SCHELDWOORDEN

Wanneer iemand de dingen die op de vliering staan ‘die rommel op de vliering’ noemt, dan noem ik ‘rommel’ hier nu een scheldwoord. Met het gebruiken van dit woord geeft de spreker te kennen dat hij de spullen of het spul op de vliering niet van waarde vindt. Een ander voorbeeld is : vuil, vuil is spul dat op de verkeerde plek zich bevindt. De soep op mijn lepel is eten, diezelfde soep gemorst op tafel is vuil. Speeksel in mijn mond is in orde, niet vies, speeksel in mijn glas drinkwater spuwen maakt dat water vies. Wanneer iemand iets niet doet en ik noem dat nalaten, dan is die term neutraal, noem ik het echter een verzuim, dan deel ik door het zo te noemen meteen aan de hoorder mee dat ik ’s mans nalaten afkeur. Zo’n woord met een meeverpakte afkeuring noem ik hier nu een scheldwoord. De naamgever/benoemer scheldt op het benoemde.

LOVENDE TERMEN

Agressief en egoïstisch gedrag kan men ‘bereidheid tot wedstijd’ noemen. Een veeleisende omgeving kan men een uitdaging noemen. Bazigheid kan men leiderscapaciteiten noemen. In de loop van het verzamelen van voorbeelden zal ik wel betere, mooiere voorbeelden vinden, maar het systeem is hiermee wel duidelijk.

BEWUST OF ZONDER ERG

Wanneer iemand iets niet doet, kan ik zeggen dat hij het nalaat, ik kan zeggen dat hij het verzuimt en ik kan zeggen dat hij ervan afziet. In dat laatste geval stel ik dat hij er zeer wel erg in heeft dat hij dit wat hij niet doet, had kunnen doen.

FORMULIER

In de kolommen onder de voorbeeldwoorden die ik nu gebruikt heb zal ik in dit document voorbeelden verzamelen van zulke woorden, die een goedkeuring, een afkeuring, een veronderstelde planmatigheid of niets extra’s bevatten naast de neutrale subsumering van een verschijnsel onder een categorie.

HIJ LAAT NA — HIJ ZIET AF VAN — HIJ VERZUIMT

We zien dus vier hokken, waardoor we voor veel werkwoorden 3 alternatieven kunnen verwachten.