Zaaien

Categorieën: Overige teksten
Trefwoorden: onbewerkte versie

A>b:

B>type zaaien.txt

.pl68

.mb2

.mt2

.he    file zaaien.txt / schijf groen7 / blz. #

 

                             ZAAIEN.

 

Wie zaait doet dat om later te zien groeien en te oogsten; wie

zaait is nu bezig voor later. Zo wordt vandaag tot morgen en

gisteren tot vandaag; zo krijgt wie zaait verleden (“ik zaaide

dit en dit is dus van mij”) en toekomst (hoop, verwachting,

ongerustheid, vertrouwen) door het heden, zijn dag van vandaag,

te offeren. Wie zaait investeert zijn txaenz, besteedt die niet

slechts. Investeren heeft met vast niets te maken, het komt van

het Latijnse ‘bekleden’, met macht omhangen, er belang aan

hechten, het iets voor je laten betekenen, er vertrouwen in

stellen, er jezelf afhankelijk van maken, het voor jou verschil

laten maken wat ermee gebeurt, je eraan hechten, je eraan

verbinden.

Dat is de tweede centrale stam: binden, bond, gebonden,

verbonden, niet meer los, niet meer vrij. Bezitten, er bij

blijven, anderen ervan afhouden voor zichzelf te oogsten wat jij

zaaide. Je zit aan je ingezaaide land vast, zodra en zolang er

kapers op de kust zijn, anderen die het gezaaide, groeiende,

oogstbare, ook lusten.

 

Landbouwende culturen kennen al vele ingredienten van ‘onze’

samenleving, maar ze hebben nog niet de civilisatie, het zich in

rangen schikken. Wie zaait heeft land nodig en zaad, maar geen

meerderen en/of minderen. Wie zaait is met zijn niet-menselijke

omgeving bezig, niet met de anderen, zijn tijdgenoten /

soortgenoten.

 

Daar waar land genoeg is, kan iedereen alles zaaien hij aan zaad

heeft. Te weinig land is gelijk aan teveel mensen-met-zaaizaad-

en-zaaivoornemens. Dat woord ‘iedereen’ is ook een kernwoord:

zolang de stam, het volk, de groep, intact is, een is, zaait de

groep voor de groep, niet ieder apart voor zich.

 

Ieder mens heeft zijn hersens als een te bewerken stukje eigen

land in zich. Daar waar leren wordt gemaakt tot een alternatief

voor zaaien, wordt het boven genoemde ruimtegebrek opgeheven. Wie

met leren zijn txaenz kan investeren zoals de zaaier dat met

zaaien doet, met grote kans op latere oogst, leeft net zoals de

zaaier.

 

Het probleem zit ‘m in de aparte portemonnee’s; wie gezaaid heeft

acht zich de bezitter van de hele oogst en wil een prestatie van

wie leerde in ruil voor een deel van die oogst. Iets voor hem

nodigs hebben wie leerden hem echter niet allen aan te bieden,

daardoor wordt het door de zaaier begeren van voor hem onnodigs,

nodig voor velen die leerden.

Het afschaffen van het onnodige aan goederen en diensten kan

alleen als de landloze lerenden verdwijnen of de zaaiers van hen

gaan houden, met hen zich een gaan voelen, zich onthechten van

bezit en voorrecht.

 

Ware de groep niet gebroken, leefde en streefde niet iedereen

voor zich en voor zich alleen, dan was voor niemand het onnodige

nodig. Nu echter woekeren allen als enkeling met hun talenten en

schikken zich in het rangenstelsel, al of niet strevend naar een

hoger rang.

 

Dat gestreef is een gezelschapsspel; een hoger status verdient

het dan ook niet.

 

                          ==/220391/==

0 reacties

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Categorieën in Jaap’s teksten

Share This