In de periode 1984-1987 was Jaap bezig met een project om een eigen boek te maken. In dat kader heeft hij een grote hoeveelheid teksten geschreven. Daarvan zou vast een boek te maken zijn. Vooralsnog ben ik geen afgerond geheel tegengekomen.
Diverse teksten zijn beslist de moeite waard om los gepresenteerd te worden. Onderstaande tekst is daarvan een voorbeeld.
– Jan Schot
Jaap Schot, 14 februari 1985
Vraag:
Waarom wil ik heldere en duidelijk onderscheiden begrippen
1
als wereld, samenleving, cultuur, civilisatie en maatschappij hebben?
Antwoord:
De tegenvraag hierbij is: waarom zou iemand die duidelijkheid niet willen hebben? Ja, zelfs deze uitdrukkelijk willen vermijden?
Op deze tegenvraag is een antwoord. Namelijk, die spelers in de wereld – die spelen om te winnen, of om hun verlies af te wentelen op anderen – hebben voordeel bij de verwardheid van anderen ten aanzien van de regels van het spel. Zij die verward zijn, kunnen de duidelijkheid in deze kwestie niet doorgeven aan anderen.
Als ze echt verward zijn,
weten ze niet eens dat ze verward zijn.
Als ik erin zou slagen helder onder woorden te brengen dat er verschillende terreinen zijn 2 en dat er op die terreinen verschillende spelen gespeeld dienen te worden, dan zou ik daarmee sommige verwarden een dienst bewijzen.
Wellicht een verkoopbare dienst, zeg ik binnen de maatschappij. In de civilisatie zeg ik: wellicht een stap vooruit. Wellicht een bijdrage aan het ontmaskeren van de civilisatie, zeg ik in de cultuur.
Vanuit de natuur sprekend, zeg ik: wellicht een hulp voor sommigen om in de wereld weerbaar te zijn in de tijd waarin ze gedwongen worden erin te verblijven, in school en op de arbeidsplaats.
Een duidelijke, heldere uiteenzetting
zal als een wapen gebruikt kunnen worden.
Ik zal in mijn boek 3 niet aandringen op het een of andere, moreel verantwoorde, gedrag. Dat doen en deden anderen elders al. Ik beweer niet dat er over de stand en gang van zaken in de wereld – na, en naast, wat ik ervan zeg – niets zinnigs te zeggen valt. Ik vermoed dat het alleen maar lezen van wat ik schrijf, niet voldoende is voor de meeste mensen om van mijn begrippen nut te hebben.
Iedere lezer zal zijn eigen voorbeelden,
zijn eigen ervaringen en waarnemingen,
moeten ordenen met behulp van mijn begrippen.
Of, zich uitdrukkelijk rekenschap geven van de redenen waarom hij het gebruiken van mijn begrippen afwijst. Er is geen enkele absolute reden om mijn begrippen te gebruiken. Maar juist bij het weloverwogen afwijzen van het gebruik ervan, kan de lezer verder komen in doordachtheid.
Een functionaris tegenkomen…
Wanneer je iemand tegenkomt als functionaris, die weigert zich door jou als persoon te laten kennen
4
, kun je zeggen: hij wenst met mij slechts binnen de maatschappij-spelregels om te gaan. Dat is dan duidelijk en levert geen emoties op. Jij weet nu zeker dat hij ook ten aanzien van jouw gedrag, slechts op die verzameling regels een beroep kan doen. In de maatschappij gaat alles om macht, om bevoegdheden, om competentie, om verantwoordelijkheid. Dat zij dan zo. Zo, en niet anders, kun je de betrokkene nu tegemoet treden.
Je hebt pech. De ruimte die de regels laten, zal hij waarschijnlijk niet gratis in jouw voordeel willen gebruiken. Misschien is hij daar, tegen een bepaalde prijs, wel toe te brengen. Misschien kun je hem ertoe verleiden, misschien kun je hem dwingen, misschien kun je hem misleiden, misschien in de war brengen.
Alles mag! Tegenover macht staat geen moraal. Ik bedoel: als je het machtsspel speelt, ben je buiten het bereik van alle moraalregels. Macht komt uiteindelijk uit de loop van een geweer. Hoeveel lagen van formaliseren, regelen, dreigen en waarschuwen er ook omheen gelegd worden, om die waarheid te verhullen.
…of, een persoon
Wanneer iemand zich wel als persoon, maar niet als individu of functionaris door jou wil laten kennen, dan kun je daarvan ook iets begrijpen met gebruikmaking van mijn begrippen. Als iemand niet over zijn ageren in de maatschappij wil spreken met je, dan geeft hij daarmee blijk zelf duidelijk de grens van de maatschappij te ervaren. Hij ervaart kennelijk de maatschappij als begrensd. Als afgescheiden van de civilisatie, de cultuur, en de natuur. Buiten de maatschappij is dat wat hij in de maatschappij doet, kennelijk geen reden tot trotse mededeling. Er kunnen vele redenen zijn, voor elk doen en elk nalaten. Maar enige vermoedens laten zich toch wel formuleren, en omtrent vermoedens kan men proberen zekerheid te verkrijgen.
Intimiteit of heldere analyse
Ik weet niet hoe dat bij andere mensen is, maar in mijn ervaring is het met elkaar omgaan als individuen – wat men intimiteit noemt – moeilijk te verenigen met het uitwisselen van gedachten over wat men in de wereld doet. Het ene – intimiteit – of het andere – discussie, bespreking, analyse, doordenking – mislukt.
Veel mensen vluchten naar intimiteit, en naar natuurlijk doen en laten. Omdat het een vlucht is, nemen ze de neiging tot heldere analyse – die ooit als speelse bezigheid werd ingevoerd – niet mee de natuur in. Ze laten het gebruiken van hun verstand en van hun nuchterheid achter bij de beroepswetenschappers. En die gebruiken dat als ideaal, niet als werktuig. Wanneer je leest dat wetenschappers ‘open minded’ en onbaatzuchtig moeten zijn, dan lees je de idealen. Niet de beschrijving van het concrete gedrag dat binnen de maatschappij aan te treffen is.
Mijn beschrijving van de wereld
Ik probeer in mijn boek de wereld te beschrijven vanuit de buitenstaanderspositie, vanuit de natuur 5 . In schema, niet in detail. Ik doe dat afstandelijk en zonder veel emoties, omdat ik niet goedkeur en niet afkeur binnen de wereld.
Ik verwerp de wereld als geheel,
zowel de cultuur als de civilisatie als de maatschappij.
Ik ga ervan uit dat er voor de mens maar één enkele behoorlijke manier van leven is. En die manier levert geen wereld op, omdat de mens zich bij die manier van leven niet buiten de natuur plaatst. Op het eerste gehoor is deze uitspraak niet duidelijk en bovendien gemakkelijk te doen, maar zonder enige relevantie ten aanzien van onze concrete situatie. Verwijzend naar de inhoud van mijn overige teksten, kan ik echter stellen dat er hier wel degelijk een operationele uitspraak wordt gedaan.
Ik bedoel met “natuurlijk leven, zonder een wereld te scheppen”:
zich, in zijn doen en laten, beperken tot
het nodige en het speelse.
Wij werden niet in het grote bos geboren. Wat er door ons gedaan moet worden, is dus ongelijk aan het klimmen in bomen om daar vruchten uit te halen. Wij zijn geboren in de wereld. Dat betekent dat we diensten moeten verlenen aan anderen, die daar koopkrachtig naar vragen. Van die onnatuurlijke bezigheden worden wij niet onnatuurlijk. Evenmin als we iemand, van zijn natuurlijkheid vervreemd is, kunnen genezen door hem in bomen te laten klimmen en anderszins primitief te laten leven.
De wereld is er. We kunnen haar evenmin missen als de eekhoorntjes het bos. Onze relatie tot de wereld is nu echter een heel andere dan die van het eekhoorntje tot het bos. Wij kunnen ervoor kiezen de relatie tussen onszelf – als enkeling – en de wereld, te laten worden als die van het eekhoorntje tot het bos. Daarmee houdt de wereld niet op te bestaan. Als individu houden we echter op, er een samenstellend deel van te zijn.
VOETNOTEN
1) [red.] Dat is precies wat Descartes ook al wilde: heldere en duidelijk onderscheiden begrippen (‘des idées claires et distinctes’).
Zie ook ‘Descartes en Locke’ bij gerelateerde teksten.
Zowel in die tekst als in talloos andere teksten, toont Jaap zich – zachtjes uitgedrukt – uitermate kritisch over Descartes.
2) [red.] Die verschillende terreinen zijn hier: maatschappij, civilisatie, cultuur en natuur.
3) [red.] Dit hele opstel gaat over Jaaps boek, dat toentertijd in ieder geval al wel in zijn hoofd bestond.
4) [red.] Hier verschijnen de functionaris en de persoon ten tonele. In de volgende alinea voegt het individu zich bij hen. In andere teksten maakt Jaap een duidelijk onderscheid tussen deze begrippen.
Het komt erop neer dat de omgang met de functionaris zakelijk, met de persoon competitief en met het individu intiem is.
5) [red.] De figuur in deze tekst laat zien dat, binnen Jaaps begrippenapparaat, natuur en wereld duidelijk van elkaar gescheiden zijn.
Het begrip ‘de wereld’ wordt hier uitdrukkelijk gebruikt in de betekenis van de onstoffelijke wereld, in onderscheid van zowel de stoffelijke wereld als de aarde. (Zie ook ‘Overzicht uiteenzettingen van conceptgroepen’ bij gerelateerde teksten.)
Dus, het beschrijven van de wereld vindt in Jaaps boek inderdaad plaats vanuit de buitenstaanderspositie, want vanuit de natuur.
0 reacties