Uitschrijver

Categorieën: 2000, 1 januari – 2004, 31 december | Archief
Trefwoorden:

Jaap Schot, 16 februari 2003

Uitschrijven is het vertragend begeleiden van hetgeen het kritische brein doet voor de geest, en dat is: wat het afweersysteem (lever, beenmerg, bloed) doet voor het lijf. [Brein = werkende, functionerende, ‘levende’ hersens; lijf = het levende lichaam, functionerend, werkend, veroorzakend.]
Uitschrijven is sporen maken én daardoor vertragen en verdiepen en doeltreffender maken van het bestrijden van het (in de vorm van txaenz offeren) reageren van het afgerichte deel van de eigen apperceptieve massa op binnenkomende informatie, die te herkennen is als vals en loos alarm: op propaganda, reclame en leugen. Dat herkennen moet gebeuren en kost ook weer enige txaenz. Die hoeveelheid txaenz neemt die ‘informatie van aanvallers’, dat is onvermijdelijk, het zijn txaenzrovers, ze zijn dus [per definitie: ‘ jou ziek maken = van jou een deel van jouw txaenz roven’] jou een ziekte. De mens in de civilisatie is niet de andere mens ‘een wolf’, maar: een ziekmaker, een txaenzrover.
========
Eén van de manieren waarop de andere geciviliseerde mij aanvalt is: spreken zodat ik het horen kan (mij zijn geschreven tekst onder ogen laten brengen). Hij trekt mijn aandacht, in dienst van de een of andere zaak: een verkoop, de reclame of propaganda of zijn eigen rang.
==========
Iedereen die zo aangevallen wordt, voelt dat, kent dat feit. Mijn doel met onder woorden brengen is: van dat gevoel een gedachte maken, op gedachten hebben wij mensen ’een denkgreep’. Op gevoelens hebben wij geen greep. Het omzetten van een gevoel in een gedachte neemt al tijd en dat is nadelig voor de aanvaller, zolang ik nog denk, heeft hij nog niet gewonnen, handel ik nog niet op zijn vermomde bevel. Hij kost me wel reeds mijn txaenz, maar niet meer dan er nu in mij, door mij heen, stroomt. Als ik ga uitschrijven vertraag ik het gevecht nog eens extra. Als ik dat uitschrijven technisch (strategisch en tactisch) goed doe, verliest de aanvaller. Als ik uitschrijf is hij afwezig en buiten staat mijn kritische (helder onderscheidend en onverbloemd benoemend) begrijpen en verwoorden te storen. Dat is de kracht van uitschrijven.
=========
16-2-03 13:26| 16-2-03 13:52:
==============
Mijn uitschrijven verhoudt zich tot de binnenkomende informatie zoals de ‘afweer’ van mijn lever, bloed, beenmerg enz. zich verhoudt tot de ononderbroken reeks aanvalsgolven van bacteriën, virussen en ‘niet-levende’ oorzaken van desintegratie en ontaarding van mijn cellen (straling en gifstoffen).
===========
Dat ‘IK’ dat tot dit uitschrijven het initiatief nam en het ‘doet’, is zo doelloos en eindig als het lichaam dat het gebruikt [let op deze ambigue uitdrukking: wie gebruikt wie?. IK denk dat er daar geen antwoord op is.]
Wat in ieder geval het vermelden waard is, is het feit dat dat IK geen opdracht uitvoert, uit een kader waaraan, uit een religie, een begrippensysteem, waarin het gelooft.
Dat is nu juist kenmerkend: IK vat alle begrippensystemen op als zodanig en niets meer: door mensen ‘gemaakt’, d.w.z. al doorgevend, planloos het nut [voor hen, daar, dan / toen] van het gebruiken van elementen er in opmerkend en dat gebruik dus voorlevend [wat alleen plaats heeft als er volgende, nadoende, tot voorbeeld nemende, jongeren / anderen zijn].
========
IK ben een nieuwkomer en mag en moet dus voor mij hier nu nagaan welk begrip voor mij te benutten is en welk niet. Waarbij ‘nut’ is: het tot eigen beschikking houden van zoveel mogelijk eigen txaenz.
=========
Het bestaan (‘gebeuren’, ‘er zijn als postulaat / verzinsel / denkgereedschap’) van MIJ, dat IK dus, is doelloos (onbedoeld en zonder ingebouwd bevel) en eindig.
Dat is zo, voor zover ons (mij) bekend en wordt, zonder taal, onuitgesproken, gedachteloos, aanvaard. Al het gedenk over doelen en moeten komt door en uit de taal.
=========
Taal gebruiken is voor MIJ onvermijdelijk en de taal is door en door besmet met bedrieglijke woord-begrip-combinaties, begrippen zonder meldingskarakter (= die naar niks verwijzen, niets aanduiden), enz. enz. enz..
==========
Eten = gif mee innemen
Ademen = vuil mee in je longen brengen
Taal gebruiken, ‘tekst denken’, ‘begrijpen en verwoorden’ = loos en vals, bedrieglijk alarm, leugens bewust maken oftewel: aan je geestesoor te horen geven, met de ingebouwde suggestie dat het gezegde ‘van jezelf komt’.
========
Uitschrijven is sporen maken van die afweer, verdediging, bestrijding van die besmetting door in de taal gebrachte en gehouden vertekening en verhulling.
Al zou ik als Robinson Crusoe alleen op een eiland zitten, dan nog was er die besmetting, via ‘mijn’ taal.
===//16-2-03 14:27|||\\===

 

0 reacties

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Categorieën in Jaap’s teksten

Share This