillende omstandigheden kunt doen. En dat moet je niet zomaar doen, niet ijdel. Dat, – De Naam ijdel, zomaar, voor flauwe kul, voor kleinigheden gebruiken -, zal zich tegen je keren. Wat die god doet is: wat er gebeurt. Per definitie. Eerst gebeurt het (nee: eerst gaan de voorwaarden zich vervullen en in die tijd, dat de lucht betrekt, heb jij de tijd om de regen te voorspellen en te zeggen dat God die stuurt. Maar kijk, dít is nou zo’n voorbeeld van ‘ijdel gebruiken’. Volk verlakken. Fout. Een regengod is een overbodige god, een afgod. Maar, – een ander voorbeeld -, negers in de USA die stellen dat God tegen de slavernij is, als verschijnsel, want tegen de civilisatie, tegen de rangschikkerij, tegen voorrechten, díe gebruiken De Naam terecht. Maar het helpt niet altijd zo goed als tegen de farao, toen. Niets van dit falen (dit niet gebeuren) wordt verklaard met “omdat god niet (meer) bestaat”, wat je daarmee ook bedoelen mag.

14-2-2007 17:51| 3.806 woorden. ||

 

0 reacties

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Categorieën in Jaap’s teksten

Share This