Taalgebruik

Categorieën: 2000, 1 januari – 2004, 31 december | Archief
Trefwoorden: taalgebruik

Jaap Schot, 28 april 2001

Wat de oorspronkelijke vinder van het begrip in kwestie heeft benoemd en besproken, dat zal ik nooit kunnen achterhalen.
Mij gaat het er om: wat kan ik hier nu met dat begrip verbinden, welk deel van mijn kennen?
Als ik een deel van mijn kennen verbind met dit begrip, dan doe ik weer iets oorspronkelijks. Ik praat niet na, niet mee en niet door, maar ik ben weer met taal en met kennis tegelijk en die verbindend bezig. Dat is echt taalgebruik. Dat is echt begrijpen, je moet iets onbegrepens hebben om (dat) te kunnen gaan begrijpen. Aan iets onbegrepens kom je door iets gegevens te nemen, waar te nemen, er aandacht aan te besteden. Eerst, hoe kort wellicht ook, woordeloos, non-verbaal.
Als ik het zonder woorden af kan, dan ga ik waarschijnlijk helemaal geen begrippen en begrip-woord-combinaties gebruiken. Als ik de oplossing niet hoef verder te vertellen, maar het voor kan doen, dan is al dat begrijpen behoorlijk onwaarschijnlijk. Ik heb het door, hoe het moet, en daar gaat het me om.

Als ik aan iemand anders wil uitleggen wat ik begrepen heb, dan moet ik hem zowel die bespreking als het besprokene onder zijn aandacht brengen, hij moet er zijn aandacht op richten en aan besteden. Hij moet mij nadoen, naDOEN, niet naPRATEN. Als hij mij nadoet, zal hij zelf niets anders bespreken dan ik en dat niet anders . Maar er is daar dan niet het verschijnsel napraten. Er wordt daar niet nagepraat, niet meegepraat en niet doorgepraat zonder dat de gegevens en waarnemingen daar dan zijn: er wordt gemeld en er wordt oorspronkelijk begrepen. [Hier in de buurt ligt dat niet zo interessante probleem of ik dezelfde kleur ‘zie’, in mij, als de ander, als ik die stralen van buiten waarneem die iedereen misschien op zij n manier ‘ziet in zichzelf’, maar wel net als ieder ander ‘rood’ noemt. Inderdaad, wat achter iemands voorhoofd resp. ‘tussen zijn oren’, in zijn werkende hersens gebeurt, dat is de anderen niet gegeven. Het zij zo. Dit soort geprietpraat over gezichtsbedrog en zo, dient volgens mij alleen om de aandacht af te leiden en de spreker te storen. Poeha-filosofie.]

0 reacties

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Categorieën in Jaap’s teksten

Share This